Nonkel
Isidoor
De op 87-jarige leeftijd overleden oom van detective Van
Zwam, muzikant en mensenschuwe zonderling. Door Matsuoka
terug tot leven gemaakt middels het B-Gevaar en sindsdien
teruggetrokken onder de grote markt van St-Niklaas waar
hij naar hartelust kan "trompetteren" of Van
Zwam doof blazen.
Verdubbelt zichzelf door zijn vest op de stoel van het
B-Gevaar te leggen. Beiden beëindigen het verhaal
als twee schone jongelingen — "Gij lijkt op
Clark Gable! En gij op Greta Garbo!" — want
waarom zouden ze heel hun leven als twee scheve lavabo's
rondlopen?
(lees Nero Klassiek 2: Het B-Gevaar) |
|
Diogenes
Oude man met snor en sik, blootvoets, gekleed in tabbaard
en voorzien van een scheepslantaarn. Is op zoek naar een
mens, meerbepaald een mens die hem geld kan lenen. Wordt
door Van Zwam aangetroffen in een oorlogsbunker aan de
Belgische kust en doorkruist sindsdien voortdurend de
wegen van Van Zwam, Nero en Jef Pedal. Is vergezeld van
het hondje Tito en woont in een ton vanwaaruit hij Van
Zwam toeroept uit zijn zon te gaan, precies zoals de Griek
Diogenes van Sinope meer dan 2000 jaar eerder beval tot
Alexander de Grote.
(lees Nero Klassiek 3: Het Zeespook) |
|
Ratsjenko
Griezelige gestoorde geleerde die mensen de stuipen op
het lijft jaagt vanuit het rattenkasteel. Is verzot op
schedelboringen, het wegnemen van hersenpannen of het
afzagen van benen. Om zijn doel te verwenzenlijken, menselijke
hersenen over te planten in een getemde rat, infiltreert
hij zich als docent geneeskunde in de Leuvense universiteit.
Na gevat te zijn in een loden kist met helium onder een
temperatuur van -273°, wordt hij uiteindelijk opgesloten
in een gesticht voor zwakzinnigen te Lovenjoel.
(lees Nero Klassiek 4: Het Rattenkasteel) |
|
Oscar
Bikini
Gediplomeerd koppensneller uit Waikiki Beach in de Stille
Zuidzee. Uitgedost als een inboorling maar dan met hoge
hoed, sigaar, stijve col, stropdas en manchetten aan zowel
handen als voeten. Zijn wapen: een groot mes. Zijn motto:
snel en geruisloos. Is niet alleen prijzig, maar ook omkoopbaar.
Wanneer hij zich tot zijn opdrachtgever keert, komt hij
om het leven door een sprong uit het raam van een bovenverdieping.
(lees Nero Klassiek 8:
De Man met het Gouden Hoofd) |
|
Prosper
Cholvee
Een soort Robinson Crusoë inclusief de lange baard
en de paraplu. Vraagt entreegeld — zeven cens en
half — aan iedereen die het niet echt onbewoond
eiland Moea Papoea betreedt. Rrrrolt met de rrr en is
van zeer adelijk geslacht. Is buikspreker en heeft als
metgezel een papegaai die voortdurend "hei flaawe"
roept. Wordt door de menseneters op het eiland geduld
en genegligeerd omwille van zijn oude knoken. Blijkt tevens
de vader van professor dokter Schweinenburg.
(lees Nero Klassiek 10: Moea-Papoea) |
|
Johannes
Plons
Zuid-Afrikaans handelsreiziger in Plons-pillen. Of het
nu slapelooshei beteft, last van een suurmaag
of een eggenoot die weg is, voor alles helpen
de Plons pillen. "Plonspillen kan u liggaam opbou
van ’n swakkeling tot ’n stoere krag atleet!
Moe nie wag nie!" — waarop Madam Pheip
hem een oplawaai verkoopt waardoor de man zich op zijn
eigen medicijnen beroept — "Teen blauoo
en hartaderbreuk de pillen Plons!!"
(lees Nero Klassiek 12:
De Bronnen van Sing-Song-Li ) |
|
Vigor
Hasmanitjeff
Wirussische prins, afstammeling van Iwan de Verschrikkelijke
die reeds 47 jaar in de cel zit. De tsaar draaide hem
erachter omdat hij niet met zijn dochter wou trouwen.
