De politieke kwinkslagen in de
Nero-strip zijn schering en inslag.
In de jaren vijftig merken we een
harde aanpak van socialisten en
communisten, parrallel met de
strekking van de christelijk
geïnspireerde krant Het Volk waarin de
avonturen van Nero werden
voorgepubliceerd.
In de daaropvolgende decennia
krijgen we de politieke verwijzingen
en maatschappijkritiek waarin Sleen
zijn pesoonlijke mening ventileert.
In de jongste albums werd de politieke
knipoog uitsluitend nog een gimmick:
een cameo van een politicius, bij
voorkeur aanschuivend om een zak
frieten aan het frietkot van Jan Spier.
De verwijzing naar de politiek en
actualiteit in de Nero-strip zijn legio.
Wij houden het bij een selectie van
zestig cameo's. Dertig Belgische,
dertig internationale politici
uit de twintigste eeuw.

(Voornaamste bron: De Politieke Memoires
van Nero - Lieven Demedts,
Standaard Uitgeverij 1997)
 
30 BELGISCHE POLITICI
30 INTERNATIONALE POLITICI


Achiel Van Acker
Premier in 1945 tot 18 februari 1946. Verkiezingen gaven vervolgens het premierschap aan Paul-Henri Spaak, maar op 31 maart tot 9 juli 1947 kon hij het premierschap opnieuw bemachtigen.
(lees Nero Klassiek 7: De Juwelen van Gaga Pan + 27: De IJzeren Kolonel)

Henri Carton de Wiart
Van 1896 tot zijn dood in 1951 was hij lid van het parlement. Een van de grondleggers van de christendemocratie. Tussen 1911 en 1918 minister van Justitie en onder meer verantwoordelijk voor de wet op de kinderbescherming in 1912. Eerste minister van 1920 tot 1921. Onder zijn bewind werd België officieel een tweetalig land. In de periode 1924-1926 was hij minister van Koloniën. Van 1932 tot 1934 minister van Arbeid, Sociale Voorziening en Hygiëne. In 1950 was hij opnieuw minister van Justitie. Naast politicus en fulltimeadvocaat ook auteur van historische roman en reisverslagen.
(lees Nero Klassiek 7: De Juwelen van Gaga Pan)

Frederic-Joseph Vandemeulebroucke
Burgemeester van Brussel van 1939 tot 1956. Hij werd gemeenteraadslid van Laken in 1908 en schepen in 1912. In 1921 werd Laken bij Brussel gevoegd zodat hij gemeenteraadslid werd van Brussel. In 1930 werd hij schepen van Onderwijs en vervolgens schepen van Openbare Werken in 1938. Vanaf 1932 tot 1936 was hij eveneens volksvertegenwoordiger. Hij was ook voorzitter van de Algemene Raad van de Bond der Belgische steden en gemeenten.
(lees Nero Klassiek 7: De Juwelen van Gaga Pan + 11: De Bronnen van Sing Song Li)

Kamiel Huysmans
Socialist. Eerste minister van 1946 tot 1947. Speelde een belangrijke rol in de Koningskwestie en werd door de katholieken zowat als de vleesgeworden duivel bestempeld. Huysmans had iets met duivels, hij publiceerde er een boekje over. Sleen vereeuwigde hem als Geeraard de Duivel.
(lees Nero Klassiek 9: De Hoed van Geeraard de Duivel)

Paul-Henri Spaak
Socialist. Eerste minister van 1938 en 1939 en nogmaals van 1946 tot 1949. In 1949 werd hij minister van Staat. Spaak ontpopte zich tijdens de Koningskwestie als een volksmenner en straatrevolutionair. In de Brusselse laan die naar hem werd vernoemd staat het gebouw van uitgeverij Lombard met Kuifje en Bobbie op het dak te blinken.
(lees Nero Klassiek 9: De Hoed van Geeraard de Duivel + Nero 1: Het Bobobeeldje)

Placide De Paepe
Minister van Sociale Voorzorg in 1966-1971 en 1974-1976. Staatssecretaris voor het openbaar ambt in 1973-1974 en burgemeester van Gent van 1977 tot 1982.
(lees Nero Klassiek 14: Beo de Verschrikkelijke)

Joseph Pholien
Eerste minister van 1950 tot 1952. Daarna minister van Justitie tot zijn ontslag in 1952.
(lees Nero Klassiek 15: De Bende van de Zwarte Kous)

Théo Lefèvre
Van 1950 tot 1961 nationaal voorzitter van de Christelijke Volkspartij. Eerste minister van 1961 tot 1965. Van 1968 tot 1973 minister en vervolgens staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid en Programmatie.
(lees Nero Klassiek 27: De IJzeren Kolonel + 42: Het Lodderhoofd)

