6
DE NEGEN PEPERBOLLEN

BIBLIOGRAFISCH
Titel: De Klassieke Avonturen van Nero 26: De Negen Peperbollen
Voorpublicatie: Het Volk (20/05/1956 – 20/09/1956)
Eerste albumuitgave: 1956

HET VERHAAL
Nero laat zich een nieuw kostuum aanmeten, een ruitjespak, wat prompt door Petoetje en Petatje aangewend wordt als dambord. Professor Zagemeel, een oude ontdekkingsreiziger die op sterven ligt, is een hevig bewonderaar van Nero en vertelt hem het geheim van de negen peperbollen die een wonderbaarlijke kracht bezitten.
Nero trekt met een caravan — waarin Petoetje en Petatje zich hebben verstopt — naar de Kilimanjaro. Vanderkuilen, een niet al te snuggere agent die bij een misverstand Nero's jas afhandig gemaakt heeft, zit op bevel van de commissaris Nero achterna tot in Kenia om hem zijn vest terug te geven. Waarop Nero hem niet wil, 't is te warm voor een vest.

Commentaar van Jan Bosschaert:
"Dit album was een van de vijf albums van Nero die ik als kind in mijn bezit had. Die werden dus gelezen en herlezen. Vandaar de grote indruk die het indertijd heeft achtergelaten. Ik herinner me vooral hoe Nero in opdracht van een wereldreiziger die op stap ging om negen peperbollen te zoeken die allemaal een specifieke kracht vertegenwoordigden. Het halve album door loopt Nero met een kostuum met heel opvallend grote ruiten en op een bepaald moment zelfs zonder broek wat ik als kind echt hilarisch vond.
Ook hoe Petatje op een bepaald moment met een "peperbollenkracht" de slechterik zijn nek helemaal uitrekt, zou vandaag de dag wellicht niet meer kunnen in een strip terwijl dat toen totaal normaal was en ik mij daar geen verdere vragen bij stelde.
Wat ik zo speciaal vind aan de verhalen van Nero in het algemeen is dat hij altijd bizarre figuren tegen het lijf loopt die tot de verbeelding spreken en waarvan ik me tot op de dag van vandaag afvraag waar Sleen indertijd die figuren toch haalde."

Jan Bosschaert is de tekenaar van onder meer Sam, Jaguar, De Geverniste Vernepelingskes, Omni en Icarus.



Na confrontaties met een kafferbuffel, olifanten en een luipaard, ontmoeten onze vrienden Bros, een jager aan wie de loslippige Nero het geheim van de waardevolle peperbollen verklapt. Meteen hebben Nero, Petoetje en Petatje er een meedogenloze concurrent bij in hun zoektocht naar de negen peperbollen.
De eerste peperbol is voor Petatje. Ze wordt heel sterk, verslaat Bros en rekt zijn hals uit. Een lief klein olifantje sluit zich aan bij onze vrienden — bij de naamkeuze stelt Nero Boelganinneke voor, maar het wordt uiteindelijk Zebedeus — en slikt een peperbol in waardoor het olifantje het op een lopen zet. Ook de derde peperbol zet aan tot lopen, dit keer door Nero, die de hele bende 450 kilometer ver draagt tot in Dar Es Salam.
Het viertal klimt aan boord van een schip en wordt als verstekeling aan het werk gezet, maar als men Zebedeus overboord wil zetten, slikt Nero de vierde peperbol naar binnen waarop hij sterk wordt en de 35-koppige bemanning in zijn eentje overmeestert. Met volle kracht vaart de boot — zelfs dwars door een eiland — via Suez naar Marseille. Omdat Nero geen geld heeft voor een treinticket, wisselt hij zijn bovenkledij voor een stootkar en eet hij de vijfde peperbol. In plaats van het verhoopte loopvermogen, krijgt Nero geweldige kriebelingen in de benen, kruipt hij op een fiets en wint met 38 minuten voorsprong een van de zwaarste ronderitten. Bij aanvang van de volgende rit, Gap-Turijn, wordt Nero achternagezeten door een woedende Madam Nero, jaloers omwille van de krantenfoto waarin de bloemenmeisjes de ritwinnaar kussen. Op de Izoard wordt Nero in een ravijn geduwd door Bros, de boosdoener die terstond wordt ingerekend door agent Vanderkuilen. Nero wordt uit zijn hachelijke positie bevrijd en mag van Madam Nero voortrijden wanneer ze ziet hoeveel geld een overwinning oplevert. Helaas, de peperbol is uitgewerkt en Bros heeft de resterende bollen bij zich.
Bros heeft uiteraard een peperbol ingenomen, de zesde, en beschikt hiermee over een enorme kracht waarvan hij gebruik maakt om uit de gevangenis te ontsnappen en onze vrienden te molesteren. Zodra deze uitgewerkt is, slikt Bros er nog een, waardoor hij begint te lopen. Bros wordt voor een ossenkar gespannen en brengt het gezelschap naar Brussel waar Vanderkuilen Bros definitief wegbrengt.
Nero, gekleed in onderbroek en ruitjesvest, wordt uitgelachen en daagt de omstaanders uit tot een gevecht. Hij slikt andermaal een peperbol, de achtste ondertussen, maakt korte metten met de zwaargewichtkampioen aller categorieën van België, en verplaatst een tram met één hand. De Amerikaan Jack Promotor biedt Nero een beurs voor een gevecht tegen Rocky the Rock. Eenmaal in de ring blijkt de peperbol uitgewerkt. Desondanks wordt Nero de nieuwe wereldkampioen. De verslagen Rocky zint uiteraard op wraak en werpt Nero uit het raam van zijn hotelkamer op de 113de verdieping. Petoetje en Petatje kunnen Rocky overmeesteren en Nero blijkt verzoeningsgezind: Rocky mag zijn wereldtitel houden, Nero is tevreden met de beurs van 150.000 dollar. "Daarbij", voegt hij eraan toe, "We hebben al een wereldkampioen in België, Rik Van Steendinges, we mogen de Belgen niet te fier maken."
Na problemen met een vliegtuig en een noodgewongen landing op de Noordpool, belanden Nero, Petoetje en Petatje opnieuw in New York. De twee kinderen worden er gekidnapt. De dader blijkt geen gangster te zijn, maar Madam Pheip: "Het wordt hoog tijd dat ik ze kwam weghalen. 't Schooljaar is al een week begonnen. Ik wil er geen landlopers van maken. Leren moeten ze!"
Uitendelijk arriveert Nero toch in België. Zagemeel blijkt net zijn laatste adem uit te blazen, maar de negende en tevens laatste peperbol, laat hem op slag genezen en doet hem heel wat jeugdiger voelen. Prompt schrijft hij zich in voor de 100 meter vlak op de Olympische Spelen in Melbourne.

