|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste
verschijning: 1956
Laatste
verschijning:
1967
Tekenaar: Fred Funcken,
Liliane Funcken
Scenarist: Fred Funcken,
Liliane Funcken, Jacques Acar |
|
|
Begin
1956 was het echtpaar Fred en Liliane Funcken
al enkele jaren aan het werk bij Kuifje met historische
kortverhalen en hun bekendste reeks De Witte Ruiter. Hun
nauwgezetheid en historische kennis leverden hen het respect en
de waardering van collega's op. Ze zouden de komende jaren regelmatig
als depanneurs van dienst ingeschakeld worden om zieke (een grieperige
Paul Cuvelier voor Zilveren Vlam) of onzekere
(voor De Valstrik van Blake en Mortimer verzorgden
ze de potloodschetsen van een tiental middeleeuwse pagina's) collega's
te helpen. Ook de bazen wisten hen te vinden. Zo klopte Raymond
Leblanc op een dag bij hen aan met de vraag om een serie
te maken waarin de zee centraal stond. De volgzame Funckens creëerden
Harald, die ze voor alle duidelijkheid "de viking" noemden
en ze lieten hun held, verbannen na een gerechtelijke dwaling maar
bijgestaan door zijn onafscheidelijke vriend Ragnar, het grootste
deel van het eerste verhaal beleven op zee. Dat eerste avontuur
zou als enige van de serie in de legendarische Lombard Collectie
verschijnen. In de volgende verhalen speelde de zee een minder
grote rol, maar bleven eerzucht en vriendschap centraal staan en
leverden de Funckens steevast klassiek, maar zeer zorgvuldig tekenwerk
af.
Hoewel het vandaag, samen met De Witte Ruiter, als het
hoogtepunt van hun passage bij Kuifje wordt gezien, bleef
destijds het succes voor Harald echter uit. Dat was voor
een groot stuk te wijten aan het beperkte schrijftalent (het is
geen toeval dat Yves Duval hen voor onder anderen
Doc Silver ging bijstaan) van de Funckens. Zelf gaven ze
later ook toe dat hun hart niet bepaald bij Harald lag.
Hun interesse en aandacht gingen dan ook snel uit naar nieuwe (maar
steeds even stereotiepe en tegenwoordig als zeer oubollig ervaren)
helden en even later naar het gigantische encyclopedische werk over
militair-historische kostuums dat ze medio jaren 1960 zouden gaan
aanvangen.
Voor Harald viel zo in 1967 het doek, na vier lange en twee korte
waarvan eentje op scenario van Jacques Acar. Er
volgden nog wel enkele occasionele gastrollen. Eind 1987 keerde
Harald bijvoorbeeld nog even terug om Thorgal, zowel qua thematiek
als qua historische setting zijn spirituele neef, geluk te wensen
met diens tiende verjaardag.
|
|