Gaston Eyskens
Katholiek. Leidde meerdere regeringen. Een eerste keer van 1949 tot 1950, twee opeenvolgende keren van 1958 tot 1961 en nog eens twee keer van 1968 tot 1972.
(lees Nero 20: De Dolle Dina's)

Jan Albert Goris (Marnix Gijsen)
Tussen 1945 en 1964 afgevaardigde van de Verenigde Naties. Ook bekend als letterkundige onder zijn pseudoniem Marnix Gijsen.
(lees Nero 22: Hoed Je voor Kastar)

Alphonse Vranckx
Socialist. Politius en hoogleraar. In 1965 en 1966 was hij minister van Buitenlandse Zaken. Hij diende een wetsontwerp in om een commissie voor de verbetering van de betrekkingen tussen de Belgische taalgemeenschappen in het leven te roepen. Nadien werd hij minister van Justitie.
(lees Nero 25: Zongo in de Kongo)

Willy De Clercq
Tussen 1958 en 1985 volksvertegenwoordiger voor de Liberale Partij. In de periode 1973 tot 1977 was hij vicepremier en minister van Financiën. Sinds 1989 zetelt hij in het Europees Parlement. De politieke peetvader van Guy Verhofstadt.
(lees Nero 32: Zwarte November + 36: De Blauwe Blommebloem + 41: Ottoman de Veertiende + 48: De Paardekop + 62: De Planeet Egmont + 79: De Pierewaaiers + 80: De Batavieren + 86: De Bom van Boema)

John Van Waterschoot
Deze baron startte zijn loopbaan als lid van de economische redactie van De Nieuwe Standaard en De Nieuwe Gids. In 1950 werd hij attaché op het kabinet van Economische Zaken. In 1968 werd hij adviseur op het kabinet van eerste minister Gaston Eyskens. Tussen 1971 en 1981 was hij gecoöpteerd senator.
(lees Nero 39: De Groene Slapjanus)

Leo Tindemans
Premier van 1974 tot 1978. Tussen 1979 en 1981 was hij voorzitter van de CVP. Eeuwige rivaal van Wilfried Martens.
(lees Nero 62: De Planeet Egmont)

Paul Vanden Boeynants
Bekleedde een eerste keer het ambt als premier in 1966 tot 1968 en een tweede keer in 1978 en 1979. Daarna was hij tot 1981 vicepremier. Tussen 1979 en 1981 was hij nationaal voorzitter van de PSC, de Waalse socialistische partij. Werd door de bende van Patrick Haemers ontvoerd in 1989 die hem zijn pijp afpakte.
(lees Nero 67: De V-Machine)

Herman De Croo
Sinds 1968 ononderbroken verkozen kamerlid. Werd in 1980 minister van PTT en Pensioenen. Tussen 1981 en 1985 was hij minister van Verkeerswezen. Van 1 juli 1999 tot 11 juli 2007 was hij voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Sinds juli 2007 is hij Ondervoorzitter van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. De Croo is bekend om zijn royalistische en belgicistische standpunten. Sinds 2001 burgemeester van Brakel.
(lees Nero 72: Het Kasteel der Zuchten + 134: Het Spook van de Zandstraat)

Mark Eyskens
Zoon van Gaston Eyskens. Tussen 1977 en 1979 minister van Begroting, Vlaamse Streekeconomie en Ruimtelijke Ordening. In 1979-1980 was hij minister van Ontwikkelingssamenwerking. Onder Martens IV (1980-1981) was hij minister van Financiën. In 1981 was hij acht maanden lang eerste minister. In de regering Martens V (1981-1985) was hij minister van Economische Zaken. vandaag hoogleraar aan de KULeuven.
(lees Nero 74: De A-Straal)

Hugo Schiltz
Stond mee aan de wieg van het federalisme in België. Was in 1953 betrokken bij een poging een brug in Diksmuide op te blazen om een belgicistische bijeenkomst van antiflamingante oudstrijders bij de IJzertoren te voorkomen. Van 1958 tot 1998 was hij veertig jaar lang Antwerps gemeenteraadslid. Na de vastlegging van de taalgrens verliet hij in 1963 ontgoocheld de CVP en kwam in 1963 bij de Volksunie terecht. Van 1965 tot 1991 zetelde hij als Kamerlid. Van 1992 tot 1995 was hij senator. Bij de verkiezingen van 1991 verpletterde het Vlaams Blok (een fusiepartij van VU-afscheuringen) op Zwarte Zondag de VU, wat als een nederlaag voor Schiltz werd aanzien. Zette zich vervolgens in om samen met Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens via de Sint-Michielsakkoorden van 1993 van België een volwaardige federale staat te maken. In 2001 splitste de Volksunie in N-VA en Spirit. Schiltz koos voor de lijn van Bert Anciaux en stapte in Spirit.
(lees Nero 87: De Ring van Balderic)

