8
ZILVEREN TRANEN

BIBLIOGRAFISCH
Titel: De Avonturen van Nero en Co 217: Zilveren Tranen
Voorpublicatie: De Standaard (30/09/2002 – 31/12/2002)
Eerste albumuitgave: 2003

HET VERHAAL
Vanuit het Geeraard-de-Duivelsteen worden moordplannen gesmeed om Nero uit de weg te ruimen. Het complot wordt voorbereid door een monsterverbond van vijanden uit de voorbije verhalen. Niemand minder dan Geeraard de duivel zelf coördineert de wraakactie. Mee aan de tafel zitten Pietje de Dood, Ricardo, Ratsjenko, Hela de heks, Matsuoka en Boeboel, een duivelinnetje met weinig om het lijf.
Bij monde van Petoetje en Petatje geeft Sleen de lezer een rondleiding in de Kleine Zavel te Brussel. We vernemen uitleg rond historische figuren als Egmond en Hoorne, Mercator, Marnix Van Sint-Aldegonde en Willem de Zwijger. Japanse toeristen fotograferen er ondertussen naarstig op los. Onder hen wordt Matsuoka opgemerkt.

Commentaar van Conz:
"Nero associeer ik altijd met mijn kindertijd en met oude, uit krantenpapier vervaardigde albums die haast uit elkaar vielen als je ze las. Dat waren boeken die je écht kon kapotlezen. Niet dat ik zo oud ben, die strips waren van mijn vader en stonden mooi in de kast naast zijn oude Suske en Wiskes (de rode én de blauwe reeks) en zijn Rode Ridders (de eerste veertien boeken, haast allemaal klassiekers).
Maar ik ging het over Nero hebben. Ik kan er niet aan doen, maar voor mij is en blijft het nostalgie. Nadien ben ik steeds minder en minder Nero's gaan lezen, dus is die nostalgie voor mij de sterkste motivator om te beginnen mijmeren over het gewezen dagbladverschijnsel.
Niet dat er daar iets mis mee is. Zolang het geen misplaatste hang naar zogenaamd betere tijden is, kan nostalgie zelfs helend werken. Nero-strips nemen mij even terug in de tijd toen strips per definitie in zwart-wit gedrukt werden op dun, vergeeld papier en verpakt in een iets dikker kartonnetje met daarop steeds een prachtige cover. Van sommige verhalen kan ik mij zelfs enkel nog de cover herinneren, zoals die van De Erfenis van Nero. Krachtig, eenvoudig en zo goed!
En dan die titels! Sleen was een meester in het bedenken van echte striptitels. De Groene Chinees, Het Rattenkasteel: fantastisch! Daar moet je de strips in kwestie al niet eens voor gelezen hebben om er helemaal bij weg te dromen en zelf ongebreideld beginnen te fantaseren. Die titels zijn al haast verhalen op zich, vol spanning en mysterie. En daarna sla je de eerste pagina open, maar dat is weer een ander verhaal..."

Conz is de auteur van Toen Ik nog Baas van de Wereld Was en De Tweede Kus.



In het park zien we de Kenianen Momo en Boloko muziek maken, wat tegen de zin is van agent Gaston. Prompt verwijdert hij hen uit het park en stuurt ze naar het Nero-café.
Nero's engelbewaarster wordt huilend aangetroffen. Zij plengt zilveren tranen, want duistere machten zijn een complot aan het smeden om Nero uit te schakelen.
In een poging Nero's huwelijk om zeep te helpen, proberen Hela en Boeboel Nero te verleiden, maar Madam Nero weet de twee troela's hardhandig buiten te bonjouren.
Matsuoka slaagt erin een flesje van zijn gekende bier binnen te smokkelen bij Nero wat hem weer — precies zoals in het eerste verhaal in 1947 — in de waan brengt de Romeinse keizer te zijn. "Nero is weer Nero geworden! De cirkel is rond", grijnst Matsuoka zelfvoldaan. Gelukkig is er het antidotum uitgevonden door Adhemar wat het keizerseffect uitschakelt.
Ondertussen heeft Beo de verschrikkelijke het complot kunnen afluisteren en worden Madam Nero en Madam Pheip ingelicht.
Ricardo weet Nero's fortuin te stelen en Agent Gaston ontsnapt ternauwernood aan de kogels van Ricardo: zijn metalen decoraties hebben de kogels weerstaan.
Pietje de dood wil dan weer Nero's levensdraad doorsnijden, maar Nero breekt zijn zeis in twee op zijn knie. Ratsjenko's aandeel bestaat uit het laten exploderen van Adhemars rakettenarsenaal en de sabotage van Robke de robot. In een poging Jan Spiers frietkot op te blazen, wordt hij zelf het slachtoffer van zijn springstof.
In een onenigheid om de verdeling van Nero's fortuin, schiet Ricardo Matsuoka dood. Beo wordt eveneens onder vuur genomen en schiet er zijn verenkleed bij in.
Nu Geraards handlangers uitgeschakeld zijn, doet de duivel beroep op Tuizentfloot, die hij opstookt om zijn aartsvijand neer te knallen. De onvoorspelbare Tuizentfloot haalt er zijn kanon bij en schiet Geraard zelf aan flarden. Pietje de dood ondergaat hetzelfde lot.
Rest nog enkel Nero's fortuin terug te krijgen van Ricardo. Met behulp van het paard van Sint-Niklaas, het kerstmannetje en een paar stinkbommen wordt de Maltese bandiet uit zijn schuilplaats gerookt en door Agent Gaston opgesloten.
Bij de allerlaatste wafelenbak neemt voor een keer Adhemar het woord: "Laat mij de taak van mijn teergeliefde vader overnemen en voor de laatste maal het glas heffen op deze finale wafelenbak. We vieren hierbij de overwinning op allen die Nero eronder wilden krijgen. Gog en Magog. De strijd van het goede tegen het kwade."
Nero voegt eraan toe: "Eindelijk zal ik van een zalige, nietsdoende rust kunnen genieten."