Na de revolutie blijft hij opgesloten omwille van zijn
ouderwetse gedachten en omdat sommigen beweerden dat hij
gek geworden was. Gelooft dat er een pruimelaar op zijn
hoofd groeit omdat hij zeven jaar geleden een pruimpit
in zijn haar heeft geplant. Verraadt ten slotte Nero en
Madam Pheip voor 2000 roebel en 15 dagen op de Krim.
(lees Nero Klassiek 13:
Het Vredesoffensief van Nero) |
|
Dr.
Prof Vladimir Romarofski Rostramoskja Rosenbaum
Uitvinder die zich naar aanleiding van Nero's aanbod van
1 miljoen aanmeldt met een vliegtuig als tijdmachine.
Is gerechtelijk gezocht als krankzinnig geworden geleerde
van Russische afkomst, geesteszwak en zeer gevaarlijk.
Wordt opgesloten in een en gekkenhuis maar naar aanleiding
van zijn succesvolle uitvinding terug vrijgelaten. Laat
een politieagent een glas inkt drinken om de alteratie
weg te spoelen. "Kleurt het gehemelte en de ingewanden
zwart, een van mijn vele uitvindingen".
(lees Nero Klassiek 18: De Rode Keizer) |
|
Oscar
Abraham Tuizentfloot
Of later ook Abraham Oscar Tuizentfloot. De bekendste
knotsgekke kolderfiguur van Sleen die meer dan eens in
een instelling (Geel) wordt opgenomen. Gediplomeerd kaper,
ex-zeevaarder, kaper der acht wereldzeeën en ontdekker
van Trinidad, Port Salut en Port Dada om er enkele op
te noemen. Overwon ondermeer de Engelsen bij Trafalgar,
de Fransen bij Aboekir en de Spaanse Vloot bij Santa Cruz
en won de slag bij Zwijnaarde. Beschikt over een scheldwoordenarsenaal
dat niet moet onderdoen voor dat van Kapitein Haddock.
Trekt prikkend met zijn sabel of gewapend met een klein
kanon ten aha aanval tegen de aha vijand. Een van zijn
uitspraken: "Krankzinnigheid is beter dan verveling".
(lees Nero Klassiek 28: De Granaatslikker) |
|
Agent
7923
Geheimagent voorzien van koptelefoon en draagbare zender.
Staat constant in verbinding met een vermeend hoofdkwartier.
(lees Nero Klassiek 33: Het Knalgele Koffertje) |
|
Linus
Baddevinus
Dik ingeduffeld personage met het gezicht verborgen achter
een wollen sjaal. Een der grootste denkers van de twintigste
eeuw. Hij denkt
's morgens en 's avonds en wordt soms 's nachts wakker.
Waarom? Om te denken! Spreekt geen woord tot wanneer blijkt
dat hij tevens een gewiekst booswicht is.
(lees Nero Klassiek 33: Het Knalgele Koffertje) |
|
Amedeus
Moderato
Wereldberoemde tv-ster, veelzijdig muzikant, speelt eerste
viool van het Philharmonisch orkest van Istamboel. Heeft
een snor in de vorm van muzieknoten. "Danspeeliknuvooru
de sonate in D kleine scherts."
(lees Nero Klassiek 33: Het Knalgele Koffertje) |
|
Gerard
Met de G van Gomulka. Imposant grotesk figuur die omwille
van diens geld koste wat het kost Nero's vriend wil worden.
Gerard is een krachtpatser, maar wel verschrikkelijk bijziend.
Wordt door Nero aangenomen als buitensmijter. Valt voor
de liefde van Wawa, de tante van Petoetje, met wie hij
in het huwelijk treedt, en ontpopt zich als een heuse
afwasheld.
(lees Nero Klassiek 34: De Daverende Pitteleer) |
|
Moto-Moto
Tovenaar van een stam menseneters op een van de vele eilandjes
in de Stille Zuidzee. Kan het doen regenen, de lucht doen
instorten — "Stort dan lucht!" —
en zijn postchecknummer is 21.08.26. Krijgt concurrentie
bij zijn stamgenoten van Nero en zijn pitteleer. Moto-Moto
blijkt ook nog in Oxford gestudeerd te hebben —
weliswaar zonder welslagen — samen met Meneer Pheip.
De een is burgemeester geworden, de ander tovenaar. "Veel
verschil is er niet" concludeert Madam Pheip.
