Kuifje-vignet Roodoog
het opperhoofd
gepresenteerd door Peter D'Herdt

  Roodoog 6943

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1969
Laatste verschijning: 1990
Auteur:
Cordon Bess

Roodoog 7653
 
Nadat Greg in de eerste jaren van zijn hoofdredacteurschap met succes een aantal langlopende avonturenreeksen had gelanceerd, begon hij ook het humorcompartiment aan te pakken. Na Dommel (1968) en Robin Hoed (begin 1969), lonkte de Amerika-gekke Greg over de oceaan. Ex-marinier Gordon Bess en diens reeks Roodoog, een soort indianenversie van Flip Flink, bleken — pun intended — een schot in de roos. De titelheld was het quasi-competente opperhoofd van een bewust niet gespecificeerde indianenstam, wat Bess toeliet om ongegeneerd indianenelementen toe te voegen zonder historisch correct te hoeven zijn. In gags van een strookje of soms van een volledige pagina beleefde hij alledaagse verhalen die Bess met een absurde twist (pratende planten incluis) tot dolkomische situaties omvormde. Daarin werd hij bijgestaan door een paar herkenbaar grappige familieleden: zijn corpulente en ietwat bazige vrouw Slepende Slof, zijn kinderen Wolkje en Mopsneus en zijn met een stevig drankprobleem worstelende en vuilbekkende moeder. De échte helden waren echter de werkschuwe en frauduleuze medicijnman, de eindeloos laffe mustang Kataklop en de sympathieke doch onhandige krijger — en zeer tegen de zin van Roodoog tevens de love-intrest van Wolkje — Krulteen. Zij drie zouden het vaakst de lezer doen schuddebuiken en uitgevers zouden zelfs meermaals de naam van die laatste gebruiken om de reeks aan de man te brengen. Zo werden de gags in de Franse krant Le Républicain Lorrain gepubliceerd onder diens naam Plume d'Oeuf en ook in de Verenigde Staten wijzigde men de oorspronkelijke titel Redeye af en toe in Tanglefoot.
Voor Het Laatste Nieuws had een Engelsonkundige vertaler er eerder wel nog Roodvoet van gemaakt, maar in Kuifje werd het uiteindelijk gewoon de letterlijke vertaling Roodoog. En in al zijn eenvoud zou Roodoog de eerste jaren bovenaan de populariteitslijstjes prijken. Bess werd in 1976 beloond mmet de prijs voor beste buitenlandse werk in Angoulême. In de jaren 1980 daalde — ondanks fans zoals Daniel Kox en Peter De Wit — de waardering van het publiek gestaag, maar toch zou de reeks tot het einde van het Franstalige Tintin in het weekblad staan. Kort daarop werd Bess ziek en stopte hij noodgedwongen met tekenen (amper een jaar later, in 1989, zou hij de eeuwige jachtvelden opzoeken). De reeks verscheen daardoor uiteindelijk nog slechts sporadisch — de laatste keer in 1990 — in de Nederlandse doorstart van Kuifje. In de Verenigde Staten zou de reeks nog wel een twintigtal jaar door opvolgers worden verzorgd, maar in 2008 werd ze definitief opgedoekt.