9
DE TERUGKEER VAN GEERAARD DE DUIVEL

BIBLIOGRAFISCH
Titel: De Avonturen van Nero en Co 142: De Terugkeer van Geeraard de Duivel
Voorpublicatie: De Standaard (06/12/1983 – 10/02/1984)
Eerste albumuitgave: juni 1984

HET VERHAAL
Geeraard de Duivel, waarmee Nero het aan de stok had in De Hoed van Geeraard de Duivel, is terug. Sjeraar, zoals Nero hem steeds tot diens afgrijzen noemt, komt zijn hoed halen die Nero op 1 april 1950 van hem gestolen heeft. Maar Nero is absoluut niet van plan hem de hoed terug te geven. Hij besluit de hoge hoed die hij op zolder terugvindt opnieuw te dragen, trekt zijn pittaleerke aan en gaat de grote toer op zoals in d'oude dagen. Eenmaal buiten neemt een windvlaag de hoed mee tot in een keldergat. Nero duikt erachter, maar wordt door de schietgrage bewoner als een inbreker aanzien en onder vuur genomen. De hoed is doorzeefd en geeft de geest: "Amen". Geeraard wordt als handlanger van Nero aanzien en door de politie opgepakt en ook Nero die per ongeluk zelf een schot lost met het wapen, wordt door de politie achternagezeten. In een doodlopend steegje neemt Geeraard hem mee naar zijn optrekje, het Geeraard-de-Duivelsteen. De toverhoed vol gaten blijkt waardeloos en Geraard probeert dan maar Nero's ziel los te krijgen. Wanneer deze weigert wordt hij opgesloten zonder eten en drinken. Tot zijn grote frustratie leest Geeraard in De Nerobloemen dat Nero onsterfelijk is. Ook vrouwelijk schoon en geld kunnen de uitgeputte Nero niet overhalen. De duivel neemt hem dan maar mee naar de hel — er is een lift naar de hel vanuit het Gentse Duivelsteen — waar hij in de kokende olie wordt geworpen. Het bezoek aan de hel blijkt zich enkel te hebben afgespeeld in de verbeelding van een door hallucinaties en waanvoorstellingen geplaagde Nero.

Commentaar van Pieter De Poortere:
"Ik weet dat ik het als kind erg cool vond dat Geraard de Duivel ook echt in het Geraard Duivelsteen in Gent woonde. Ik was nooit echt gerust als ik daar passeerde.
Het was geloof ik ook de eerste keer dat ik personages begon te herkennen in een strip, Verhofstadt, Hitler, Urbanus, allemaal samen in de hel. Erg grappig.
De verhalen zijn soms enorm surrealistisch of psychedelisch zonder dat iemand zich daar vragen bij stelt. Alles kan gewoon, en dat zorgt voor vrolijke chaos... Sleen deed zijn eigen zin.
Ik moet eigenlijk dringend de reeks beginnen verzamelen, ik heb er massa's gelezen in mijn vaders collectie, maar zelf heb ik er maar een stuk of vijf.
Mijn favorieten zijn toch wel de oudere, De Bende van de Zwarte Kous en zo. Ricardo vind ik het tofste personage van de reeks.
Madam Pheip is ook een fantastisch karakter, heel schoon getekend ook, met die hakjes en zo...
Ik vind ook zijn zwart-witgebruik erg goed, een gevolg van de publicatie in de kranten. En dan dat tempo...
Nero komt ook voor in Boerke 3, als keizer Nero. Als eresaluut zeg maar.
En net als Sleen heb ik op Sint-Lucas gezeten, dat vind ik ook wel een fijne gedachte.
"

Pieter De Poortere is de auteur van Boerke, Joe de Eskimo, Kak en De Zichtbare Man.



Ondertussen maakt het thuisfront zich bezorgd en Van Zwam wordt er bijgehaald. Eerst en vooral helpt deze het misverstand van Sleen de wereld uit: "Nero had een hoge hoed op waarvan hij per abuis dacht dat het die van Geeraard de Duivel was, maar dat kan niet want die is verdronken" (zie De Bronnen van Sing Song Li, 1951). Het spoor van Van Zwam leidt tot het doodlopend steegje waar hij sporen van bokkenpoten en een geur van zwavel en knoflook aangetroffen heeft. Adhemar besluit om naar pastoor Neels in Munte te gaan om een uitstekende remedie. Samen met Petoetje, Petatje en Clo-Clo, rekent Adhemar af met de duivel, besprenkelen ze hem met wijwater en laten hem een contract tekenen waarin Geeraard verklaart Nero nooit meer te zullen kwellen. De afgepeigerde Nero kan weer bij zijn positieven komen bij het traditionele wafelfestijn op het einde van het verhaal.

