Kuifje-vignet William Hazehart
het duivelshulpje
gepresenteerd door Peter D'Herdt

  William Hazehart 8647

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1978
Laatste verschijning: 1988
Tekenaar:
Serge Ernst
Scenarist: Serge Ernst, Didgé

William Hazehart 8818
 
Serge Ernst tekende in 1978 al enkele jaren met succes zijn bekende Knipoogjes voor Kuifje. Hij wilde zich niet tot het genre van de gagstrip beperken en creëerde daarom een eigen stripfiguur die hij langere verhalen kon laten beleven: William Hazehart. De titelheld was een onderdeurtje dat tijdens de kruistochten geprobeerd had om de troon van zijn koning te usurperen. Zijn plan mislukte en hij werd in een put gegooid die rechtstreeks uitkwam in de hel, waar de duivel hem een pact liet ondertekenen. Hij zou, ter uitbreiding van de verzameling van zijn nieuwe meester en tot vermaak van de Kuifje-lezers, de komende tien jaar vruchteloos zieltjes van beroemde personen proberen te bemachtigen.
Het tweede slachtoffer (zijn eerste poging was Napoleon Bonaparte) van Hazehart was een strippersonage uit een rivaliserend blad: Jaap (of Bobo) van Paul Deliège. Voor de schetsen van Jaap liet Ernst zich bijstaan door zijn vriend Didgé (Didier Chardez), een jongeman die op dat moment (samen met Julos die trouwens ook voor enkele Knipoogjes de pitch zou aanleveren) Deliège assisteerde en voorts nog enkele niemendalletjes bij Robbedoes tekende. Het werd het begin van een lange samenwerking. Tien jaar lang lieten ze, Didgé op de schrijversstoel en Ernst aan de tekentafel, William Hazehart op zieltjesjacht gaan. À rato van vijf à tien pagina's per avontuur met telkens satirisch-absurdistische inslag passeerde een resem prominenten de revue: David Livingstone, Nostradamus, Ludwig van Beethoven, Hannibal, Neil Armstrong,... De reeks verscheen heel onregelmatig, tussen alle andere werk van de makers (Ernst met zijn Knipoogjes, Didgé met onder andere Ons Leerzame Hoekje en Meneer Edouard) door en dat bleek niet bevorderlijk voor de populariteit. Toch is ze bijzonder omdat het in die tijd een van de weinige humoristische reeksen in Kuifje was die niet in de vorm van eenpaginagags verscheen. Daardoor was ze wat atypisch voor het weekblad en had ze zelfs eerder bij de concurrentie in Marcinelle gepast. Op het einde van de jaren 1980 waagden Didgé en Ernst zich zelfs aan twee volledige albumverhalen (Ziel in de Diepvries en Het Big Bagno), maar die sloegen, ondanks de verfijning van het tekenwerk van Ernst, niet aan. Het zou het einde van de reeks betekenen.