Karel Van Miert
Voorzitter van de SP van 1978 tot 1988. Tussen 1979 en 1985 was hij lid van het Europees Parlement.
(lees Nero 88: De Terugkeer van Geeraard de Duivel)

Charles-Ferdinand Nothomb
Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers tussen 1979 en 1980.
(lees Nero 88: De Terugkeer van Geeraard de Duivel)

Guy Verhofstadt
"Da joenk" werd in 1979 voorzitter van de PVV-jongeren. Tusen 1982 en 1985 was hij de jonge voorzitter van de PVV. In 1985 was hij verkozen als Kamerlid. In 1985 werd hij vicepremier, minister van Begroting, Wetenschapsbeleid en het Plan. In 1999 startte hij een eerste van twee legislaturen als premier.
(lees Nero 88: De Terugkeer van Geeraard de Duivel + 157: Het Bio-Bao-Virus)

Jean Gol
In 1979 voorzitter van de liberale PRL. In 1981 vicepremier en minister van de Institutionele Hervormingen. Hij bekleedde dit ambt tot in 1988, het jaar waarin hij vicevoorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd.
(lees Nero 104: De Indiaanse Neusfluit + 113: De Man van Europa)

Jean-Luc Dehaene
Tijdens zijn regeerperiode werd België een volwaardige federale staat. Hij behoorde tot de CVP (nu CD&V). Hij leidde twee coalitieregeringen met de socialisten en bekleedde verschillende ministerposten voor hij in 1992 eerste minister werd. Van 2000 tot 2007 is hij burgemeester van Vilvoorde. In 2002 werd hij voorgedragen als vicevoorzitter van de Europese Conventie, maar hij stoot op Brits verzet.
(lees Nero 107: De Verloren Zee + 123: Wonderboy + 138: De Held der Helden + 139: Operatie Ratsjenko + 140: De Blauwe Woestijn + 142: De Staf van Bompa + 144: Palermo + 149: De Vijfurenboom)

Jean-Pierre Van Rossem
Libertijn. Kreeg op het einde van de jaren tachtig bekendheid als geniale beursgoeroe en Ferrari-freak. Toen hij zijn fortuin (en dat van anderen) kwijtspeelde en in opspraak kwam, werd hij schrijver. Moest de gevangenis in van waaruit hij werd verkozen. Schopte het met de partij R.O.S.S.E.M. in de senaat en schopte keet bij de inauguratie van koning Albert II.
(lees Nero 112: Nerororck + 113: De Man van Europa)

Wilfried Martens
Eerste minister van negen kabinetten tussen 1979 en 1991, waarvan alleen al drie in 1980. Tuimelde van de ene regeringsval in de andere tussen 1980 en 1981. Op Europees niveau stoot hij door tot voorzitter van de Europese Volkspartij.
(lees Nero 113: De Man van Europa)

Willy Claes
Minister van Economische Zaken tussen 1977 en 1979. Vicepremier in 1979 en minister van Economische Zaken. In 1992 genoot hij bekendheid als minister van Buitenlandse Zaken tot hij in 1994 het ambt inruilde voor dat van het hoogste ambt van de Verenigde Naties als secretaris-generaal. Een corruptieschandaal in de socialistische partij kost hem uiteindelijk de kop en zijn politieke carrière. Van 1998 tot 2003 werd hij uit zijn burgerrechten ontzet.
(lees Nero 134: Het Spook van de Zandstraat)

Louis Tobback
Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken van 1988 tot 1994 en van 1988 tot 1992 ook minister van Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen. In 1994 gaf hij het ministerschap op om partijvoorzitter van de Vlaamse Socialistische Partij (SP, nu sp.a) te worden en hij loodste de partij in die jaren doorheen misschien wel de moeilijkste periode van haar bestaan. Sinds 27 september 1998 burgemeester van Leuven. Verzette zich vruchteloos tegen de plaatsing van de middelange-afstand kruisrakketten en de TGV. In april 1998 werd Tobback in dramatische omstandigheden voor de laatste keer minister van Binnenlandse Zaken, wanneer na de ontsnapping van Marc Dutroux zijn opvolger en voorganger Johan Vande Lanotte ontslag nam. Korte tijd later, in september 1998, kwam de afgewezen Nigeriaanse asielzoekster Semira Adamu bij haar gedwongen uitwijzing om het leven. Het kwam tot hevige protesten. Tobback verdedigde het uitwijzingsbeleid, maar erkende zijn politieke verantwoordelijkheid en nam ontslag.
(lees Nero 136: Singbonga)

