3
DE ERFENIS VAN NERO

BIBLIOGRAFISCH
Titel: De Klassieke Avonturen van Nero 5: De Erfenis van Nero
Voorpublicatie: De Nieuwe Gids (27/12/1948 – 02/06/1949)
Herneming (in kleur): 't Kapoentje (20/04/1950 – 07/12/1950)
Eerste albumuitgave: december 1952

HET VERHAAL
Van een naar Amerika uitgeweken en schatrijk geworden exentrieke nonkel, erft Nero tachtig miljoen. Maar niet zomaar. Om de erfenis in de wacht te slepen, moet Nero eerst eigenhandig vijf opdrachten vervullen en dat in twee maanden tijd. Zoniet gaan de 80 miljoen naar een tehuis voor oude dames.

Commentaar van Kim Duchateau:
"De Erfenis van Nero dus... Eigenlijk niet mijn meest favoriete album want dat is nog altijd De Wortelschieters uit 1956 wegens compleet knettergek. Of De Hoorn des Overvloeds. Maar wat mij in al Sleen zijn albums aantrekt, is de overvloed aan inspiratie en het surrealisme à gogo dat zich vooral uit in al die geweldige bijfiguren. Die snorremans bij De Draak van Halfzeven, de tweekoppigen in De Zwarte Voeten, die kwaadaardige drieling in De Gouden Vrouw, et cetera, et cetera,... En de eerste 54 albums waar één album soms wel twee of drie verhalen herbergt: de eerste twintig pagina's zit Nero in Mexico, in het midden weer thuis en op het eind op pakweg Paaseiland. Daar was je wel een avond mee stil, net een film.
Van dat laatste heeft De Erfenis van Nero heel veel; Vlaanderen, New York, de Far West, Afrika, Moskou,... Je vliegt van het een naar het ander. En die heerlijke kromme Vlaamsche taal is er ook in overvloed ("Hij is maar van zijne sussen" of "Kolleirigaard"). Een fijn album als het ware.
Ik ben ook een verdomd groot fan van Bolleke en Piet Fluwijn trouwens. Die reeks wordt ten onrechte zelden aangehaald."


Kim Duchateau is cartoonist voor onder meer De Morgen en auteur van Esther Verkest.



Nero aanvaardt de opdracht, Van Zwam wordt zijn secretaris-generaal, Jef Pedal gaat mee als filmoperateur om de beelden vast te leggen.
In Madison Square Garden neemt Nero het op tegen Joe Louis, wereldkampioen zwaargewichten, wie hij één ronde weerstand biedt in een officieel boksgevecht.
Nabij een Amerikaans laboratorium maakt hij een Russisch spion een gestolen atoom afhandig om het vervolgens met een hakbijl te splitsen. Uit de hoofdtooi van Lodderig Oog, een Sioux-opperhoofd, slaagt hij erin een pluim te trekken. En in Congo lukt het Nero pas na heel veel moeite een neushoorn neer te schieten.
Nero wordt door ontdekkingsreiziger Prof. Vladimir Vorosjilov I Podorosi als mensaap aanzien en overgebracht naar de dierentuin in Moskou. Bij hun ontsnapping rijden Van Zwam, Nero en Jef Pedal met een Russische tank door het IJzeren Gordijn, waarvan ze een stuk groter dan 25 op 25 cm meegenomen hebben. Waarmee, uiteraard met de nodige moeilijkheden en avonturen, de vijf taken vervuld zijn.
Eerst wordt nog gewanhoopt omdat de tijd voorzien in het testament verstreken is, maar als blijkt dat geen rekening gehouden werd met het uurverschil en de opdracht alsnog geslaagd is, rijft Nero zijn miljoenen binnen. De pretenties steken bij Nero meteen de kop op: Van Zwam en Pedal worden wandelen gestuurd met elk 500 frank, zijn vrouw kan voortaan zelf de afwas doen en Nero besluit in de politiek op te komen met een scheurlijst.

SITUERING
Met De Erfenis van Nero is Nero — of eigenlijk Detektief Van Zwam — aan zijn vijfde avontuur toe en loopt de reeks ruim één jaar in de krant. Twee verhalen, Het Geheim van Matsuoka en Het B-Gevaar zijn reeds in album uitgegeven.
Naast illustratief werk, politieke cartoons en De Avonturen van Van Zwam, tekent Sleen ook nog eens Piet Fluwijn en Bolleke en Stropke en Flopke in 't Kapoentje. Reeds twee keer maakte Sleen een getekend verslag van de Ronde van Frankrijk en in De Volksmacht tekent hij De Lotgevallen van Neuske, in Zondagsvriend loopt Pollopof.

POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJKE DUIDING
Met dit avontuur is ook de Koude Oorlog tussen het Westen en de USSR in de Nero-strip doorgedrongen. De verwijzingen naar het Russisch gevaar zijn dan ook legio. Wanneer Nero de opdrachten van de notaris aanhoort zegt Nero: "Een stuk van het IJzeren Gordijn... Als ik op de Russen denk. J'ai peur" (strook 13). Hiermee verwijst Nero naar de beroemde uitspraak van toenmalig premier en minister van buitenlandse zaken Paul-Henri Spaak die met de uitroep "J'ai peur!" zijn angst voor de Russische dreiging had verwoord. Op weg naar het "chiekste" hotel van New York lacht Nero: "En laat gij de Russen nu maar in België komen. 'k Zit ik toch ver weg" (strook 23).

