|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste
verschijning: 1957
Laatste
verschijning:
1978
Tekenaar: Dino Attanasio
Scenarist: René
Goscinny, Lucien Meys, Dino Attanasio, Roger Francel, Joanna
Attanasio, Sas, Yves Duval |
|
|
De
Milanees Eduardo "Dino"
Attanasio kwam in 1948 op 22-jarige leeftijd in
België terecht. Hij vond relatief snel werk, eerst bij een
animatiestudio waar hij nog meewerkte aan La Rosa Di Bagdad
dat de jeugdprijs op het Filmfestival van Venetië won en vervolgens
bij World Press waar hij samenwerkte met Jean-Michel
Charlier aan Oom Wim-verhalen voor Robbedoes.
Nadat René Goscinny en Charlier met slaande
deuren bij World Press vertrokken waren, kreeg hij het echter moeilijker
en kwam enkel nog aan de bak in Averbode-uitgaves
à la Les Petits Belges. Humor is echter het beste
medicijn tegen zwartgalligheid en dus vond hij het grappig autobiografisch
(Attanasio zocht voor diens voorkomen en grappig Italiaans accentje
inspiratie bij zichzelf) figuurtje Signor Spaghetti uit, later verkort
tot Spaghetti. Voorlopig zou hij hem echter nog even in de schuif
laten zitten. In 1956 begon hij bij Kuifje en een jaar
later stapte hij met een korte synopsis op hoofdredacteur André
Fernez af. Die kon het atypische (een cowboy, een detective,
een ridder, dat hadden ze allemaal al in Kuifje) mannetje
wel appreciëren en René Goscinny, met wie Attanasio
ook nog had gewerkt bij World Press, werd voorgesteld als scenarist.
Samen verzonnen ze tussen 1957 en 1959 een twintigtal gags, waarin
Spaghetti steeds in onberispelijk maatpak, allerlei klusjes aannam
die keer op keer verkeerd afliepen.
In 1959 — op hetzelfde moment dat Attanasio Ton en Tinneke
overnam van André Franquin — besliste
de nieuwe hoofdredacteur Marcel Dehaye om met het
weekblad een meer humoristische koers te varen. Daardoor kreeg een
aantal gagstrips een upgrade en Spaghetti werd er een van.
Vijftien lange verhalen zouden volgen. In het derde avontuur, Spaghetti
Zoekt een Baantje, werd een grappige tegenpool, neef Prosciutto,
geïntroduceerd en de twee zouden al gauw onafscheidelijk zijn.
Ook enkele andere personages werden net als het duo in de hoofdrol
genoemd naar (Italiaans) voedsel.
Ook na het vertrek van Goscinny in 1965, werkte Attanasio voort
aan Spaghetti, alleen of bijgestaan door onder anderen
Roger Francel (een directeur bij de toenmalige
RTBF), Lucien Meys (die ook al
gags voor Ton en Tinneke schreef) en zelfs zijn eigen echtgenote
Joanna.
In 1966 trakteerde een Italiaans-Brusselse restauranthouder Dino
op zijn eigen gewicht (tachtig kilo!) in spaghetti, uit erkentelijkheid
voor een van zijn beroemdste landgenoten in België. In 1968
gingen Spaghetti en Prosciutto, na een akkefietje tussen Attanasio
en zijn bazen, op een lange vakantie (en naar andere uitgevers),
waarvan ze tien jaar later voor nog twee kortverhalen op scenario
van Yves Duval terugkeerden.
|
|