Kuifje-vignet Maarten Milaan
de zonderling
gepresenteerd door Wouter Porteman

  Maarten Milaan 6752

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1967
Laatste verschijning: 1984
Auteur:
Christian Godard

Maarten Milaan 7715

Maarten Milaan 8404
 
Kuifje 1001. Het begin van een strip die leest als een sprookje uit 1001 nacht. Op de cover komt een gammel sportvliegtuigje aangevlogen. De start van een van de markantste strips uit de hoogdagen van het weekblad. In 1967 gaf toenmalig hoofdredacteur Greg immers vrij spel aan scenarist-tekenaar Christian Godard om een nieuwe humorheld te creëren. Dit werd de taxipiloot Maarten Milaan, een naam enkel gekozen omdat hij zo lekker klinkt. En die pijprokende roodharige kerel verkoopt zijn diensten aan wie hem nodig heeft. Of het nu een pakje overvliegen is of een persoon brengen naar een verlaten eiland in de Pacific, Maarten doet het tegen een klein prijsje, of zelfs minder.
De eerste verhalen waren nog schuchtere kortverhalen van acht pagina's, boordevol woordspelingen en situatiehumor. Maar dat veranderde snel. Godard verliet het pad van de gratuite humor en koos voor de bittere ernst met een glimlach. Zo volgde hij de tijdsgeest en boorde grote thema's aan zoals corruptie (Van Eilandjes en Mensen), watertekort (De Emir met de 7 Bedoeïenen), psychiatrie (Adeline of het Einde van de Nacht) of wapenverkoop (De Beta-straal). Bovendien maakte hij van Maarten een van de meest ondoorgrondelijke striphelden uit het weekblad. Hij is een zonderling die alles vanop een afstand bekijkt en nauwelijks handelt. Wat hij in zijn binnenste denkt of voelt, moet je er met een kurkentrekker uithalen. Ja, hij heeft een mening. Hij denkt na over het leven en de dingen des levens en heeft een ijzeren moraal. Zo kan de vliegende hippieboy niet tegen onrecht of gezag, maar hij weet het vaak lang te verbergen. Maarten Milaan laat immers zelden het achterste van zijn tong zien. Enkel als zijn vat vol is, neemt hij een beslissing of deelt botweg een klap uit. Maarten is een echt enigma voor iedereen in zijn omgeving.
Twee dingen zijn wel kristalhelder. Ten eerste is Maarten Milaan een zwerver. Met zijn oude vliegtuigje, de Pelikaan, blijft hij nooit ergens lang. Zonder enige verklaring kan een nieuw verhaal beginnen, ergens in Midden-Europa (Een Schaduw Kwam Voorbij), Afrika (Het Kind van de Horde) of in Zuid-Amerika (De Zwervers van de Jungle). Maar steeds is het een plaats waar de civilisatie niet of nauwelijks is doorgedrongen. Een tweede vaststelling is dat Maarten Milaan een van de enige striphelden is die geen sidekick nodig heeft. Maarten heeft geen Haddock, Enak of Barney Jordan die hem kleur geven. Bovendien heeft de piloot geen geschiedenis, of het moesten zijn twee jeugdvrienden Jan en Adeline zijn die even kwamen opduiken in zijn verhalen.
Het mysterie Maarten Milaan was een bewuste keuze van Godard. Zo vermeed hij dat hij in herhaling viel, en zijn tijd moest verspillen aan running gags die de nevenpersonages kleurden. "Een mentale gevangenis" noemde Godard dit ooit. In zijn later werk (Norbert en Kari, Axel Moonshine, De Jolige Jungle,...) werkte de Fransman wel met vaste sidekicks, maar geen enkele held blijft zo bestand tegen de tijd als zijn non-held Maarten Milaan.
Deze atypische serie grossierde in stripprijzen voor beste humoristische scenario (Phenix 1972, Alfred 1974, Sint-Michiels 1979,...), maar in 1981 was Maarten Milaans liedje toch uitgezongen. Een dubbele doorstart met de niet-vertaalde albums Le Cocon du Désert (1993) en La Goule et le Biologiste (1997) kende geen succes.