(lees Nero Klassiek 34: De Daverende Pitteleer) |
|
Jean-Pierre
Lowie Van Halfzeven
Vormer van acteurs. Begeleidde onder meer Paula Seemer,
Thuur De Sweemer, Dora Van Der Groen en Jef Van Eynde.
Doortrapt komediant, grootmeester in vermomming, sterdanser
uit Zagreb. Kan zijn haardos en snor verwisselen van plaats.
Bestuurt een mechanische plastieken reuzedraak. Na een
linkse mokerslag van Nero meent hij Hannibal te zijn en
trekt hij naar de Alpen
(lees Nero Klassiek 35: De Draak van Halfzeven) |
|
Tjeef
met de Kleppe
Onderdeurtje met veel te grote grote pet en twee emmers
zand die te pas en vooral te onpas opduikt met de woorden
"Moet er geen zand zijn? Jawaade!". Krijgt zijn
comeback in het Gentse stedenverhaal De Bom van Boema.
(lees Nero Klassiek 35: De Draak van Halfzeven) |
|
Markus
Liberius
Grootste vorser van de voorbije eeuw en tevens knap orgelspeler.
Heeft muzieknoten als vlinderdas. Experimenteert in een
ondergronds laboratorium op een vuurtoreneilandje en beschikt
over een duikboot. Heeft nog samen met Tuizentfloot in
een instelling gezeten (kamers 17 en 18). Wil met een
miniwaterstofbom de wereldbol in twee splijten: een westelijk
en een oostelijk blok die apart rond de zon draaien. De
muzikanten, de optimisten, de dichters, de humoristen,
de goedgehumeurden en de lollekesheren op de
westelijke helft, de kniezers, de nijdigen, de afgunstigaards,
de kwaadsprekers, de jaloersigaards en de talentellers
op de oostelijke helft.
(lees Nero Klassiek 39: De Nerovingers) |
|
Irma
en Aloïs
De een uitgedost in vrouwenkleren met een over de ogen
getrokken muts, de ander verkleed als een overjarige baby
in een kinderwagen. Overvallers die zich voordoen als
vertegenwoordigers van het A.O.S., de Association Ornithorlogique
Suisse, en leuren met Zwitserse horloges. Met zijn 'kanon'
knalt Aloïs een enorm gat in Nero's buik. Het duo
wordt herkend als Gele Juul en Aloïs 't Konijn en
opgesloten in de Griekse gevangenis.
(lees Nero Klassiek 42: Het Lodderhoofd) |
|
De
Kille Man Djaro
Heerser en eigenaar van Afrika's hoogste berg. Is nog
maar 136 jaar en strijdt tot zijn laatste levensadem om
te beletten dat de Kilimanjaro wordt gesloopt omwile van
een gouden tempel in de kraterwand, en dat het laatste
natuurreservaat wordt bezoedeld en vertrapt door onnozelaars
die het goud boven de natuurpracht stellen. Wordt bijgestaan
door Kombo de leeuw en Theo en Djambo, twee lievelingsolifanten.
Verjaagt indringers met briefjes aan pijlen, reuzenvoetafdrukken
of door ze met een eenvoudig handgebaar in slaap te brengen.
Terwijl het verhaal De Kille Man Djaro in 1962
in de krant loopt, vertoeft Marc Sleen eveneens in Kenia
bij de Kilimanjaro.
(lees Nero Klassiek 45: De Kille Man Djaro) |
|
Nestor
de Juweleneter
Huisknecht van Nero met een lange baard die over de grond
sleept. Zijn kwaliteiten: Nestor kan stoppen, naaien,
citroenen uitpersen, beddengoed strijken, duiven melken,
vroeg opstaan, hout hakken, moppen tappen, spreuken citeren
en de deur openen. Kleine bijkomstigheid: Nestor lijdt
aan peristaltieke pycoruscentis diamanticus met een overdreven
afscheiding van pepsine, wat vrij vertaald betekent: de
drang om juwelen te eten. Zo loopt hij met de Wittelsbach,
een steen die 35 miljoen waard is in zijn buik. Na een
ingreep van Adhemar — hij heeft de maagwand binnenstebuiten
gekeerd — is de steen opnieuw terecht en is Nestor
van zijn vervelende kwaal verlost.
