|
|
Johan
en Pirrewiet
gepresenteerd door Mario Stabel |
|
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1952 • Laatste verschijning:
1970
Tekenaar: Peyo met assistentie van Francis Bertrand,
François Walthéry, Gos, Marc Wasterlain
Scenarist:
Peyo |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Johan
en Pirrewiet is een gesmaakte creatie van Pierre Culliford
(Peyo), de man die onsterfelijk is geworden door
zijn Smurfen-universum. Al vanaf 1946 zien we Johan opduiken
in de kranten La Dernière Heure en (later) Le
Soir. De toen nog blonde page van de koning beleeft korte zwart-witavonturen
die bol staan van de hoofse ridderlijkheid, maar ook al de mix van
avontuur en humor bevatten die de reeks zo populair zou maken. In
1952 kan de tekenaar dan aan de slag bij het tijdschrift Robbedoes
en werkt hij Johan uit tot een volwaardig stripfiguur. Vanaf dan krijgt
de jongeman ook zijn kenmerkende zwarte haardos die zo mooi contrasteert
met het witte strijdros dat hij meestal berijdt.
In 1954 verschijnt het eerste album De Nederlaag van Basenau.
Van sidekick Pirrewiet is op dat moment nog geen sprake: die zal pas
zijn opwachting maken in album nummer 3, De Dwerg in het Rotsbos.
Aanvankelijk is het trouwens niet de bedoeling dat de kolerieke, altijd
hongerige grappenmaker Pirrewiet in meer dan één album
een rol zou spelen. Het figuurtje én zijn geit Sikje slaan
echter zo aan bij het jonge lezerspubliek dat Peyo al snel het potentieel
inziet en hem tot vast tegengewicht van de ridderlijke Johan bombardeert.
Vanaf het vierde album, Het Raadsel van de Maansteen, vormen
de twee een onafscheidelijk duo en wordt de reeks ook officieel herdoopt
in De Avonturen van Johan en Pirrewiet.
De verhalen worden geleidelijk aan gelardeerd met een serieuze snuif
magie en ook die invalshoek blijkt een schot in de roos. Als Peyo
het duo in 1959 een avontuur in het Onzalige Land laat beleven, waar
ze op voorspraak van de magiër Omnibus de Smurfen tegen het lijf
zullen lopen, realiseert hij zich nog niet hoe dit verhaal de hoofdreeks
onwillekeurig zal torpederen. Door de toenemende populariteit van
de blauwe wezentjes heeft de tekenaar immers steeds minder tijd voor
de serie die hem zo nauw aan het hart ligt en wordt de verschijningsfrequentie
een stuk onregelmatiger. Terwijl Peyo zich meer en meer omringt met
tekenaars en scenaristen en zo een heuse studio opbouwt, blijft hij
Johan en Pirrewiet immers nog grotendeels op eigen houtje
maken. Het is dan ook geen wonder dat in 1970 — na dertien vervolgverhalen
— voor onbepaalde tijd de stekker uit de reeks getrokken wordt,
al maakt Peyo nog wel enkele kortverhalen voor Robbedoes.
In de Belgische tekenfilm De Fluit met Zes Smurfen (1975)
spelen ze nog de hoofdrol naast de Smurfen. Na het mondiale succes
van de tekenfilmserie van De Smurfen door Hanna-Barbera
maakt de Amerikaanse tekenfilmstudio in 1982 ook een eigen tekenfilmserie
van Johan en Pirrewiet. Na één amper opgemerkt
sezioen van zestien afleveringen met bewerkte en nieuwe verhalen verdwijnt
het weer even geruisloos.
Pas begin jaren 1990 (de overstap van Dupuis naar
Le Lombard is net gemaakt), geeft Peyo een eerste aanzet
voor een doorstart. Het resultaat — met Thierry Culliford
en Yvan Delporte aan het scenaristenroer en studiomedewerker
Alain Maury als tekenaar — maakt Peyo zelf
jammer genoeg niet meer mee: de tekenaar overlijdt op 24 december
1992. Het nieuwe team verzorgt tot 2001 nog vier nieuwe albums en
in twee daarvan mogen de Smurfen nog een opmerkelijke gastrol vervullen.
Nadat Maury de studio verlaat, komt er ook een einde aan J&P
2.0 en voorlopig ziet het er niet naar uit dat de reeks nog verdergezet
zal worden. In 2015 verschijnt bij Dupuis een mooie vierdelige integrale
uitgave en twee jaar later bundelt Le Lombard ook nog de vier latere
verhalen. En zo worden alle avonturen van het olijke duo weer in volle
luister aan het publiek gepresenteerd, iets waar veel mensen blijkbaar
op zaten te wachten.
Iedereen die Johan en Pirrewiet slechts herinnert als springplank
voor De Smurfen doet de reeks eigenlijk serieus tekort. Peyo
laat hier immers al duidelijk zien wat voor een getalenteerd en meesterlijk
verhalenverteller hij is én een perfectionist die niets aan
het toeval overlaat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|