|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste
verschijning: 1958
Laatste
verschijning:
1968
Tekenaar: Berck
Scenarist: René
Goscinny,
Yves Duval, Jacques Acar |
|
|
De
Leuvense tekenaar Berck wilde begin jaren 1950
dolgraag in Kuifje publiceren als realistisch tekenaar
en had toen al een verhaal getekend over De Leeuw van Vlaanderen,
maar artistiek directeur Evany verwees hem door
naar Chez Nous / Ons Volkske waar hij illustraties
maakte bij artikels. Daarna kon hij terecht bij Publi-art,
het reclameagentschap van Le Lombard waar hij als
opvolger van Jean Graton (die het te druk kreeg
met Michel Vaillant) zijn realistisch tekenwerk kon voortzetten.
Hij klom er zelfs op tot chef-tekenaar tot de hoofdredactie van
Kuifje, gecharmeerd door komische strookjes voor het chocolademerk
Victoria, hem in 1958 aanbood om een komische serie
te tekenen. Kuifje wilde namelijk dringend meer humoristische
reeksen in het blad om op gelijke voet te kunnen concurreren met
Robbedoes.
Dat was vooral goed nieuws voor komisch natuurtalent René
Goscinny die tussen 1956 en 1961 voor zowat iedereen schreef
die aan Kuifje meewerkte (Bob De Moor,
André Franquin, Maurice Maréchal,
Albert Weinberg, Dino Attanasio,
Jo-El Azara, Raymond Macherot,
Albert Uderzo,...) terwijl hij ook voor andere
bladen actief was. In Robbedoes verscheen bijvoorbeeld
Lucky Luke waar hij sinds 1955 de scenarist van was en
in 1959 kwam Asterix erbij voor het nieuwe, Franse stripweekblad
Pilote. Berck herinnerde zich een cartoon over de bevrijding
van Parijs met een taxichauffeur die zijn taxi voor geen miljoen
zou verkopen. Zijn idee om (na zijn uren bij Publi-art) een serie
te maken over een Parijse taxichauffeur, die de gekste opdrachten
kon krijgen en in wiens taxi gelijk wie kon instappen die het begin
van een nieuw avontuur kon betekenen, vond bijval bij zijn toegewezen
partner in crime. En zo begon Pechvogel met een heleboel
gags en kortverhalen voor het eerste lange verhaal Pechvogel
Leidt de Dans in 1959 verscheen.
Enkele maanden na de lancering van Pechvogel stond de nieuwe
reeks vooraan geklasseerd in een opiniepeiling, Goscinny's andere
reeks Hoempa Pa (getekend door Uderzo) achteraan. Goscinny
ging bij Raymond Leblanc opslag vragen, maar kreeg
die enkel voor Pechvogel en Spaghetti, niet voor
Hoempa Pa. Uit onvrede met deze beslissing nam hij ontslag.
Kuifje was Goscinny kwijt. Vervolgens namen Yves
Duval en Jacques Acar Pechvogel
over en bleef Berck de serie met evenveel plezier maken. Maar nadat
Greg als nieuwe hoofdredacteur het werk van Acar
begon te bekritiseren en Berck het voor hem opnam, keerde Greg zich
ook tegen Berck door harde commentaren te leveren op zijn eigenzinnige
kleurgebruik en zijn tekenstijl. Zodoende paste Berck zijn tekenstijl
aan voor Pechvogel en de Voedselstraal waarin de verhoudingen
van de personages ineens compleet veranderd waren. Klagen bij Leblanc
hielp niet want die speelde onder één hoedje met Greg.
Overstappen naar Robbedoes, wat Macherot hem voordeed,
was de andere optie, maar zijn contract zat hem voorlopig in de
weg. Dat raakte wel opgelost, maar Berck speelde de rechten op het
personage Pechvogel voor dertig jaar lang kwijt. Dat maakte uiteindelijk
niets uit want Le Lombard heeft daarna niets meer met het personage
ondernomen zoals bijvoorbeeld met Ton en Tinneke en Chlorophyl
wel het geval was.
Als albumreeks schopte Pechvogel, dat nochtans een succes
kende in vele Europese landen, tots zelfs het Arabisch toe, het
ook al niet verder dan goedkopere uitvoeringen in Collectie
Jong Europa en Favorietenreeks. Tegenwoordig bemoeilijken
de erfgenamen van René Goscinny elk initiatief voor een integrale
heruitgave. |
|