(lees Nero Klassiek 48: De Juweleneter) |
|
Amedee
Spekschieter
Beroep: lijfwacht, en dat wil hij ook graag worden van
Nero. Voorzien van alpinopet, stalen borstplaat en revolver
waarmee hij schiet met spek. Was eerder reeds lijfwacht
van Eisenhower, De Gaulle, Olaf van Zweden en Boulganin.
Wanneer Spekschieter bedolven raakt onder een lawine rotsblokken,
blijkt hij ongedeerd. Zijn geheim? Zijn muts is opgevuld
met ijzerwol, ganzeveren en zagemeel. Maar ook zonder
muts blijkt hij bestand dankzij zijn keikop, wat zelfs
toelaat om hem als stormram te gebruiken.
Spekschieter houdt er nogal beeldrijke uitdrukkingen op
na: "Er zitten advocaten in de bomen", "Er
staan nijlpaarden op de schouw" en "Er zitten
buffels in de spinazie".
(lees Nero Klassiek 50: De Spekschieter) |
|
Cesar
Vangsteel
Nederlandse schattenjager uitgedost met bolhoedje, brilletje,
vlinderdas en ruitjespofbroek. Uitgerust met een pikhouweel
en schatkaarten van ome Theophiel hakt hij er overal op
los waar hij meent een schat te vinden.
Trekt met Nero op zoek naar een berg vol smaragden in
Mexico. Omhelst bij het vinden van het groene vuur van
pure vreugde een cactus. Wordt door huurlingen in de afgrond
gesmeten, maar overleeft bij de gedachte aan ome Theophiel
en Erich Maria Remarque. Blijkt bovendien loyaal en zeer
vrijgevig.
(lees Nero 2: Het Groene Vuur) |
|
Linkadoor-Fuifnummer
Fuifnummer nummer vijf van de Linkadoors, een leger van
gehersenspoelde burgers die worden ingezet om Brussel
te ondermijnen en te laten instorten. Linkadoor-Fuifnummer
ronselt nieuwe linkadoors en loopt rond met carnavalhoedje,
toeter en een knalrode dronkemansneus.
(lees Nero 3: De Linkadoors) |
|
Timoteus
de Vierde
Raadgever des konings, sterrenwichelaar, expert in occulte
wetenschappen, weerprofeet, gediplomeerd horoscooptrekker,
specialist in de fantasmagorie, toekomstvoorspeller en
technisch adviseur. Na iedere vijf personen die Tuizentfloot
laat verdwijnen met een toverstokje gekocht op de luizenmarkt,
verschijnt dit 567 jaar oude personage.
(lees Nero 6: De Paarse Futen) |
|
de
buikspreker
Langharige buikspreker — ooit Europa's grootste
— maar door de opkomst van de televisie aan lager
wal geraakt. Begon de mensheid te haten en vluchtte de
wereld uit. Leeft alleen en verbitterd op een eiland waar
hij reuzekikkers getemd heeft waarmee hij indringers verdrijft.
Wordt stapelgek en gevaarlijk na het innemen van Adhemars
pillen die optimisme, levensblijheid en vreugde scheppen
in verdorde harten.
(lees Nero 6: De Paarse Futen) |
|
Quartertemper
De enige nog in leven zijnde ridder van de vierkante tafel.
Tuizentfloot ontdekt hem in de Tweekerkenstraat en trekt
samen met hem ten strijde tegen het onrecht, het onkruid
en de corruptie. Quartertemper is een onkreukelbare die
nergens voor terug deinst en is al drie keer door een
auto omvergereden. Hij schreef Cleopatra. Zij heeft hem
echter nog steeds niet teruggeschreven. Probeert tevergeefs
aan iedereen zijn levensverhaal te slijten. "Zal
ik u vertellen hoe ik op de Quartertemperdagen door mijn
pleegouders op de stoep gevonden werd?". Bij de wafelenbak
zien we eventjes zijn idioot gezicht, alvorens Nero snel
zijn helm terug op het hoofd zet. "We hebben genoeg
gezien".
(lees Nero 12: De Gouden Kabouter) |
|
Adam
Appelmans
Nederlandse eilandbewoner. Leeft al 75 jaar in de struiken
en is er zelf een geworden. In zijn volle witte baard
groeien appels waar Theo, zijn tamme komodovaraan, verzot
op is.