SITUERING
Sinds de overstap van Sleen van Het Volk naar De Standaard, een kleine twee decennia geleden, is Nero de enige reeks die Sleen nog tekent. Vanaf het tiende verhaal, Arthur de Vetvogel, verschijnen de albums uitgegeven door Standaard Uitgeverij in kleur. Typisch en heel herkenbaar is de rode band met de witte letters en het ingekaderde kopje van Nero op de cover. De verhalen zelf zijn heel wat dunner geworden dan vroeger. Zo omvat De Terugkeer van Geeraard De Duivel slechts dertig platen (118 stroken). Met De Terugkeer van Geeraard de Duivel is Nero toe aan zijn 142ste avontuur of het 88ste bij Standaard Uitgeverij.
De Nero-strips die door Het Volk niet werden uitgegeven, hebben ondertussen een publicatie in album gevonden door Ciso / Brabantia Nostra (De Man met het Gouden Hoofd in 1971 en herdrukt in 1979) en De Dageraad / Magnum (Het Zeespook in 1983), uitgeverijen die eveneens stripmagazines uitgeven waarin Marc Sleen uitgebreid aandacht krijgt. In 1985 zal een lijvige bio- en bibliografie verschijnen van de hand van Jan Smet en Fernand Auwera.
Bij uitgeverij Het Volk worden eind jaren zeventig, begin jaren tachtig de 'oude' Nero's heruitgegeven met een door Sleen hertekende kaft.

POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJKE DUIDING
De Terugkeer van Geeraard de Duivel is een feest voor de lezer tuk op cameo's van politici. Al in de aankondigingsstrook zien we naast Geeraard, een directeur van de hel, een legertje met drietanden gewapende duivels en een topless dame die champagne opdient, drie nationale politici in de hel sudderen in de kokende olie: Karel Van Miert (partijvoorzitter SP), Charles-Ferdinand Nothomb (ere-voorzitter van de PSC, vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken) en Guy Verhofstadt (voorzitter van de PVV). Net zoals 33 jaar eerder in De Hoed van Geeraard de Duivel gaat het om de diabolisering van socialisten en liberalen.
Andere internationale politici en historische figuren die we in de hel aantreffen zijn: Napoleon Bonaparte, Adolf Hitler, Joseph Stalin, Ayatolah Khomeini, Yasser Arafat, Jeanne d'Arc en Karel de Stoute. Naast politici heeft eveneens een handvol advocaten des duivels een allerlaatste plaats in de hel verkregen. Maar ook wie humor en satire brengt, mag rekenen op een verblijf in de hel: Urbanus, de makers van T.V. Touché en Sleen zelf kunnen er van meepraten. T.V. Touché was een satirisch televisieprogramma van de toenmalige BRT met en van onder meer Herman Van Molle, dat onder druk van politici van de zender werd gehaald. Urbanus, afgebeeld in de strip met een 'bakske vol met stro', had enkele jaren daarvoor een grote hit met het gelijknamige liedje, een parodie op het kerstgebeuren wat voor veel protest vanuit de katholieke kerk zorgde.

IN DE MARGE
• Sleen kondigde de terugkeer van Geeraard de Duivel al een paar keer aan in eerdere Nero-verhalen. In De Sprekende Draak komt Geeraard zijn hoed opeisen, maar Dracula slingert de duivel de boom in. Geeraard bezweert Nero dat het hem zal berouwen, een dreigement dat Nero lachend wegwuift: "Ja, kom maar eens terug in een van mijn volgende verhalen, dan zullen we eens "klappen". In De Bom van Boema, een verhaal dat zich in Gent afspeelt, duikt Geeraard weer op. Ook in dit verhaal brengt hij het er maar bekaaid van af, wat hem des te kwader maakt. We zien hem als slachtoffer van een bomexplosie in café De Hel en van het Duivelsteen maakt hij noodgedwongen een duik in de gracht.
• Nero vraagt zich af waarom hij Geeraard de hoed zou geven die de hoofdrol speelt in De Hoed van Geeraard de Duivel, een album dat in de stripcatalogus gequoteerd staat voor 300 gulden of bijna vijfduizend frank. Een cameo van Hans Matla vinden we twee verhalen eerder terug in De Ring van Balderic.
• Wanneer Nero gevangen genomen wordt door Geeraard, zegt Nero: "Je wil me toch niet gijzelen zeker. Ik ben geen bankdirecteur of bierbaron. Voor mij krijg je geen 250 miljoen, hoor!" (strook 42). Hiermee verwijst Sleen naar de ontvoering van Alfred Heineken en zijn chauffeur op 9 november 1983 voor wie een losgeld van 35 miljoen gulden werd geëist. Beiden werden bevrijd op 30 november 1983. De ontvoerdersbende kon worden gevat en het grootste deel van het losgeld gerecupereerd.
• Pastoor Neels is een van de drie overleden broers van Marc Sleen die op het einde van zijn loopbaan pastoor was in Munte.
• Ondanks het contract waarin Geeraard de Duivel belooft Nero nooit meer te zullen kwellen, krijgt de lezer Geeraard de Duivel nog dikwijls te zien. In De Kolbak van How heeft hij het op de berenmuts van de IJzeren Kolonel gemunt en in De Duivelsklauw is Nero de speelbal tussen de duivel en de engelbewaarster. In De Held der Helden waant een ijlende Nero zich in de hel waar hij wordt ontvangen door Geeraard de Duivel. Naar aanleiding van vijftig jaar Nero brengt Geeraard net zoals tal van stripfiguren uit de reeks een geschenk aan de jarige held. Geeraard heeft een magnumfles champagne bij zich: Brut Infernal. Wanneer Bompanero sterft (in De Dood van Bompa) probeert Geeraard zijn ziel te winnen voor de hel. Ook in De Hemelse Vrede laten Geeraard de Duivel en zijn duivelinnetje Nero niet onberoerd in een nachtmerrie. En in het laatste album Zilveren Tranen ten slotte, coördineert hij het grootse wraakcomplot tegen Nero.

Sluit dit venster