|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste
verschijning: 1990
Laatste
verschijning:
1992
Tekenaar: Dirk Stallaert
Scenarist: Hec Leemans |
|
|
"Wat
krijgen we nu?" moeten de lezertjes van 7 tot 77 gedacht hebben
toen ze begin jaren 1990 in Kuifje platen van Nino
voorgeschoteld kregen. "Leeft Hergé
nog?" Nee, een Vlaams gelegenheidsduo was verantwoordelijk
voor El Niño, die stormenderhand zowel jong als oud, critici
en publiek van hun sokken blies met een perfecte klare lijn, sterke
personages, humor van de bovenste plank en een kundige weergave
van het Amerika van de drooglegging.
Tussen 1990 en 1995 publiceren scenarist Hec Leemans,
op dat moment enkel in Vlaanderen gekend als maker van de reeks
Bakelandt, en newbie Dirk Stallaert drie
albums over de Franse weesjongen Nino, die op zijn illegale overtocht
naar de VS vriendschap sluit met de rijke erfgename Claudia del
Ponte Vecchio, in New York intrekt bij de Schotse taxichauffeur
McCab en het aan de stok krijgt met nazi's, maffiosi en de Ku Klux
Klan. Hergé-liefhebbers herkennen meer dan de stijl: niet
alleen kan McCab, die in temperament herinnert aan Haddock, de Loch
Lomond niet weerstaan, het cruiseschip de Normandie, waarop Nino
zijn eerste avontuur beleeft, is ook het schip waarmee Jo en Suus
aan het slot van De Uitbarsting van de Karamako New York
verlaten.
Alleen de eerste twee verhalen raakten in Kuifje voorgepubliceerd
voor het ten grave werd gedragen. De cover van het allerlaatste
nummer, ook in het Frans, was het werk van Stallaert. Hij tekende
een eigen compositie waarop hij de bekendste reeksen uit het weekblad
samenbracht. "Het verhaal loopt ten einde... maar het avontuur
gaat verder!" blokletterde de titel van het afscheidsnummer.
Niet lang voor Nino echter. Hoewel het einde van het derde album een
passage in Hollywood aankondigt en hij in 1995 de Bronzen
Adhemar krijgt, staakt Stallaert de samenwerking. Vandaag
kennen we hem als een van de meest getalenteerde Vlaamse striptekenaars,
maar zelf vond hij dat hij op dat moment nog boven zijn kunnen presteerde:
de uitgepuurde Nino-tekeningen vergden te veel van zijn
tijd. Sindsdien is hij vooral als huurling (voor Marc Sleen,
Merho, Erik Meynen en Urbanus)
aan de slag gegaan, maar is zijn Grote Reeks nog uitgebleven. Met
Nino had hij die eigenlijk al te pakken. Inmiddels heeft
Hec Leemans al vaker te kennen gegeven desnoods zelf dat vierde
of nog meer delen te maken, maar vooralsnog is F.C. De Kampioenen
daarvoor te succesvol. Tot spijt van wie het benijdt, mijn gedacht. |
|