(lees Nero 15: Toffe Theo) |
|
Koekoeksklokverkoper
/ Engelbewaarder
Deur-aan-deur-verkoper van zangzaad voor koekoeksklokken.
Zijn lijflied: "I laaik a tikkenaaike in the
morning". Halverwege het verhaal blijkt hij
over vleugeltjes te beschikken en wordt hij de beschermengel
van Nero in zijn strijd tegen de duivel, die overigens
niet tegen koekoeksgeluid bestand is.
(lees Nero 19: De Nerotiekers) |
|
Anarchist
Langharige anarchist met een protestbord "Inspraak"
die het vertikt een broek te dragen. "We moeten de
infrastruktuur van de intermenselijke relatie ontsmetten,
desnoods met geweld. Repressieve tolerantie. Inspraak
aan de basis. Agressieve kultuur! Alles moet naar beneden!
De macht, de kleren en de fiskus. We willen geen gezag.
We zijn tegen het geweld! En we zullen ervoor vechten!"
(lees Nero 19: De Nerotiekers) |
|
Dolle
Dina
Zus van Tuizentfloot. Gekleed in mini-jurk, kapershoed
op het hoofd en een sigaar in de mond. Een dolle Mina,
maar dan extreem. Feminisme en vrouwenemancipatie op zijn
scherpst. Vrouwen worden door haar letterlijk gehersenspoeld,
mannen worden met een wapen bevroren.
(lees Nero 20: De Dolle Dina's) |
|
Joe
Thant
Trekgrage tandarts die bij iedereen rotte kiezen vaststelt,
behalve bij Dolle Dina waarop hij verliefd wordt omwille
van haar gebit als een puur gedicht. Valt letterlijk voor
haar rechtse. De liefde is niet wederzijds, maar wanneer
Dina zich door iedereen in de steek gelaten voelt, komt
het alsnog tot een huwelijk. De naam Joe Thant verwijst
naar Oe Thant, secretaris-generaal van de VN van 1962 tot
1971.
(lees Nero 20: De Dolle Dina's) |
|
Mijnheer
O
Bendeleider van de terreurbeweging Zwarte November en gespecialiseerd
in bombrieven. Ontvoert Nero en drogeert hem om een bompakket
aan de premier te bezorgen. Petatje stuurt hij met nitroglycerine
naar het nationaal waterreservoir. Mijnheer O is op zijn
hoofd gevallen. Drie keer: op zijn zesde, twaalfde en drieëntwintigste.
Toen besloot hij zich te wreken. Nadat de bende wordt opgerold,
belandt O in een psychiatrische instelling. O is een karikatuur
van Octaaf Landuyt, kunstenaar en bevriend met Sleen.
(lees Nero 32: Zwarte November) |
|
Joseph
Tikkenei
Een zwerver. Hij is zijn eigen baas, doet waar hij lust
in heeft, niemand kan hem iets bevelen. De wereld is zijn
hoofdkussen, de lucht zijn dak. Hij is zo vrij als een vogel.
Zonder zorgen. "t Leven is een "Tiekenei".
Hij is drager en overbrenger van het lachvirus, maar lacht
zelf nooit. Het genezend antiserum van Adhemar blijkt dan
wel weer een averechts effect te hebben bij Joseph Tikkenei.
(lees Nero 33: Het Lachvirus) |
|
Jean-Pierre
Dwazeghem
Deze avonturier — of het om ontdekkingsreiziger,
safari-jager of koloniaal gaat, blijft in het midden —
wordt door Adhemar bevrijd uit een valkuil en is bezeten
door een diamant van 10 miljoen uit Kivoe. Krijgt volgens
eigen zeggen af en toe een 'scheut' van waanzin, maar
blijkt compleet dolgedraaid
(lees Nero 37: Zwoele Charlotte) |
|
Danny
Van De Pothoek
Striprecensent Danny De Laet in de rol van een spook en
lid van de bende van Spinola die het kasteel van Kobbeghem
bevolkt.
(lees Nero 40: De Sluikslapers) |
|
Juul
De Sluiper / Schele Juul
Uitgedost als een dokter met een plastic handschoen op
het hoofd. Eveneens lid van de bende van Spinola.
