Kuifje-vignet Pechvogel
de taxichauffeur
gepresenteerd door David Steenhuyse

  Pechvogel 5943

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1958
Laatste verschijning: 1968
Tekenaar:
Berck
Scenarist: René Goscinny,
Yves Duval, Jacques Acar

Pechvogel 6027

Pechvogel 6804
 
De Leuvense tekenaar Berck wilde begin jaren 1950 dolgraag in Kuifje publiceren als realistisch tekenaar en had toen al een verhaal getekend over De Leeuw van Vlaanderen, maar artistiek directeur Evany verwees hem door naar Chez Nous / Ons Volkske waar hij illustraties maakte bij artikels. Daarna kon hij terecht bij Publi-art, het reclameagentschap van Le Lombard waar hij als opvolger van Jean Graton (die het te druk kreeg met Michel Vaillant) zijn realistisch tekenwerk kon voortzetten. Hij klom er zelfs op tot chef-tekenaar tot de hoofdredactie van Kuifje, gecharmeerd door komische strookjes voor het chocolademerk Victoria, hem in 1958 aanbood om een komische serie te tekenen. Kuifje wilde namelijk dringend meer humoristische reeksen in het blad om op gelijke voet te kunnen concurreren met Robbedoes.
Dat was vooral goed nieuws voor komisch natuurtalent René Goscinny die tussen 1956 en 1961 voor zowat iedereen schreef die aan Kuifje meewerkte (Bob De Moor, André Franquin, Maurice Maréchal, Albert Weinberg, Dino Attanasio, Jo-El Azara, Raymond Macherot, Albert Uderzo,...) terwijl hij ook voor andere bladen actief was. In Robbedoes verscheen bijvoorbeeld Lucky Luke waar hij sinds 1955 de scenarist van was en in 1959 kwam Asterix erbij voor het nieuwe, Franse stripweekblad Pilote. Berck herinnerde zich een cartoon over de bevrijding van Parijs met een taxichauffeur die zijn taxi voor geen miljoen zou verkopen. Zijn idee om (na zijn uren bij Publi-art) een serie te maken over een Parijse taxichauffeur, die de gekste opdrachten kon krijgen en in wiens taxi gelijk wie kon instappen die het begin van een nieuw avontuur kon betekenen, vond bijval bij zijn toegewezen partner in crime. En zo begon Pechvogel met een heleboel gags en kortverhalen voor het eerste lange verhaal Pechvogel Leidt de Dans in 1959 verscheen.
Enkele maanden na de lancering van Pechvogel stond de nieuwe reeks vooraan geklasseerd in een opiniepeiling, Goscinny's andere reeks Hoempa Pa (getekend door Uderzo) achteraan. Goscinny ging bij Raymond Leblanc opslag vragen, maar kreeg die enkel voor Pechvogel en Spaghetti, niet voor Hoempa Pa. Uit onvrede met deze beslissing nam hij ontslag. Kuifje was Goscinny kwijt. Vervolgens namen Yves Duval en Jacques Acar Pechvogel over en bleef Berck de serie met evenveel plezier maken. Maar nadat Greg als nieuwe hoofdredacteur het werk van Acar begon te bekritiseren en Berck het voor hem opnam, keerde Greg zich ook tegen Berck door harde commentaren te leveren op zijn eigenzinnige kleurgebruik en zijn tekenstijl. Zodoende paste Berck zijn tekenstijl aan voor Pechvogel en de Voedselstraal waarin de verhoudingen van de personages ineens compleet veranderd waren. Klagen bij Leblanc hielp niet want die speelde onder één hoedje met Greg. Overstappen naar Robbedoes, wat Macherot hem voordeed, was de andere optie, maar zijn contract zat hem voorlopig in de weg. Dat raakte wel opgelost, maar Berck speelde de rechten op het personage Pechvogel voor dertig jaar lang kwijt. Dat maakte uiteindelijk niets uit want Le Lombard heeft daarna niets meer met het personage ondernomen zoals bijvoorbeeld met Ton en Tinneke en Chlorophyl wel het geval was.
Als albumreeks schopte Pechvogel, dat nochtans een succes kende in vele Europese landen, tots zelfs het Arabisch toe, het ook al niet verder dan goedkopere uitvoeringen in Collectie Jong Europa en Favorietenreeks. Tegenwoordig bemoeilijken de erfgenamen van René Goscinny elk initiatief voor een integrale heruitgave.