SITUERING
Naast de dagelijkse aflevering van Nero tekent Sleen tal van andere stripreeksen: Piet Fluwijn en Bolleke en De Lustige Kapoentjes in 't Kapoentje, De Ronde van Frankrijk in de sportbijlage van Het Volk, Doris Dobbel in De Middenstand, Fonske in Doorbraak en Oktaaf Keunink in Ons Zondagsblad. Vanaf 1954 komt daar nog Pen contra Poen en Co bij in Ons Recht, het blad van de Landelijke BediendenCentrale.
Met De Negen Peperbollen zijn 26 Nero-verhalen verschenen. De albums verschijnen nu onmiddellijk na de voorpublicatie in album. Een aantal 'oudere' verhalen verschijnt in 1956 voor het eerst in album: Moea Papoea en De Bronnen van Sing Song Li. Behoudens Het Zeespook, De Man met het Gouden Hoofd en De Zwarte Voeten zijn nu alle Nero-strips in album uitgegeven.

POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJKE DUIDING
"Wat een lief boeleke", zegt Petatje bij het zien van het babyolifantje. Waarop Nero antwoordt: "Ja, we zullen hem Boelganinneke noemen" (strook 60). Boelganin was tussen 1953 en 1955 minister van oorlog in de Sovjetunie. In 1958 werd hij premier.

De banaankisten waarin de bemanning opgesloten zit, worden in Suez aan land gezet. Nasser is dol op bananen (strook 99). In New York zien we iemand met een plakkaat "Nasser a fool" (strook 180). Hiermee is de toon gezet voor het volgende verhaal De IJzeren Kolonel waarin de Suez-crisis met Nasser helemaal centraal staat.

IN DE MARGE
• Nero komt op 18 juli 1956 aan in Marseille. De volgende dag wint Nero een van de zwaarste ronderitten met 38 minuten voorsprong. De Fransen steken echter de koppen op. Genaamde Nero kan een fenomeen zijn, maar is niet officieel aangeduid. Bij opzoeking blijkt deze rit in de Tour de France van 1956 de eerste Alpenrit te zijn van Aix-en-Provence naar Gap die werd gewonnen door Jean Forestier. Aan de start van de daaropvolgende rit, Gap-Turijn, beschrijft Nero zich in een interview als een "gevleugelde klimmer, het fenomeen op twee wielen, de man die vandaag iedereen een half uur aan hun broek lapt... De pedaalridder die van bij de eerste kilometer van zijn wiel schudt". Een journalist van Het Volk pent het allemaal naarstig neer onder de titel "Winnen is troef!". Op de Izoard wordt Nero in een ravijn geduwd. Ook in de werkelijke rit Gap-Turijn werd de Izoard beklommen. Winnaar van deze rit werd de Italiaan Nino Defilippis. Een verslag van beide ritten werd eveneens getekend door Marc Sleen in zijn populaire cartoonstroken over de Ronde van Frankrijk. Wat later is er eveneens sprake van "drogue" in de Tour. In 1956 ook al dus.

• In cinema Eldorado wordt Le Trésor des Caraibes gedraaid (strook 146), een film van Edward Ludwig uit 1952 met onder meer John Payne, Arlene Dahl, Francis L. Sullivan, Cedric Hardwicke en Woody Strode in de cast. Op de plaats van het voormalige Eldorado bevindt zich thans de bioscoop UGC de Brouckère. In dezelfde strook zien we eveneens een boetiek "Mady", een verwijzing naar Madeleine, Sleens toenmalige echtgenote.
Rik Van Steenbergen (1924 - 2003) was een succesvol Belgische wielrenner die tussen 1942 en 1966 onder andere twee keer de Ronde van Vlaanderen, twee keer Parijs-Roubaix, twee keer de Waalse Pijl, een keer Parijs-Brussel en een keer Milaan-San Remo won. Hij schitterde meermaals in grote rondes, was de snelste in verscheidene etappes in de Ronde van Frankrijk en de Ronde van Italië en won eenmaal het puntenklassement in de Ronde van Spanje. Hij werd drie maal wereldkampioen op de weg: in 1949, 1956 en 1957.
• In het kantoor van de president van de keuzecommissie voor de Olympische Spelen in Melbourne zien we een foto hangen van Roger Moens (strook 210). In 1956 vonden in Melbourne, Australië, de Olympische Zomerspelen van de XVIde Olympiade plaats. Op 3 augustus 1955 verbeterde Roger Moens (1930) in het Bislet-stadion in Oslo het zestien jaar oude wereldrecord op de 800 meter en bracht het op 1.45,7. In het Nero-verhaal De Driedubbel Gestreepte is een gastrolletje voor Moens weggelegd.

Sluit dit venster