Uit een nieuw Amerikaans laboratorium wordt een atoom — in deze strip weergegeven als een bolletje niet groter dan een erwt — gestolen door een Russisch spion, die heel veel weg heeft van Jozef Stalin.
Een stokoude trapper haalt herinneringen naar boven aan de indianenoorlog en verwijst terloops naar het oost-west-conflict. "We schoten de indianen met duizenden van hun paarden en zij kittelden ons de schedel met hun tomahawks. Dat was anders dan kouwe oorlog" (strook 112). Een van de Indianen leest dan weer het boek Ik Verkoos de Vrijheid van de Russische schrijver Victor Kravchenko. Op de rug van een nijlpaard vorderen onze vrienden langzaam maar zeker, gelijk de Russen (strook 174).
In Moskou voert Jef Pedal een bombardement uit, waarna Russische nachtjagers het vliegtuig abschiezsen (strook 209-212). Van Zwam wordt aanzien als de opvolger van generaal Vasiliepotskie die wegens gezondheidsredenen ontslagen werd (strook 219), een verwijzing naar toenmalig Russisch politicus Vorosjilov.
Onze vrienden hebben ontspanning nodig: "Die kouwe oorlog werkt op onze zenuwen!". Wanneer ze uiteindelijk in "de vrije westerse wereld" terugkeren, worden ze met open armen ontvangen: "Weer drie Russen overgelopen!".
Toch zijn niet alle Russen gevaarlijk en boosaardig. De eerlijke Amerikaan die Van Zwam een verloren bankbiljet teruggeeft, blijkt een Rus te zijn (strook 26).
Met een vliegende schotel reizen onze helden van Amerika naar Afrika. Ufo's waren sinds 1947 brandend actueel. In New Mexico zou dat jaar een buitenaards ruimtetuig zijn neergestort. Voor Nero en zijn vrienden betreft het een Amerikaans geheim wapen (strook 159). Boven Afrika wordt de teljoor beschoten door zwarten met een kanon gekregen van het Marshall Plan. Leve het Atlantisch pact! (strook 165).
In Belgisch Congo zijn onze vrienden "om zo te zeggen terug thuis" (strook 175). De vele Franstalige opschriften laten Nero twijfelen of dit eigenlijk geen Franse kolonie is.
De Congolezen worden enerzijds geportretteerd als domme, luie zwarten die hun krant ondersteboven lezen, stelen of een trap onder hun achterste krijgen, maar anderzijds uiten ze ook al protest tegen de Belgische overheersing: "De blanken spelen nu al jaren met onze voeten, laat ons nu de rollen eens omdraaien" (strook 196).
Omtrent de binnenlandse politiek tenslotte is er ook een verwijzing te bespeuren. De wachtpost van het indianenreservaat vraagt naar Van Zwams bewijs van burgertrouw. (strook 119) en Sleen heeft het nogmaals over collaborateurs (strook 146).
De indianen, de rode broeders, hebben het over een coalitie (strook 149), waarmee wordt verwezen naar de regeringscoalitie tussen de christen-democraten en de (rode) socialisten van 20 maart 1947 tot 27 juni 1949. Op het einde van het verhaal besluit Nero met een scheurlijst op te komen (strook 270). De eerder aangehaalde regering liep immers op de klippen en nieuwe verkiezingen gingen door op 26 juni 1949. Met "scheurlijst" bedoelt de tekenaar de Vlaamse Concentratie, een Vlaams-nationalistische lijst die 103.896 stemmen haalde.

IN DE MARGE
• Typerend voor de strips van Marc Sleen is dat de auteur veelvuldig zijn verhalen relativeert en hij midden het verhaal de lezer duidelijk maakt dat het wel degelijk om strips gaat. Zo vinden we op het einde van strook 150 een typische cliffhanger van een kano bovenaan een waterval. Onderaan in het plaatje een tekstbalk met daarin: "Met donder en geraas stort de waterval zich honderden meters diep". De volgende dag krijgt de dagbladlezer hetzelfde plaatje voorgeschoteld en schrijft Sleen: "Maar laat ons de tekst wegnemen: wat zien we dan?" Achter het tekstblokje blijkt een tak schuil te gaan: "Sinds aloude tijden worden alle helden neerstortend in watervallen gered door een vooruitstekende boomstronk. Waarom ook onze helden niet?" Ook de striphelden zelf blijken zich maar terdege bewust dat hun avonturen geen realiteit zijn, maar stripverhalen ontsproten aan de fantasie van tekenaar Sleen. In strook 156 zegt Van Zwam: "Moed jongens, moed! De tekenaar kan ons toch zo maar niet laten omkomen van uitputting, honger en dorst."
• We krijgen een cameo van Joe Louis en Mike Jacobs. Joseph Louis Barrow, Amerikaans zwaargewicht bokser, beter bekend als Joe Louis, met als bijnaam The Brown Bomber wordt beschouwd als een van de beste boksers aller tijden. Joe Louis was ruim elf jaar wereldkampioen in het zwaargewicht, en verdedigde zijn titel 25 keer met succes. Op 1 maart 1949 houdt hij ermee op, wat dus na zijn bokswedstrijd is tegen Nero. Mike Jacobs, joods en de grootste bokspromotor van 1935 tot 1949, controleerde gedurende zijn presidentschap van The Twentieth Century Sporting Club alle kampioenen binnen elke divisie. Elk kampioenschap dat Louis won, gebeurde onder contract met Jacobs.

• In het weekblad 't Kapoentje werden vanaf 1949 'oude' Nero-verhalen hernomen. Achtereenvolgens werden in dit kinderblad Het Zeespook, De Erfenis van Nero, De Blauwe Toekan, Het Rattenkasteel en Het B-Gevaar gepubliceerd. Voor deze publicatie maakte Marc Sleen speciale covers voor 't Kapoentje. Gerelateerd aan het verhaal De Erfenis van Nero werden maar liefst vier omslagtekeningen gemaakt (voor de nummers 26, 35, 43 en 49 uit 1950)
.

Sluit dit venster