|
|
De
Blauwe Sperwer
gepresenteerd door David Steenhuye |
|
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1942 • Laatste verschijning:
1977
Tekenaar: Sirius
Scenarist: Jean-Marie Brouyère |
|
|
|
|
|
|
|
In de eerste
jaren van zijn bestaan heeft het weekblad Robbedoes helden
nodig, mannen van stavast naar wie jonge lezertjes op kunnen kijken.
In de woelige oorlogsperiode lanceert Sirius, het
pseudoniem van Max Mayeu, het soort avonturenstrip
met grote A waarin hij zijn helden de wereld laat rondreizen, hen
onbekende beschavingen laat ontdekken, die met gekke geleerden slaags
raken en die zelfs een uitstapje maken naar de maan. Hij krijgt die
kans omdat Amerikaanse importreeksen niet langer in Robbedoes
mogen verschijnen van de Duitse bezetter. Met zijn realistische tekenstijl
springt Sirius in dat gat. Ook Jijé draagt zijn steentje bij
om het weekblad uit te breiden met helden van eigen bodem.
Eric, de blonde hoofdrolspeler met de bijnaam De Blauwe Sperwer, deinst
voor geen enkel gevaar terug. Hij is niet de grote intellectueel die
lang nadenkt voor hij handelt. Hij reageert meteen en aarzelt niet
om zijn vuisten te gebruiken of net zo goed wapens ter hand neemt
of zelfs een heus kanon om op zijn vijanden te schieten. Ook zijn
kompaan Larsen, een opvliegende Ier die Eric leert kennen tijdens
een cafégevecht in Palawang, laat graag zijn vuisten knallen.
De twee potige knapen worden vergezeld van Sheba, een hindoejongetje
dat de twee onder hun hoede nemen. Sheba is de knappe kop van het
trio en ook zijn kleine gestalte komt vaak van pas als geweld geen
uitweg meer biedt. Diezelfde constellatie inspireert Hermann
en Greg om in 1969 hun eigen avonturenreeks Bernard
Prince te scheppen. Met heel wat meer succes dan Sirius overigens.
Het eerste avontuur van De Blauwe Sperwer moet in 1943 al
onderbroken worden door een publicatieverbod van de Duitse bezetter
en papierschaarste waardoor het weekblad Robbedoes een tijd
lang niet kan verschijnen. Van 1945 tot 1953 volgen diverse exotische,
spannende en avontuurlijke verhalen elkaar op met ronkende titels
als De Pharao van de Grotten, Het Pareleiland, De
Piraten van de Statosfeer en De Verboden Vallei. Een
gevaar dat Eric niet het hoofd kan bieden, is de Franse censuurcommissie
die streng toekijkt op wat er in jeugdbladen verschijnt en of dat
wel geschikt is voor beïnvloedbare lezertjes. Vooral Belgische
bladen, die de Franse markt met succes innemen, krijgen het extra
te verduren. Daarom gaan uitgeverijen en auteurs vaak over tot zelfcensuur.
Het gewelddadige karakter van De Blauwe Sperwer issowieso
al een doorn in het oog van de commissie, maar in De Stille Planeet
maakt Sirius zijn lezers wijs dat een reis naar de maan (waar paddenstoelen
groeien en atoombommen een bedreiging voor de Aarde vormen) mogelijk
is. Dat vindt de commissie te kras en de reeks wordt stopgezet.
In 1973 beleeft De Blauwe Sperwer een comeback op scenario
van Jean-Marc Brouyère, de scenarist die een
paar jaar tevoren de held Archie Cash creëerde voor Malik
en waarin het geweld welig tiert. De Franse censuurcommissie is niet
meer zo streng als vroeger, maar de striplezers in opiniepeilingen
wel. De Blauwe Sperwer is een reliek uit oudere weekbladtijden
en mist een nieuwe aansluiting met modernere lezers. De aangepaste
tekenstijl legt vooral Sirius' gebreken bloot. Na twee nieuwe langere
verhalen en drie kortverhalen dooft de reeks in 1977 uit. Een jaartje
later herneemt Sirius zijn historische reeks Timoer die hij
in 1970 on hold had gezet om nieuwe verhalen van De Blauwe Sperwer
te maken.
Tussen 1944 en 1954 verschijnen acht albums van De Blauwe Sperwer
in het Nederlands. In 1979 wordt De Geheimzinige Vijand
hernomen in de reeks Jeugdzonden, een collectie met stripverhalen
uit de oude doos van intussen beroemd geworden tekenaars. In 1986
onderneemt Dupuis een poging tot een integrale met
het uitgeven van een omnibus met daarin de verhalen De Blauwe
Sperwer, Kaap Nul, De Stille Planeet en een
dossiertje. Dat is meteen de zwanenzang van De Blauwe Sperwer...
tot François Walthéry in 2014 met Natasja
22: De Blauwe Sperwer op de proppen komt, rechtstreeks gebaseerd
op het eerste verhaal van zijn oude vriend Sirius die in 1997 overleed.
Op het slot van het tweeluik wachten we nog steeds. |
|
|