Herman Van Rompuy
Vanaf het midden van de jaren tachtig behoorde hij tot de top van zijn partij en was van 1980 tot 1988 directeur van de studiedienst van de partij Cepess. Hij onderhandelde mee bij de regeringsvormingen van Wilfried Martens (III t/m VIII, van 198 tot 1988) en Jean-Luc Dehaene I en II. Van 1988 tot 1993 was hij voorzitter van de CVP. In september 1993 volgde Van Rompuy Mieke Offeciers op als minister van Begroting en ook vicepremier en minister van Begroting in de regering Dehaene I en II (tot in 1999). Als begrotingsminister wist Van Rompuy het Belgische begrotingstekort op zes jaar tijd sterk terug te dringen. In 2007 poogde hij de moeizame regeringsonderhandelingen uit het slop te halen.
(lees Nero 137: De Roos van Sakhti + 140: De Blauwe Woestijn)

Johan Vande Lanotte
Minister van Buitenlandse Zaken in 1994. Tot 2007 voorzitter van de sp.a.
(lees Nero 139: Operatie Ratsjenko + 142: De Staf van Bompa)

Louis Michel
Van 1982 tot 1990 en van 1995 tot 1999 voorzitter van de Franstalige liberale partij, de Parti Réformateur Libéral (PRL) die in 2002 opging in de MR. Van 1999 tot juli 2004 was hij minister van Buitenlandse Zaken, bevoegd voor institutionele hervormingen en vicepremier in de regering Guy Verhofstadt. Vanaf 2005 is hij Europees Commissaris voor Ontwikkeling en Internationale Hulp.
(lees Nero 153: De Orde van de Lange Tenen)

Adolf Hitler
Belandde in 1923 na een mislukte putsch in de gevangenis waar hij Mein Kampf schreef. Kort na zijn vrijlating werd hij in 1933 rijkskanselier en in 1934 Führer (president) van het Derde Rijk. Na de herbewapening, de hermilitarisering van het Rijnland en vooral de Anschluss met Oostenrijk, werd steeds duidelijker dat hij grootse militaire plannen koesterde, te beginnen met de invasie van Polen. In de Tweede Wereldoorlog veroverde hij een groot gedeelte van Europa en zorgde ervoor dat Joden, homo's, zigeuners en andere door hem als minderwaardig geachte mensen werden uitgeroeid in concentratiekampen. Pleegde in april 1945 zelfmoord in de bunker van de rijkskanselarij in Berlijn.
(lees Nero Klassiek 8: De Man met het Gouden Hoofd + 33: Het Knalgele Koffertje + Nero 89: De Terugkeer van Geeraard de Duivel + 138: De Held der Helden)

Jozef Stalin
Werd in 1922 secretaris-generaal van het Centraal Comité van de communistische partij. Zet na de dood van Lenin in 1924 Trotski aan de kant. In 1936 gaf hij de Sovjetunie een nieuwe grondwet. Leidde het land door de Tweede Wereldoorlog. In 1946 werd hij minister-president. Tot aan zijn dood in 1953 bleef hij de Opperste Leider van de Sovjet, het Russische parlement.
(lees Nero Klassiek 12: De Bronnen van Sing Song Li + 13: Het Vredesoffensief van Nero + Nero 89: De Terugkeer van Geeraard de Duivel)

Harry Truman
President van de Verenigde Staten van 1945 tot 1952. Zijn naam is verbonden met de Truman-doctrine, een presidentiële verklaring uit 1947 waarbij hij stelde dat de levensbelangen van Amerika onverbrekelijk verbonden zijn met die van Europa. Besliste het gebruik van de atoombom op Nagasaki en Hiroshima.
(lees Nero Klassiek 13:
Het Vredesoffensief van Nero)

Nikita Chroestsjov
Werd in 1953, na Stalins dood, eerste partijsecretaris. In 1958 werd hij partijchef en premier. In 1956 startte hij met de 'destalinisatie'. In 1960 bracht hij in volle Koude Oorlog een historisch bezoek aan de Verenigde Staten, mede bedoeld om de spanning tussen de Verenigde Staten en de USSR binnen de perken te houden. Hij was een charmante man, maar hij stond ook bekend als een onbehouwen lompe boer die snel boos werd. Op 13 oktober 1960 schoot de Sovjetleider letterlijk uit zijn slof. Hij was aanwezig tijdens een vergadering over dekolonisatie bij de Verenigde Naties in New York. Een Filippijnse diplomaat gebruikte zijn toespraak om de Sovjet Unie te verwijten Oost-Europa op een imperialistische manier te overheersen. Chroestsjov ontplofte. Volgens getuigen balde de communistenleider eerst zijn vuisten en vloekte hij binnensmonds. Toen dat geen effect leek te hebben en de spreker gewoon doorging met zijn verhaal, trok hij zijn rechterschoen uit en sloeg er hard mee op zijn tafel net zo lang tot de diplomaat verbouwereerd zijn mond hield.
(lees Nero Klassiek 25: De Wortelschieters + 31. De Pax-Apostel)

Nikolai Boelganin
Van 1931 tot 1937 burgemeester van Moskou. Russisch Minister van Oorlog tussen 1953 en 1955. In 1958 werd hij premier. In 1960 verliet hij de politiek.
(lees Nero Klassiek 25: De Wortelschieters)

