Kuifje-vignet Jonathan
de kwetsbare antiheld
gepresenteerd door Wouter Adriaensen

  Jonathan 7506

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1975
Laatste verschijning: 1986
Auteur:
Cosey

Jonathan 8034
 
Eind jaren 1970 is de dromerige twintiger Jonathan de vreemde eend in de Kuifje-bijt tussen de Bernard Princen, Dan Coopers en andere Koene Ridders. De Zwitser Bernard Cosandey — zeg maar Cosey — maakt een reeks zonder flitsende actie, komische slapstick of mysterieuze moordonderzoeken. In het eerste album loopt de titel'held' zelfs met geheugenverlies en een psychologisch trauma rond. Later wordt hij een van de eerste antihelden in de Europese strip genoemd. Synoniemen als "van vlees en bloed" en "kwetsbaar" vallen.
De verhalen staan bol van mystieke dromen, heilige vriendschappen en spirituele zoektochten. Nog mooier zijn de tekeningen: adembenemende natuurlandschappen in prachtige pasteltinten en ongewone bladschikkingen. Alsof we zelf met de motor de Himalaya aan het verkennen waren.
In 1982 krijgt Cosey in Angoulême een Alfred voor beste album voor het zevende deel van de reeks, Kate. Vanaf dan zoemt hij nog dieper in op de psychologie van zijn personages. Jonathan trekt ook verder dan Tibet, eerst nog naar Aziatische landen, later zelfs de oceaan over naar de Verenigde Staten. De voorpublicatie in Kuifje was dan al gestopt. Op den duur had Cosey het wel gezien met de reeks en begint hij one-shots te maken, waaronder het bejubelde tweeluik en het voor Le Lombard onverwachte verkoopsucces Op Zoek naar Peter Pan. Geloof ons: die eerste albums van de dromerige Jonathan zijn minstens even goed.
Maar niet iedereen bij Kuifje was de reeks gunstig gezind. Marc Legendre diste uit zijn jaren als hoofdredacteur van de Nederlandstalige versie van het weekblad nog de volgende anekdote op over Jonathan. Net als Buddy Longway, van Coseys dikke vriend en mentor Derib (voor wie Cosey Go West en Yakari inkleurde), is Jonathan ook wel gekend voor de grote prenten met veel decor en weinig tekst. Begin jaren 1980 vond Guy Leblanc, de zoon van uitgever Raymond Leblanc, dat de uitgeverij werd "opgelicht". Hij was er na een zorgvuldige telling achtergekomen dat een modale strip uit ongeveer een dozijn prenten bestond terwijl de strips van Cosey en Derib slechts gemiddeld zes prenten telden en daar kregen ze dan ook nog eens een volledige plaatprijs voor. Cosey moest kiezen: ofwel dubbel zoveel prenten per plaat tekenen ofwel de helft van zijn plaatprijs inleveren. Voor Derib waren verzachtende omstandigheden in te roepen. Hij tekende namelijk paarden en dat is meer werk dan het tekenen van de Himalaya.