(lees Nero 40: De Sluikslapers) |
|
Zwarte
Fons
Heeft een dubbelrol: het mannetje met bolhoed, grote snor
en een bom, maar ook de grenadier met beremuts, speelgoedpaard
en hoorn. Op de aankondigingsstrook staat hij dan ook
twee keer afgebeeld. Laat zich verdwijnen door zichzelf
op te blazen. Dit Spinola-bendelid is ook gekend als Jo
Dynamit, Jack de kraker, "Big nose" Silvio,
Ex-Jan de knipper en Ex-Stefan de pokeraar.
(lees Nero 40: De Sluikslapers) |
|
Sultan
Sir Hassanal Limbang Sukang Melilas van den Bollewinkel
/
Generaal Spinola
Militair in parade-uniform met zwarte zonnebril. Brein
en leider van de bankovervallersbende die zich voordoet
als een stel onschuldige gekken.
(lees Nero 40: De Sluikslapers) |
|
Johannes
de Duiker
Gekleed in een ouderwets zwart-rood gestreept badpak duikt
hij in een emmer water die hij steeds bij de hand heeft.
Blijkt de enige echte gek te zijn van de bewoners van het
kasteel te Kobbeghem.
(lees Nero 40: De Sluikslapers) |
|
Silvio
Nog een lid van de bende van Spinola: een omgekeerde trechter
op het hoofd, een ruiker herfstforellen in de hand (of toch
de graten ervan), gekleed in nachthemd maar zonder broek,
en een wekker op de buik.
(lees Nero 40: De Sluikslapers) |
|
Franz
Joseph Von Oemtata
Natuurkundige en voormalig professor in de elektronica.
Uitvinder van het schokgolfkanon, een wapen bestemd voor
de bestrijding van sprinkhanen, dat een dodelijke straal
3000 km ver kan richten. De aan achtervolgingswaanzin
lijdende Oemtata wordt achternagezeten door vreemde mogendheden
die het wapen voor andere doeleinden willen gebruiken.
Verder is hij zo geleerd dat zijn overbelaste hersenen
soms eens in een knoop geraken. "Joepie! Das
leben ist ein Oemtata!"
(lees Nero 43: De Straal van Oemtata) |
|
Gregorius
Van Watervliet
Ouderling met lange baard waar Clo-Clo op verzot is. Leeft
al honderd jaar in een kasteeltoren middenin de oceaan.
Zijn vrouw heette Colletje van Haringsma tot Sloten, maar
die is 87 jaar geleden in de grote plas gesprongen om
naar haar moeder terug te zwemmen. Heeft als gezelschap
Juul, de blauwe walvis, die hij tegen walvisvaarders beschermt
met een kanon. Pompt de oceaan leeg zodat alle volkeren
van alle werelddelen naar elkaar toe zouden kunnen wandelen.
(lees Nero 51: De Blauwe Walvis) |
|
IJskreemverkoper
Op zich geen ongewoon beroep, behalve dan wanneer je dit
bent op de Noordpool. Verkoopt ijsjes in een steekkar,
maar heeft ook warme worstjes. De leden van de Clo-Clo-Clan
zijn z'n vaste klanten. Hoe hij met zijn ijskar op de
Noodpool komt, is een pertinente vraag.
(lees Nero 53: De Clo Clo Clan) |
|
Jan-Pieter
Astronaut
Komt van een andere planeet en dat kan je zo zien, of
niet soms? Wanneer zijn parapluutje open is, krijgen we
mooi weer. Wanneer het dicht is, mag je rekenen op regen.
Jan-Pieter wil met Adhemar samenwerken aan wereldschokkende
uitvindingen. Samen lukt het hen lood in goud te veranderen.
Een andere gave van J.P. Astronaut: vaak heeft hij een
voorgevoel, iets wat dan ook gegarandeerd uitkomt.
(lees Nero 54: De Wraak van de Grote Clo) |
|
Man
in jungle
Een eenzaat in het dichte oerwoud van het centraal-zuidelijk
deel van Azië. Zoekt een vluchthaven. Is uit de jungle
van de beschaving gevlucht om in wildernis zijn ziel terug
te vinden. Zit er als reactie op de rationele overgeorganiseerde
technocratische maatschappij.
(lees Nero 59: De Kat van Katmandoe) |
|
Jeremias
Burke Brown
De grootste aller jagers met maar één obsessie,
de laatste neushoorn in Kenia neerleggen. Na het verorberen
van een ketel soep met een speciale bloem als ingrediënt,
wordt hij de boezemvriend van Ringo. Voor de Keniaanse
krijgers staat het als een paal boven water: de blanken
zijn niet alleen van lotje getikt, ze zijn ook "tureluut"
geworden.