Fidel Castro
Maakte zich door een revolutie, die gesteund werd door de Russen, meester van het eiland Cuba. In 1959 werd hij eerste minister. In 1960 was er in Cuba een incident waarbij België betrokken was. In de havenstad, tevens hoofdstad Havana ontplofte een Frans schip dat Belgische wapens aan boord had. Later op het jaar nationaliseerde Cuba alle Amerikaanse ondernemingen op het eiland. De Cuba-crisis hing in de lucht toen de Amerikanen vaststelden dat er Russische raketbasissen werden geïnstalleerd. Onder het Amerikaanse presidentsschap van John F. Kennedy volgde een mislukte Amerikaanse invasie van de Varkensbaai. Dagenlang dreigde een Derde Wereldoorlog. Tot vandaag is Castro de leider van het land. Is ook gekend door zijn urenlange speeches.
(lees Nero Klassiek 37: Het Wonderwolkje)

Djamal Abd al-Nasser
Werd in 1954 eerste minister van Egypte. Twee jaar later werd hij president. In 1956 zorgde hij voor de voltooiing van het Suez-kanaal. Zowel in 1956 (Suez-crisis) als in juni 1967 (de Zesdaagse Oorlog met Israël) leed hij een militaire nederlaag die desondanks vertaald werd in een politieke overwinning. Bleef tot aan zijn dood in 1970 de sterke man van Egypte.
(lees Nero Klassiek 47: De Brief aan Nasser + Nero 7: De Lolifanten)

Charles De Gaulle
Generaal De Gaulle kreeg bekendheid toen hij in 1940 leider werd van La France Libre, de in Londen in ballingschap verkerende Franse regering. In 1944, na de Bevrijding, werd hij de leider van de voorlopige regering. Toen de linkse oppositie hem te veel in de weg liep, trad hij af in 1946.Vanaf 1947 kreeg hij als leider van het Rassemblement du Peulpe Français ene enorme invloed. In 1959 werd hij de eerste president van de Vijfde Republiek. Hij ondersteunde de idee van de Force de Frappe waardoor Frankrijk een atoommogendheid werd. Met de studentenrevoltes van mei '68 kreeg hij het zwaar te verduren. Al behaalden de gaullisten bij de vervroegde parlementsverkiezingen in juni 1968 een overweldigende overwinning, toch trad hij als president af in 1969. Is ook bekend van de uitspraak: "Weet u, eigenlijk is mijn enige rivaal op het internationaal toneel Kuifje. Wij zijn allebei kleintjes die zich niet laten beduvelen door de groten. In mijn geval wordt dat echter niet zo opgemerkt, vanwege mijn lengte."
(lees Nero Klassiek 7: De Juwelen van Gaga Pan + Nero 14: Nero tegen de F.F.F.)

Richard Nixon
Stond bekend als een heftig anticommunist. In 1950 werd hij senator van de staat Californië. Van 1953 tot 1960 was hij vicepresident onder Dwight Eisenhower. In 1960 werd hij als presidentskandidaat van de republikeinse Partij nipt verslagen door de democraat John F. Kennedy. In 1968 werd hij de 37ste president van de verenigde Staten. In 1972 werd hij verkozen, maar twee jaar later trad hij af na de bekendmaking van het Watergate-schandaal. Tijdens de verkiezingscampagne had Nixon de opdracht gegeven om in te breken in het hoofdkwartier van de democraten om de hand te kunnen leggen op eventuele bezwarende informatie.
(lees Nero 28: Iwan de Verschrikkelijke)

Mao Tse-Toeng / Mao Zedung
Schrijver van het Rode Boekje dat alle richtlijnen van de Chinese leider Mao bevatte. Hij klom eerst op binnen de communistische partij en werd na een burgeroorlog de leider van China. In 1931 werd Mao benoemd tot het hoofd van een nieuw opgerichte communistische staat in het middenoosten van China. In 1934 werden de communisten daar door de nationalistische legers van Tsjing Kai-sjek verdreven. Na een barre tocht van 10.000 kilometer, de roemruchte Lange Mars, weten de communisten naar het noorden te ontsnappen. Nadat Japan in 1945 verslagen is, brak er in China een burgeroorlog uit tussen de communisten en nationalisten. De communisten wisten de strijd te winnen en in 1949 riep Mao de Volksrepubliek China uit. Door middel van Vijfjarenplannen en gedwongen collectivisatie moest China snel een moderne industriële staat worden, maar het werd een grote mislukking. Tijdesn de Grote Sprong Voorwaarts (1958-1961) kwamen vele miljoenen Chinezen om van de honger door Mao's rampzalige landbouwpolitiek. Hij verliest daarom begin jaren zestig sterk aan invloed, maar wist zijn leidende positie terug te winnen. Organiseerde de Grote Culturele Proletarische Revolutie van 1966 tot 1968. Aanhangers van Mao begonnen een landelijke terreurcampagne die hem weer in het centrum van de macht brengt. In de jaren voor zijn dood in september 1976 was Mao weer de onbetwiste leider van de Chinese Volksrepubliek.
(lees Nero 28: Iwan de Verschrikkelijke + 38: De Man zonder Gezicht + 161: Het Plein van de Hemelse Vrede)

