|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste
verschijning: 1967
Laatste
verschijning:
1984
Tekenaar: Eddy Paape
Scenarist: Greg, Gérard
Jourd'hui, Eddy Paape, André-Paul Duchâteau |
|
|
Eind
1966 was Greg al een tweetal jaar hoofdredacteur
van Kuifje. Hij stelde vast dat het sciencefictiongenre
ondervertegenwoordigd was in het blad en hij vroeg aan Eddy
Paape om de reeks Luc Orient te tekenen die Greg
zelf zou schrijven. Waarom? "Omdat hij de laatste was aan wie
een concurrent dacht om hem sciencefiction te laten tekenen",
aldus Greg. Dat kwam goed uit voor Paape want hij er was onenigheid
gerezen bij uitgeverij Dupuis voor wie hij in Robbedoes
de detectivereeks Jan Kordaat publiceerde.
Ravian maakte pas eind 1967 zijn intrede in Pilote.
Het genre werd tot die periode altijd beschouwd als pulp en kon
op weinig goedkeuren rekenen. Edgar P. Jacobs leek
die aversie nochtans te counteren met zijn Blake en Mortimer.
Met Luc Orient wilde men verandering brengen in het genre
en de houding ertegenover. De paginalay-out was dynamisch, bepaalde
inkleureffecten deden hun intrede, de aanpak van de decors en de
personages was verfrissend en wasemde vooruitgang uit. Luc Orient
was een moderne sf-reeks. Of zoals Alain De Kuyssche het
in zijn biografie Eddy Paape: La Passion de la Page d'Après
verwoordde: "Luc Orient bracht de stripwereld bij
wat 2001, A Space Odyssey van Stanley Kubrick
(en Arthur C. Clarke, de schrijver van het scenario)
aan de sciencefictionfilms bijbracht: klasse."
Luc Orient beleefde vanaf 17 januari 1967 zijn eerste avontuur
waarin hij streed tegen aliens. Paape: "Ik denk dat ik wel
mag zeggen dat we met Luc Orient pionierswerk verrichten.
Tot dan bestond sciencefiction uit monsters tegen aardse, intergalactische
superhelden. We wilden een verhaal vertellen dat standhield met
sciencefiction als achtergrond."
De eerste cyclus van vijf verhalen zijn nog geïnspireerd op
Flash Gordon, een Amerikaans oervoorbeeld in het genre,
waarin Luc naar de planeet Terango reist om het van de dictator
Sectan te bevrijden. terug op aarde krijgen Luc en zijn vrienden
te maken met genetische manipulaties, onbekende volkeren en andere
uiteenlopende gevaren, confrontaties en bedreigingen in een tweede
grote cyclus van zes verhalen. De derde hoofdcyclus gaat over de
uittocht van een volledig volk en duurt vier verhalen.
Toen Greg eerst naar Frankrijk vertrok en dan naar de Verenigde
Staten om een uitwisseling van tekenaars en scenaristen op poten
te zetten (wat nog zou leiden tot de creatie van Largo Winch
want Jean Van Hamme was een van de betrokken scenaristen),
dreigde het einde van de reeks. Greg vroeg aan regisseur Gérard
Jourd'hui om hem te vervangen, maar Eddy Paape voltooide
zelf het verhaal Roubak, Laatste Hoop. In album 17 werden
kortverhalen gebundeld op scenario van Greg, Jourd'Hui en André-Paul
Duchâteau. Andreas Martens was van
de schoolbanken geplukt door zijn tekenleraar Paape om hem te assisteren
bij het tekenen en inkten.
In 1994 keerde Luc Orient nog eens terug nadat Greg de
meeste van zijn reeksen opnieuw wilde oppikken, maar niemand had
echt op hem gewacht, andere scenaristen hadden hem voorbijgestoken
en het sf-genre was al helemaal binnenstebuiten gekeerd waardoor
al wat traditioneel en Franco-Belgisch was ferm tegenwicht kreeg.
Dat laatste album, Afspraak om 20 Uur in de Hel..., was
geen succes en de eens innoverende sf-reeks (met vernieuwende kadrages
en een inventieve vertelling) was nu een achterhaalde strip. Onenigheid
over het scenario van het daaropvolgende verhaal zorgden voor oponthoud
en na het overlijden van Greg in 1999 was het sowieso afgelopen.
Het laatste verhaal kwam niet verder dan elf pagina's scenario en
zes getekende platen. |
|