(lees Nero 68: De P.P. Safari) |
|
Jan
Baptist van Zoetendaal
Oftewel het spook van Zoetendaal. Koppig, oubollig, eigenzinnig,
door jicht geplaagd spook dat opdracht heeft de eeuwenoude
schat der zevenhonderd Franchimontezen te bewaken en hem
slechts af te staan aan de wettige eigenaar van de daarbijhorende
oorkonde. Lijdt aan lumbago, jicht, spit, reuma, artritis,
gewrichtswaterzucht, flerecijn, knokkeljicht, ischias
en lendeschot: driehonderd jaar in een muf kasteel is
zelfs voor een spook teveel.
(lees Nero 72: Het Kasteel der Zuchten + 73: Het Spook
van Zoetendaal) |
|
Piet
Peerdezaag
Man met een hart van goud, maar terzelfdertijd de grootste
pessimist en de grootste zeur aller tijden. Iedereen mijdt
hem, behalve Clo-Clo die zijn verhalen fantastisch vindt
en zijn vriend wordt. Piet Peerdezaag schenkt hem dan
ook letterlijk zijn gouden hart.
(lees Nero 75: Het Gouden Hart) |
|
Timotheus
de vijfde
Zoon van Timotheus de vierde (zie verder naar links in
deze parade). Zwaar erfelijk belast en dus de grootste
tovenaar aller tijden. Trekt rond met een woonwagen getrokken
door Juul, het sprekend paard. Bezit een toverstokje,
dat in handen komt van Clo-Clo, waarmee mensen in dieren
kunnen worden veranderd. Verandert zelf in een schildpad.
Pas wanneer madam Nero het stokje breekt, krijgt iedereen
zijn oorspronkelijk uiterlijk terug.
(lees Nero 77: Allemaal Beestjes) |
|
Ambrosius
Goegeweten
Een van huis weggelopen kerstmannetje. Een heremiet die
op de top van een berg woont in het land zonder naam.
Hij heeft geen benen maar een hart van goud. Er schuilen
bijzondere gaven en krachten in hem en dankzij deze buitengewone
zonderling ontdekt Nero de bierbomen. Zijn bevel "Je
moest door de grond zakken van schaamte" wordt door
iedereen onweerstaanbaar letterlijk opgevolgd.
(lees Nero 84: Het Bierkanaal) |
|
Jean-Marie
Kiekepuut
Bommenleggen is zijn lust en zijn leven. Pas ontsnapt
uit de Gentse gevangenis smeedt hij met Tuizentfloot een
complot om het Belfort op te blazen. Na een duik in het
vervuilde Leiewater raken beiden besmet met puistjes.
(lees Nero 86: De Bom van Boema) |
|
Celestijn
Radijs
Graaf, meerbepaald fotograaf. Uitgedost als een ouderwetse
kunstenaar met breedgerande hoed, en grote strik kiekt hij
overal breed glimlachend fantastische, grandioze en sublieme
opnamen, tussendoor een ter plaatse bedachte titel van het
werk debiterend. "Halte la voor de kiek van
de eeuw. Fantastisch!"
(lees Nero 93: De Verdorven Stad) |
|
Prof.
Doctor Zappadopolis
Zeer geleerd, maar knotsgek. Aan het roer van het beest
zonder naam, een vaar- en duiktuig dat kruisraketten bevat
waarmee hij iedereen wil uitschakelen die niet naar hem
luistert. Volgens Tuizentfloot is die knul nog gekker
dan hem, en dat is een hele prestatie. Autoriteit op het
gebied van lange afstands-, kruis- of muntraketten en
andere onzin. Zijn recentste raket zal een vernietigingskracht
hebben waarmee ze heel de wereld kan plat leggen, met
een kernkop die autonoom kan denken door er menselijke
hersencellen in te planten. Het personage zelf is gemodelleerd
naar popartiest Frank Zappa.
(lees Nero 95: Het Beest zonder Naam) |
|
Boodschapper
"Het einde is nabij"
Oude onheilsprofeet met grimmig gezicht, grauwe baard,
verfomfaaide kleren en een bord "Het einde is nabij"
waarmee hij heel het verhaal rondzeult. Wanneer Nero ten
slotte vraagt wat hij al heel de tijd loopt rond te spoken
en wat hij wil bewijzen, wijst dit mannetje in de laatste
prent naar het woord "Einde".