Hiro-Hito / Hirohito
Werd in 1926 keizer van Japan. Als afstammeling van de Zonnegodin Amaterasoe genoot hij tot het einde van de Tweede Wereldoorlog een bijzondere verering. Op 1 januari 1946 ontketende hij een historische radio-uitzending zijn goddelijke afstamming. Zijn macht werd sindsdien grondwettelijk beperkt. Was niettemin een van de langst regerende vorsten van de twintigste eeuw. Na zijn dood in 1989 werd hij opgevolgd door kroonprins Akihito, die in november 1990 de Chrusantentroon besteeg en de nieuwe keizer van Japan werd.
(lees Nero 28: Iwan de Verschrikkelijke + 62: De Planeet Egmont + 105: De Kleine Pieterman)

Mobutu Sese Seko
Werd in juli kolonel-stafchef van het Congolese leger. Aanvankelijk steund ehij president Kasavubu, maar op kerstdag 1965 zette hij Kasavubu af en verklaarde zichzelf tot staatshoofd voor een termijn van vijf jaar. In maart 1966 trok hij de wetgevende macht naar zich toe en in oktober van hetzelfde jaar werd hij premier. In 1967 werd hij ook leider van de regeringspartij, de Mouvement Populaire de la Révolution (MPR). Hij behield het leiderschap tot mei 1997.
(lees Nero 37: Zwoele Charlotte +
62: De Planeet Egmon + 109: Beo Is Back + 111: De Adhemar Bonbons)

Idi Amin Dada
Zette in januari 1971 preisdent Obote aan de dijk. Kort na deze staatsgreep werd hij president van Oeganda en liet de centen rollen om te baden in alle mogelijke pracht en praal. Hij genoot een wrede reputatie. Zo zou hij tegenstanders voor de krokodillen werpen. In april 1979 werd hij door Tanzaniaanse troepen uit Kampala verdreven.
(lees Nero 46: De Wensring +
62: De Planeet Egmont + 63: De Zweefbonbons + 65: Daris Doet het)

Valéry Giscard d'Estaing
Was onder president van Georges Pompidou minister van Financiën in de periodes 1962-1966 en 1969-1974. In 1974 werd hij tot president van Frankrijk verkozen. In 1981 leed hij een verkiezingsnederlaag tegen opponent François Mitterand.
(lees Nero 49: De Vleugeltjes van Xopotl + 62: De Planeet Egmont)

Menahim Begin
Was jarenlang de leider van de Israelische, rechtse Likoed-partij. In 1967 werd hij minister zonder portefeuille en in 1977 werd hij premier van Israël. Samen met Anwar-el-Sadat streefde hij naar vrede in het Midden-Oosten. In 1978 kreeg hij samen met Sadat de Nobelprijs voor de Vrede. Begin 1979 werd de vrede tussen Israël en Egypte een feit.
(lees Nero 62: De Planeet Egmont)

Anwar al-Sadat
Werd in 1969 vicepresident van Egypte. In 1970 werd hij president. Hij streefde naar een open politiek en een economisch liberalisme. Samen met Menahim Begin lag hij aan de basis van het vredesproces in het Midden-Oosten waarvoor ze samen in 1978 de Nobelprijs kregen voor de Vrede. In 1981 kwam hij bij een aanslag om het leven.
(lees Nero 62: De Planeet Egmont)

Ayatollah Khomeini (Sayid Ruhullah Musawi Khomeini)
Was aanvankelijk een sjiitische revolutionaire leider. In 1961 werd Khomeini Ayatollah, de hoogste geestelijke waardigheid binnen het sjiisme. In 1979 zag hij zijn kans om de sjah opzij te zetten waarna Iran werd uitgeroepen tot een Islamitische republiek. Hij kreeg de onaantastbare positie van geestelijk leider. Hij werd daarnaast beschouwd als de geestelijke vader van de jihad of de heilige oorlog. Hij raakte vooral bekend door een fatwa (een doodvonnis) uit te spreken over de schrijver Salman Rushdie omwille van diens boek De Duivelsverzen. Zwaaide tot zijn dood in 1989 de geestelijke en ook wel politieke plak in Iran.
(lees Nero 67: De V-Machine +
70: Papa Papoea + 88: De Terugkeer van Geeraard de Duivel + 107: De Verloren Zee)

