Kuifje-vignet Spaghetti
de Italiaan
gepresenteerd door Peter D'Herdt

  Spaghetti 5809

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1957
Laatste verschijning: 1978
Tekenaar:
Dino Attanasio
Scenarist: René Goscinny, Lucien Meys, Dino Attanasio, Roger Francel, Joanna Attanasio, Sas, Yves Duval

Spaghetti 6739
 
De Milanees Eduardo "Dino" Attanasio kwam in 1948 op 22-jarige leeftijd in België terecht. Hij vond relatief snel werk, eerst bij een animatiestudio waar hij nog meewerkte aan La Rosa Di Bagdad dat de jeugdprijs op het Filmfestival van Venetië won en vervolgens bij World Press waar hij samenwerkte met Jean-Michel Charlier aan Oom Wim-verhalen voor Robbedoes. Nadat René Goscinny en Charlier met slaande deuren bij World Press vertrokken waren, kreeg hij het echter moeilijker en kwam enkel nog aan de bak in Averbode-uitgaves à la Les Petits Belges. Humor is echter het beste medicijn tegen zwartgalligheid en dus vond hij het grappig autobiografisch (Attanasio zocht voor diens voorkomen en grappig Italiaans accentje inspiratie bij zichzelf) figuurtje Signor Spaghetti uit, later verkort tot Spaghetti. Voorlopig zou hij hem echter nog even in de schuif laten zitten. In 1956 begon hij bij Kuifje en een jaar later stapte hij met een korte synopsis op hoofdredacteur André Fernez af. Die kon het atypische (een cowboy, een detective, een ridder, dat hadden ze allemaal al in Kuifje) mannetje wel appreciëren en René Goscinny, met wie Attanasio ook nog had gewerkt bij World Press, werd voorgesteld als scenarist. Samen verzonnen ze tussen 1957 en 1959 een twintigtal gags, waarin Spaghetti steeds in onberispelijk maatpak, allerlei klusjes aannam die keer op keer verkeerd afliepen.
In 1959 — op hetzelfde moment dat Attanasio Ton en Tinneke overnam van André Franquin — besliste de nieuwe hoofdredacteur Marcel Dehaye om met het weekblad een meer humoristische koers te varen. Daardoor kreeg een aantal gagstrips een upgrade en Spaghetti werd er een van. Vijftien lange verhalen zouden volgen. In het derde avontuur, Spaghetti Zoekt een Baantje, werd een grappige tegenpool, neef Prosciutto, geïntroduceerd en de twee zouden al gauw onafscheidelijk zijn. Ook enkele andere personages werden net als het duo in de hoofdrol genoemd naar (Italiaans) voedsel.
Ook na het vertrek van Goscinny in 1965, werkte Attanasio voort aan Spaghetti, alleen of bijgestaan door onder anderen Roger Francel (een directeur bij de toenmalige RTBF), Lucien Meys (die ook al gags voor Ton en Tinneke schreef) en zelfs zijn eigen echtgenote Joanna.
In 1966 trakteerde een Italiaans-Brusselse restauranthouder Dino op zijn eigen gewicht (tachtig kilo!) in spaghetti, uit erkentelijkheid voor een van zijn beroemdste landgenoten in België. In 1968 gingen Spaghetti en Prosciutto, na een akkefietje tussen Attanasio en zijn bazen, op een lange vakantie (en naar andere uitgevers), waarvan ze tien jaar later voor nog twee kortverhalen op scenario van Yves Duval terugkeerden.