|
|
Jan
Kordaat
gepresenteerd door Martin Schrijvershof |
|
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1941• Laatste verschijning:
1984
Tekenaars: Jijé, Eddy Paape, René
Follet
Scenaristen:
Jean Doisy, Yvan Delporte, Jean-Michel Charlier, Philip Gillain,
Guy Mouminoux, André-Paul Duchâteau |
|
|
|
|
|
|
|
In oktober
1941 introduceren Jijé en Jean Doisy
Jan Kordaat en zijn jonge vriend Jefke. De stoere blonde Kordaat spreekt
de jonge lezers enorm aan. In een tijd waarin de Duitse bezetters
de wreedste zaken uithalen in bezet Europa leven Kordaat en Jefke
in een België waar de schurken met een stevige vuistslag van
Kordaat worden verslagen. Duitse bezetters en collaborateurs komen
in de strip niet voor, slechts gewone boeven. De serie wordt al snel
zo populair dat ze de Robbedoes-strip van de voorpagina verdringt.
In 1946 geeft Jijé Jan Kordaat door aan Eddy
Paape. Die kan op die manier jarenlang zijn tekenstijl verfraaien
tot hij tussen 1951 en 1953 doorbreekt met de strips Jan Kordaat
en het Monster — in album krijgt het de titel Het Geheim
van de Donkerburcht mee — en het tweeluik De Super
Gamma-straal en De Bevrijding van Professor Stagmus.
Helaas is dat laatste verhaal ook meteen het einde van Paapes bijdrage
aan de reeks.
Met een bijna iconische cover (de middenste cover in het rijtje hierboven)
herneemt Jijé in 1956 zijn meest geroemde strip tot dan toe.
Zwarte Zon is een spannend, intrigerend verhaal, waarin veel
actie en durf plaats inneemt voor de held Kordaat. Japanse schurken
met heimwee naar een verloren Rijk van de Rijzende Zon en gesmokkelde
goudstaven in de vorm van miniatuurauto's zijn het thema. Geen elfjarig
jongetje meer als kompaan, en ook voor Kobus die bij Paape voor de
komische noot zorgt is geen plaats meer. In hun plaats debuteert Gerrit
die al snel eveneens voor de grappige situaties moet zorgen.
Ook de daaropvolgende verhalen zijn succesvol, zowel tijdens de voorpublicatie
in het weekblad als in album. Tussen oktober 1956 en januari 1960
verschijnen in rap tempo achter elkaar vijf verhalen, die even snel
in albumvorm worden uitgebracht. Soms is het ene verhaal net afgelopen
en begint een week later of binnen drie weken het volgende. Jammer
genoeg wordt Gerrit na enkele jaren verzot op raceauto's waardoor
de strip veel van zijn oorspronkelijke karakter verliest. In 1965
plaatst Robbedoes het laatste Jan Kordaat-verhaal
van Jijé: Het Duel der Idolen. Blijkbaar is de serie
niet meer zo geliefd.
Het duurt tot 1981 toen Jan Kordaat voor de derde maal herrijst.
Dit keer getekend door René Follet en op scenario
van André-Paul Duchâteau. Ze proefdraaien
eerst met een kortverhaal van acht pagina's: Dossier X. Daarna
volgen twee verhalen die ook in album worden uitgebracht: De Blinde
Piraat en Een Kind als Prooi. Follet is een goede tekenaar
die nooit echt een eigen successtrip heeft gekend. En dat geldt ook
voor deze incarnatie van Kordaat. Na die drie verhalen kwam er een
definitief (?) einde aan de strip. |
|
|
|
|
|
|
|