Yasser Arafat
Werd geboren in Caïro, Egypte, maar beweerde een Palestijns kindslachtoffer te zijn van de Israëlische terreur. Richtte in 1958-1959 samen met vrienden de Al-Fatah op, een organisatie die zich concentreert op oorlog met Israël. In 1964 werd het opgenomen in de overkoepelende PLO, opgericht door de Arabische staten. In januari 1996 werd hij de gekozen leider van de Palestijnse Autoriteit. Voerde in 1970 een burgeroorlog met het Bedoeïenenleger van koning Hoessein van Jordanië. De PLO werd verslagen en vluchtte naar Libanon. Hielp de terreurbeweging Zwarte September oprichten (verantwoordelijk voor de elf Israëlische doden op de Olympische Spelen in München). Kreeg in 1994 de Nobelprijs voor de Vrede, samen met Peres en Rabin, voor het tekenen van de Oslo-vredesakkoorden. Steunde Saddam Hoessein in zijn agressie tegen Koeweit en verspeelde daarmee veel krediet, niet alleen in het westen maar ook in andere Arabische landen. In 1996 werd hij president van de PNA, een persoonlijke veiligheidsorganisatie dat aanvankelijk uit enkele duizenden medewerkers bestond, in 2004 zijn dat al 45.000 politiemensen in dienst. Maar het lukte hem niet om het geweld in Palestina te onderdrukken. In de laatste jaren doken talloze verhalen de kop op over persoonlijke verrijking, geldverduistering en corruptie. Op 11 november 2004 overleed hij na een kort ziekbed in een ziekenhuis in Parijs.
(lees Nero 88: De Terugkeer van Geeraard de Duivel + 107: De Verloren Zee + 111: De Adhemarbonbons + 155: De Erfenis van Millaflotta + 158: Kroonprins Petoetje + 163: Zilveren Tranen)

Jomo Kenyatta
Werd in 1947 voorzitter van de Kenya African Union. In 1962 werd hij aangehouden in verband met de Mau-Mau-opstand. In 1960 werd hij tot president verkozen van de Kenya African national Union (KANU), de partij die in 1964 de machtigste van Kenia werd. Hij werd in 1964 president van de republiek Kenia en beleed een Afrikaans democratisch socialisme.
(lees Nero 102: De Bende van Lamu)

Hashemi Rafsanjani
Koos als sjiiet de zijde van Khomeini. In 1979 werd hij chef-luitenant en in 1980 werd hij premier van Iran. Na het overlijden van Khomeini in 1989 werd hij president van het land.
(lees Nero 111: De Adhemar Bonbons)

Helmut Kohl
Duits conservatief politicus. Was in de periode 1982-1990 eerste minister van Duitsland. Na het vallen van de Berlijnse muur werd hij leider van het verenigde Duitsland.
(lees Nero 113: De Man van Europa)

François Mitterand
Was van 1981 tot 1995 president van Frankrijk. Drukte ooit een potentiële mediaheisa rond een onechtelijk kind de kop in door te antwoorden "Et alors?" "En dan?"
(lees Nero 113: De Man van Europa)

Margaret Thatcher
Bijgenaamd "The Iron Lady". Leidde van 1975 tot 1990 de conservatieve partij. Ze voerde haar partij naar de overwinning en werd in 1979 de eerste vrouwelijke premier van Groot-Britannië. Ze was eerste minister van 1979 tot 1990. Loodste de natie in de crisisjaren van de jaren tachtig door de recessie door onpopulaire bezuinigingsmaatregelen, onder meer door het sluiten van de mijnen. Moest ook Argentinië het hoofd bieden in verband met de onooglijke eilandengroep de Falklands, die de inzet waren van een heuse oorlog. Op 2 april 1982 bezette Argentinië de Falkland-eilanden en doopte ze om in Las Malvinas. Thatcher stuurde Britse troepen die de Falklands heroverden. Op 14 juni 1982 gaven de Argentijnen zich over en was de Falklandoorlog voorbij.
(lees Nero 113: De Man van Europa)

Giulio Andreotti
Jarenlang leider van de Italiaanse christendemocraten. Tussen 1972-1973 en 1976-1979 was hij eerste minister. Tussen 1989 en 1992 was hij opnieuw premier.
(lees Nero 113: De Man van Europa)

Felipe Gonzalez
Werd in 1982 socialistisch eerste minister van Spanje. Begin 1996 leed hij een nipte verkiezingsnederlaag tegen de conservatieve Partido Popular van José-Maria Aznar. In juni 1997 werd hij niet herverkozen.
(lees Nero 113: De Man van Europa)