(lees Nero 102: De Bende van Lamu) |
|
Wolfgang
Amadeus Glasnost
Bewonderaar en aanbidder van Nero die hij verafgoodt en
die letterlijk een blok aan het been van Nero wordt. Onophoudelijk
houdt hij de lofzang voor Nero. "Gewaldig! Gewaldig!
Gewaldig!" Zelf heeft hij een grote gave: hij
brengt geluk.
(lees Nero 106: De Gelukbrenger) |
|
Pot
van den Hoven tot Pee,
kortweg 'Pottepee'
De grootste zeerover aller tijden met een houten been,
een ring in het oor en slechts één oog.
Is een achter-achterkleinzoon van Piet Hein en de Mona
Lisa. Is op zee geboren ter hoogte van Paramaribo in een
geweldige storm waarin hij de enige overlevende van de
bemanning was, en is pas nu terug. Zijn been raakte hij
kwijt in de slag van Aboekir, zijn oog in de slag van
Trafalgar, maar in 't Kattegat gaf hij de Portugezen op
hun donder. Tuizentfoot vindt het allemaal maar plagiaat,
afkijkerij en concurrentie. Gladio, de nicht van Pottepee,
heeft het op zijn fortuin voorzien en wil hem laten opsluiten.
Van Adhemar krijgt hij een kunstbeen.
(lees Nero 116: De Zwarte Piraat) |
|
Charles-Louis
Pavlov
Grootste hondentemmer aller tijden, specialist in hondendressuur.
Zijn gevaarlijkste hond is Prosper Joeplaboem, een onooglijk
dwergpoedeltje van niemendal, dat bij het commando "Attack!"
iemands neus eraf bijt. Pavlov haat Nero al veertig jaar
en wil hem uitschakelen en verminken voor het leven. Zonder
neus is Nero niks en is zijn stripcarrière naar
de vaantjes. Reden van deze haat: Nero heeft indertijd
Pavlovs lief, Beatrijs Vantevoren, afgepakt. Wanneer Pavlov
door Prosper Joeplaboem zelf slachtoffer wordt, blijkt
wat later dat men in het ziekenhuis zijn neus ondersteboven
heeft teruggeplaatst.
(lees Nero 129: De Hond van Pavlov) |
|
Professor
R.B. Purmerend
Koestert afgunst en haat tegenover wonderboy Adhemar.
Wegens hormonenzwendel en steekpenningen werd hij uit
zijn land gezet. Hij wil het ijs van de zuidpoolkap doen
smelten en de schuld ervan in Adhemars schoenen schuiven.
Zijn uitvinding IJskoud Geblaas wil hij niet alleen op
het poolijs toepassen, maar eveneens op Adhemar om hem
zo te laten wegsmelten. Wordt uiteindelijk in een instelling
opgesloten.
(lees Nero 132: IJskoud Geblaas) |
|
Kweetnie
Hij is groen en zegt alleen maar "Kweetnie".
Eet een servies, stethoscoop en Adhemars hoofddeksel.
Verkleurt na het drinken van zwavelzuur en waterstofchloride.
Hij ontpopt zich tot een stervoetballer bij F.C. Barcelona.
Is hij een buitenaards wezen of eerder een bosmannetje?
Geen idee, het enige wat we te weten komen, is dat hij
wordt aangetroffen in het Zoniënwoud, en dat hij
zich er weer terugtrekt.
(lees Nero 156: Kweetnie) |
|
A.P.
Jacobus Spoelwaether
Zeer geleerde professor, leraar fysica, kleptomanie en
deontologie aan de Vrije Universiteit van Stockholm. Draagt
een slipjas en hoge hoed, maar geen broek. Is de uitvinder
van de trapezodonoïde en de circonflextheorie. Is
van plan de mensheid te vernietigen: "Ze verdienen
niet beter". Steelt Adhemars uitvinding die alle
dieren en planten onvruchtbaar maakt, en kiepert ze in
een spaarbekken van de hoofdstad.
Wordt uiteindelijk in dwangbuis naar een speciale inrichting
gebracht.
(lees Nero 157: Het Bio-Bao-Virus) |
|