|
 |
Buck
Danny
gepresenteerd door Wouter Porteman |
 |
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1947 • Laatste verschijning:
heden
Tekenaars: Victor Hubinon, Francis Bergèse,
Winis, Jean-Michel Arroyo, Gil Formosa
Scenaristen:
Georges Troisfontaines, Jean-Michel Charlier, Francis Bergèse,
Jacques De Douhet, Frédéric Zumbiehl, Frédéric
Marniquet |
|
|
 |
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
Kort na de
de Tweede Weredldoorlog, in 1947, schrijft tekenaar Victor
Hubinon een verhaal over een ingenieur, Buck Danny, die ten
strijde zou trekken tegen de verderfelijke Jappen. Georges
Troisfontaines, de stichter van World's Press,
de reclameregie van het stripblad Robbedoes, krijgt het verhaal
onder ogen en zet het naar zijn hand. Hubinon tekent de personages
en zijn vriend Jean-Michel Charlier neemt de vliegtuigen
en de boten voor zijn rekening. Na elf pagina's neemt Charlier de
fakkel over van Troisfontaines. Zijn rol wordt haast onmiddellijk
verzwegen. Pas in 1997 erkennen de erven Charlier in een rechtzaak
dat Troisfontaines medeschepper is van de reeks.
De coup van Charlier is het echte startsignaal van de reeks. Het scheelt
nochtans niet veel. Hun ziel ligt meer in een andere pilotenstrip.
Bijna simultaan, van oktober 1948 tot november 1949 verschijnt in
Le Moustique het verhaal Tarawa, het Bloedige Atol.
Ook in dit pilotenverhaal tekenen Charlier en Hubinon samen de platen
vol. Student Albert Weinberg verzorgt de inkting.
Zijn naam verdwijnt later als medeauteur bij de herdrukken, naar verluidt
omdat Hubinon Weinbergs pilotenstrip Dan Cooper voor het
concurrerende tijdschrift Kuifje maar weinig kan appreciëren.
De drie helden van Tarawa zijn trouwens cameo's van de drie auteurs.
Maar Buck Danny blijkt een instant hit bij de lezers te zijn
en krijgt alle aandacht. Zeker wanneer Buck Danny vanaf het derde
album, De Zonen des Hemels, versterking krijgt van zijn vaste
gezellen, de flamboyante Sonny Tuckson en de nuchtere Jerry Tumbler.
De vriendschap met deze laatste begint nochtans lauw omdat Buck Danny
een promotie krijgt die eerst aan Tumbler was toegekend. Maar omdat
Buck hem het leven redt — een terugkerend gegeven in de serie
— worden ze toch makkers.
De stripreeks maakt gebruik van een opschuivende tijdlijn. De helden
worden vooral in de eerste albums snel bevorderd, maar verouderen
zelf niet. Hun avonturen spelen zich steeds af in het heden en spelen
in op de werelddreigingen van het moment. Is er eventjes geen actuele
oorlogsdreiging dan wordt de technologische suprematie van de US Navy
en US Air Force in de albums naar voren gebracht. In dergelijke prototypeverhalen
hebben de helden vaak te maken met de gewiekste pilote Lady X, een
van de weinige vrouwelijke personages in deze ongenuanceerde soldatenstrip.
In januari 1979, op 54-jarige leeftijd, overlijdt de Waal Hubinon
die er een liederlijke levensstijl op nahield. Hij tekende veertig
Buck Danny's waarvan vooral De Vliegende Tijger-cyclus
een klassieke status geniet. Begin jaren 1980, in volle Star Wars-hype,
zoekt Dupuis een nieuwe, flitsende pilotenstrip om
de leemte in te vullen. Yann en Conrad
krijgen de eer met hun Chuck Willys, maar ze lieten de held al op
de tweede pagina sterven door hem te laten overrijden door de Onnoembaren.
De onwetende hoofdredacteur Alain De Kuyssche laat
hen maar begaan en vindt uiteindelijk een vervanger voor Hubinon in
François Bergèse. Hij mag met de Apocalypsis-cyclus
onmiddellijk een van de beste verhalen van de reeks verstrippen. De
reeks staat er opnieuw. Helaas overlijdt Jean-Marc Charlier in augustus
1989. Robbedoes nummer 2677, het hommagenummer voor dit monument,
krijgt een prachtige collegacover met werk uit Hubinons De Blauwe
Engelen.
In de daaropvolgende decennia is de reeks op de dool. Bergèse
zet de reeks alleen verder, maar mist het pure schrijverstalent van
Charlier. Vanaf 2013 neemt scenarist Frédéric
Zumbiehl de reeks over met tekenaars Winis
en daarna Gil Formosa. De technologische vooruitgang
nekt het spanningselement van de strip. Epische luchtgevechten, waarin
de piloten elkaars oogwit in scheervluchten taxeren, zijn vandaag
niet meer mogelijk. Ook een ervaren piloot als Sonny Tuckson wordt
steeds meer als een karikaturale clown opgevoerd. Nog een geluk dat
de auteurs vergeten zijn dat Sonny geen volbloed Texaan is, maar Ierse
wortels heeft (In Korea, pagina 23), of het werd helemaal
belachelijk. Nu we toch vervallen in de anekdotiek: Jerry Tumbler
leerde in zijn jeugd Duits (Vlucht naar de Verloren Vallei),
in volle oorlogstijd, jawohl.
In 2014 start men met de prima onthaalde "Classic"-reeks
met verhalen die zich in het verleden afspelen. In knap getekende
tweeluiken steelt tekenaar Jean-Michel Arroyo de
show.
In 2017, ter ere van de zeventigste verjaardag van Buck Danny,
tekenen Francis Bergèse (deel 1) en André Le
Bras (deel 2) present om een onafgewerkt verhaal van Charlier,
Blackbirds, nieuw leven in te blazen. Zumbiehl en Patrice
Buendia voltooien hierbij het laatste Buck Danny-verhaal
van Charlier. |
|
|
 |
|
|
|
|
 |
|
|
|
|