Ruud Lubbers
Eerste minister van Nederland in de periode 1982-1994. Leidde als premier van chistelijke signatuur (CDA) drie opeenvolgende kabinetten en werd daarmee niet alleen de jongste maar ook de langstzittende minister-president in de (naoorlogse) Nederlandse geschiedenis. Eind 2000 werd Lubbers door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, gevraagd Sadako Ogata op te volgen als Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR). In mei 2004 kwam Lubbers in opspraak door een klacht van VN-medewerkster Cynthia Brzak over een ongewenste intimiteit. Na heel wat verwikkelingen in internationale media besloot hij op 20 februari 2005 af te treden.
(lees Nero 113: De Man van Europa)

Saddam Hoessein
In 1979 kondigde Irakees president Ahmad Hassan al-Bakr zijn aftreden aan waarna Hoessein zich als lid van de Ba'ath Partij zowel het voorzitterschap van de partij als het presidentschap wist toe te eigenen. Hij verkreeg de absolute macht in Irak en benoemde leden van zijn Al-Tikriticlan op bijna alle belangrijke posten in zijn regering. Hij overleefde tal van couppogingen en aanslagen op zijn leven. Om zijn macht te doen gelden, liet hij vele opponenten ombrengen, waaronder leden van zijn eigen familie. Onder zijn dictatoriale regime gebruikte hij de oliereserves om van zijn land een belangrijke regionale militaire macht te maken. Tijdens dit regime werden de Koerden, die vooral in het noorden van het land wonen, zwaar onderdrukt. In totaal werden naar schatting 200.000 Koerden vermoord door middel van chemische en conventionele wapens en dodenmarsen waarbij mensen werden uitgebuit en verhongerd. Onder zijn bewind was hij medeverantwoordelijk voor de oorlog tegen Iran (1980-1988) en de twee Golfoorlogen waarbij het land werd aangevallen door de VS en bondgenoten (een eerste keer in 1990-1991, na de inval in Koeweit, en 2002-2003, na foutieve informatie die stipuleerde dat Irak over massavernietigingswapens beschikte). Na zijn nederlaag verdween hij tot hij op 13 december 2003 gevonden werd in een onderaardse ruimte bij een boerderij in het dorp Adwar nabij zijn geboortestad Tikrit. Na een proces werd hij uiteindelijk tot de dood veroordeeld en werd op 30 december 2006 opgehangen.
(lees Nero 115: De Bibberbalon +
118: De Gouden Hemelkijker)

Dick Cheney
Sinds 2001 de 46ste vicepresident van de Verenigde Staten onder Georges W. Bush. De meest invloedrijke en machtigste vicepresident die het land ooit heeft gezien. Medearchitect van de War on Terror in Afghanistan en Irak waarbij hij de Bush-administratie kon overtuigen uitzonderingen te maken op de conventie van Genève. De beslissende stem als het gaat om belastingen- en uitgavepolitiek.
(lees Nero 119: De Gladde Figaro)

Bill Clinton
Werd in 1992 verkozen als democratisch president van de Verenigde Staten. In 1996 werd hij verkozen voor een tweede en bijgevolg laatste ambstermijn van vier jaar. Kon ternauwernood de volledige rit uitzitten ondanks herhaaldelijke Impeachment-pogingen (afzettingspogingen) van de republikeinen nadat hij onwelvoeglijke dingen deed met een sigaar en een stagiaire op het Witte Huis, genaamd Monica Lewinsky.
(lees Nero 138: De Held der Helden + 147: De Dolle Steek)

Boris Jeltsin
Van 1961 tot 1990 lid van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Eind 1985 werd hij door Michael Gorbatsjov benoemd tot partijchef van Moskou waar hij zich onder meer inzette voor de bestrijding van corruptie. Toen Jeltsin korte tijd later vond dat de perestrojka van Gorbatsjov te langzaam ging (Gorbatsjov liet regelmatig hervormingen terugdraaien als hij zag dat dit te veel protest opleverde), bekoelde de relatie tussen hen. Nadat hij een grote lading kritiek had geleverd op de partijleiders voorafgaand aan een plenaire zitting van het Centraal Commitè van de CPSU, werd hij uit zijn post als eerste-secretaris gezet en uit het Politburo gegooid. In maart 1989 werd hij echter verkozen tot lid van het Congres van Volksafgevaardigden en kreeg hij zitting in de Opperste Sovjet (hoogste orgaan van de Sovjet-Unie). In mei 1990 werd Jeltsin gekozen tot voorzitter van de Opperste Sovjet van de RSFSR, waarna deze zich in juni soeverein verklaarde als de Russische Republiek binnen de Sovjet-Unie. In juli 1990 verliet hij de Communistische Partij om zich partijloos kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen. Op 12 juni 1991 won hij daarop de verkiezingen met 57 procent van de stemmen en werd zo de eerste Russische president. Hij stond in Rusland vooral bekend als "de sloper van de Sovjetunie". In 1996 werd hij herverkozen, maar op 31 december 1999 trad hij onverwachts af. Op 23 april 2007 stierf Boris Jeltsin na een plotse hartstilstand.
(lees Nero 149: De Vijfurenboom)