SITUERING
Sinds het album Barbarijse Vijgen uit 1992 wordt Nero getekend in samenwerking met Dirk Stallaert.
Bij de overname van de krant Het Volk door de VUM (Vlaamse Uitgeversmaatschappij, nu Corelio genoemd) in 1995, verschijnt Nero in vijf kranten: De Standaard, Het Nieuwsblad, De Gentenaar, Het Volk en De Nieuwe Gids.
Twee jaar later in 1997 wordt de vijftigste verjaardag gevierd van Nero. Een verjaardag die echter wordt overschaduwd door de beslissing van de VUM om, omwille van budgetaire redenen, het contract van Sleen niet automatisch te verlengen. Er volgt een petitie ter ondersteuning van Marc Sleen en na keiharde onderhandelingen tussen de auteur en de directie van de VUM wordt overeengekomen dat de voorpublicatie nog zeker twee jaar kan doorlopen. In 2002, na meer dan 55 jaar aan de reeks Nero te hebben getekend, besluit Sleen er zelf een punt achter te zetten. Op 31 december 2003 loopt het 217de Nero-verhaal Zilveren Tranen af. Het einde van Nero valt samen met de tachtigste verjaardag van Marc Sleen.

POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJKE DUIDING
Aangezien het verhaal opgebouwd is als het slotstuk van de stripreeks met een revue van de stripfiguren uit meer dan een halve eeuw Nero, worden de verwijzingen naar politiek en samenleving in dit verhaal wat achterwege gelaten.
Behoudens een cameo van Arafat die aan een gesloten frietkot staat (strook 96) en een verwijzing naar zelfmoordterroristen die zichzelf opblazen (in dit geval Ratsjenko), is er in Zilveren Tranen uitsluitend een rol weggelegd voor koning Albert II (strook 22, 36-38, 151-152).
Het is onze vorst die alle geheimzinnigheid uit het vorig verhaal doorbreekt en Nero op de man af vraagt: "Wat heb ik gehoord, Nero? Ga je ermee stoppen? Moedig!". De woorden van koning Albert hebben hier niet uitsluitend betrekking tot de stopzetting van de publicatie van Nero, maar kunnen eveneens gelezen worden als een verwijzing naar de eigen rol van de vorst in een uiteenvallend België waar het koningschap meer en meer onder vuur komt te liggen. Ook in het plaatje van de laatste wafelenbak komt de koning door het raampje piepen. In 1998 werd Marc Sleen door koning Albert II in de adelstand verheven en een jaar later tot ridder geslagen.

