|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste
verschijning: 1970
Laatste
verschijning:
1990
Auteur: Serge Ernst |
|
|
In
het begin van 1975 zat de toen nog piepjonge Serge Ernst
op Sint-Lucas. Schoolmoe trok hij op een dag naar Brussel en klopte
met zijn tekeningen aan bij verschillende redacties: Robbedoes,
(het Brusselse kantoor van) Pilote, Kuifje. Bij
Robbedoes stond hij naar eigen zeggen op 3 minuten en 25
seconden buiten met afgekeurde tekeningen wegens "te commercieel".
Bij Pilote twijfelden ze. Maar bij Kuifje hapten
ze meteen toe. Ernst trapte het af op school en zag enkele maanden
later zijn eerste werk, een gag in een enkele tekening, in Kuifje
staan. Het zou, samen met het Vrijheidsbeeld, onbewoonde eilanden
en Tarzan die zeer vaak als dankbaar onderwerp terugkeerden, zijn
handelsmerk worden: een illustratie opgebouwd rond een krachtig
en grappig idee, een absurdistisch 'knipoogje' naar de realiteit.
Geen echte strip en dus ook geen tot de verbeelding sprekende held
waarmee lezers zich konden vereenzelvigen (en waardoor zijn knipoogjes
zich minder vanzelfsprekend in het collectieve geheugen griften).
Maar de echte helden van zijn reeks waren de humor en de lach en
dat maakte van de minzame Ernst een ontzettend populaire steunpaal
van het weekblad, zowel bij de lezers als bij de collega's. "Iedereen
mag hem", schreef hoofdredacteur Jean-Luc Vernal
in 1986 naar aanleiding van tien jaar Knipoogje en dat
lag ongetwijfeld aan zijn gevoel voor humor. Hoewel zijn grappen
vaak ontstonden vanuit zaken die hem tegen de borst stootten of
stoorden, werden ze nooit boosaardig, maar eerder poëtisch
tot zelfs een tikkeltje teder. Niet toevallig keek hij zelf enorm
op naar René Goscinny en André
Franquin die hun ambacht op dezelfde manier beoefenden.
De bewondering van anderen voor zijn eigen werk bleek ook duidelijk
in de voorwoorden die sommigen voor zijn stripalbums schreven: Turk
en Bob De Groot, René Hausman,
Grzegorz Rosinski. Anderen leverden met plezier
ideeën aan voor gags: Didier Comès,
Jean-Luc Vernal, Francis Carin, François
Walthéry, maar vooral zijn beste vriend Didgé
die een vijftigtal Knipoogjes zou bedenken en met wie hij
ook de stripreeks rond William Hazehart zou maken. Ook
zijn echtgenote (Marie-Paule) en andere familieleden
reikten af en toe een insteek aan voor de meer dan vijfhonderd gags
die Ernst voor Kuifje tekende tot hij in het begin van
de jaren 1990 naar Robbedoes trok en daar startte met De
Zappers. Sinds 2011 tekent hij op scenario van Zidrou
Kale Kop (vertaald door Strip2000), over
een aan leukemie lijdend meisje op de kinderafdeling van een ziekenhuis.
Ernst kreeg er al heel wat lof voor uit de strip- en medische wereld.
In 2012 stichtte hij 2000 BD, een vereniging om
gratis strips te kunnen schenken aan kinderen die kanker of leukemie
hebben en met tekenaars naar ziekenhuizen te trekken. Het goede
doel is actief in België, Frankrijk, Zwitserland, Spanje, Luxemburg,
de Verenigde Staten, Honduras en Peru. Iedereen mag hem, inderdaad. |
|