IN DE MARGE

• De plot van het complot van de schurken tegen Nero in Zilveren Tranen is eigenlijk een verhaal dat voor de derde keer gerecycleerd werd. Opvallend hierbij is dat dit steeds gebeurt naar aanleiding van belangrijke gebeurtenissen, of respectievelijk de 45ste en de 50ste verjaardag van Nero en het allerlaatste Nero-verhaal. Een overzichtje aan wat voorafging aan Zilveren Tranen:
- Op 10, 11 en 12 april 1992 vindt in Oostrozebeke de Marc Sleen-happening plaats, een initiatief van burgemeester en tevens Nero-fan Lieven Demedts. Tijdens dit weekend wordt onder meer een theaterstuk rond Nero opgevoerd, geschreven door Demedts. De synopsis van dit theaterstuk wordt nog hetzelfde jaar door Marc Sleen verwerkt tot het Nero-verhaal De 3 Wrekers. In dit verhaal smeden Matsuoka, Ratsjenko en Ricardo, de drie meest geduchte tegenstanders uit Nero's 45-jarige carrière, een complot tegen onze held. Een Japans tycoon wil Nero voor 150 miljoen kopen. Schatrijke Japanners kopen nu eenmaal alles op wat waarde heeft. Ratsjenko, sinds hij indertijd zelf bevroren zat in helium ondertussen vertrouwd met hibernatie en kryptotherapie, wil Nero invriezen. Ricardo zal hem kidnappen.
- Vijf jaar later na hun mislukte staatsgreep in 1992, in het album Operatie Ratsjenko, duiken de drie spitsbroeders opnieuw op. Het verderfelijke triumviraat wil dit keer tijdens het feestjaar 50 jaar Nero de held der helden treffen in zijn dierbaarste bezit, zijn zoontje Adhemar. Een van de domste maar dan ook een van de rijkste Amerikanen heeft er 100.000 dollar voor over om de hersenen van Adhemar bij hem ingeplant te krijgen. "'k Mag geen namen noemen natuurlijk" zegt Ratsjenko. Wat latere waant deze Amerikaan zich onder invloed van Matsuokabier de president van de Joenaaited Steets.
- Voor het allerlaatste verhaal Zilveren Tranen wordt de plot van het complot nogmaals aangewend waarbij dit keer alle registers worden opengetrokken.
• Het einde van Nero werd reeds min of meer in De Bol van Timotheus, het verhaal voorafgaand aan Zilveren Tranen aangekaart. Op de cover zien we een onthutste Timotheus de Vijfde over zijn kristallen bol gebogen, samen met Nero en co, al even verbijsterd meekijkend. In het album roept Timotheus uit "Nee! Dat kan niet! Onmogelijk! Ik ben er het hart van in! Dat mag niet! Dat mag niet! Ik zal het jullie zeggen maar je moet plechtig beloven het aan niemand verder te vertellen. Aan niemand hoor je!" "Ook niet aan ons moeke?" vragen Petoetje en Petatje. "Zeker niet! Dan wordt het een onverbiddelijk gevecht tussen twee vrouwen! Spaar ons daarvoor! Beloven jullie plechtig het aan niemand, ik herhaal niemand, te zeggen voor 30 december 2002? Daarna mag iedereen het weten". Waarop Timotheus het geheim in de oren van Petoetje en Petatje fluistert. Ook bij de eerste beslissing in 1997 om komaf te maken met de Nero-strip liet Sleen al Timotheus de volgende voorspelling tussen neus en lippen maken: Nero zal zelfs na 31 juni niet meer in de krant verschijnen!" (De Blauwe Woestijn, strook 18)
• Naast onze vaste crew aan helden en de reeds vermelde oude vijanden van Nero zijn eveneens gastrolletjes weggelegd voor tal van oude bekenden. Een overzichtje:
- Kolonel How (uit onder meer De IJzeren Kolonel) (aankondigingsstrook e.v.)
- Nero's Muze (uit De Ring van Petatje) (aankondigingsstrook e.v.)
- Timotheus de Vijfde (aankondigingsstrook e.v.)
- Momo en Boloko (uit De Ark van Nero) (strook 16 e.v.)
- Angèle, Nero's engelbewaarder (uit onder andere De Duivelsklauw) (strook 20 e.v.)
- Piet Fluwijn en Bolleke (strook 21)
- Een bewoner van de planeet Pompelanioem (en geen Paprikaan zoals in de strip verkeerd vermeld) (uit De Zwarte Voeten) (strook 21)
- Kweetnie (uit Kweetnie) (strook 25)
- Amadeus Moderato (uit onder meer Het Knalgele Koffertje) (strook 30 e.v.)
- Tjeef met de Kleppe (uit onder meer De Draak van Halfzeven) (strook 32)
- Pang-Pang en Li (uit De Ark van Nero) (strook 35)
- Bompanero (uit onder meer Bompanero) (strook 38)
- Beo (uit onder meer Beo de Verschrikkelijke) (strook 64 e.v.)
- Jef Pedal (strook 80)
- Oktaaf Keunink en zijn vrouw Beva (strook 83)
- Professor Nagelus (uit Het Ei van October) (strook 91)
- Het paard van Sint-Niklaas (uit onder meer De Juwelen van Gaga-Pan) (strook 141 e.v.)
• We krijgen een verwijzing naar de waarde van Nero-antiqariaat. Voor een eerste originele druk van Het Geheim van Matsuoka geven ze al gauw 2.500 euro (strook 5).
• Wanneer Momo en Boloko djembé spelen, en wat later vergezeld worden van Amadeus Moderato en de muze, volgt een verwijzing naar Rock Werchter en Dranouter (strook 18) en naar Pukkelpop (strook 37).
• In het hoger instituut voor prettig gestoorden, waar Nero en de kolonel How opgesloten zitten, vinden we eveneens een cameo van professor Siclone, de gek geworden professor uit de Kuifje-strip De Sigaren van de Farao (strook 97).

• Wanneer het kerstmannetje het paard van Sint-Niklaas wegjaagt omdat Sinterklaasdag al voorbij is en hij het nu voor het zeggen heeft, krijgt de eeuwige concurrent, die nu al rondloopt, van de ezel een ferme trap met de achterpoten (strook 142). Eerder al in Het Ei van October (1955) liet Nero een liftend kerstmannetje op het vrijheidsbeeld staan. We kunnen dat Amerikaans afgietsel van onze brave Sinterklaas in Europa best missen (strook 190). In De Duivelsklauw (1995) is het Tuizentfloot die zich de rol van kerstmannetje aanmeet, maar zelfs als kerstman wordt hij over het hoofd gezien en niet meer au serieux genomen (strook 119-120).

Sluit dit venster