Kuifje-vignet Harald de Viking
de Viking
gepresenteerd door Peter D'Herdt

  Harald de Viking 5629

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1956
Laatste verschijning: 1967
Tekenaar:
Fred Funcken,
Liliane Funcken
Scenarist: Fred Funcken,
Liliane Funcken, Jacques Acar

Harald de Viking 6630
 
Begin 1956 was het echtpaar Fred en Liliane Funcken al enkele jaren aan het werk bij Kuifje met historische kortverhalen en hun bekendste reeks De Witte Ruiter. Hun nauwgezetheid en historische kennis leverden hen het respect en de waardering van collega's op. Ze zouden de komende jaren regelmatig als depanneurs van dienst ingeschakeld worden om zieke (een grieperige Paul Cuvelier voor Zilveren Vlam) of onzekere (voor De Valstrik van Blake en Mortimer verzorgden ze de potloodschetsen van een tiental middeleeuwse pagina's) collega's te helpen. Ook de bazen wisten hen te vinden. Zo klopte Raymond Leblanc op een dag bij hen aan met de vraag om een serie te maken waarin de zee centraal stond. De volgzame Funckens creëerden Harald, die ze voor alle duidelijkheid "de viking" noemden en ze lieten hun held, verbannen na een gerechtelijke dwaling maar bijgestaan door zijn onafscheidelijke vriend Ragnar, het grootste deel van het eerste verhaal beleven op zee. Dat eerste avontuur zou als enige van de serie in de legendarische Lombard Collectie verschijnen. In de volgende verhalen speelde de zee een minder grote rol, maar bleven eerzucht en vriendschap centraal staan en leverden de Funckens steevast klassiek, maar zeer zorgvuldig tekenwerk af.
Hoewel het vandaag, samen met De Witte Ruiter, als het hoogtepunt van hun passage bij Kuifje wordt gezien, bleef destijds het succes voor Harald echter uit. Dat was voor een groot stuk te wijten aan het beperkte schrijftalent (het is geen toeval dat Yves Duval hen voor onder anderen Doc Silver ging bijstaan) van de Funckens. Zelf gaven ze later ook toe dat hun hart niet bepaald bij Harald lag. Hun interesse en aandacht gingen dan ook snel uit naar nieuwe (maar steeds even stereotiepe en tegenwoordig als zeer oubollig ervaren) helden en even later naar het gigantische encyclopedische werk over militair-historische kostuums dat ze medio jaren 1960 zouden gaan aanvangen.
Voor Harald viel zo in 1967 het doek, na vier lange en twee korte waarvan eentje op scenario van Jacques Acar. Er volgden nog wel enkele occasionele gastrollen. Eind 1987 keerde Harald bijvoorbeeld nog even terug om Thorgal, zowel qua thematiek als qua historische setting zijn spirituele neef, geluk te wensen met diens tiende verjaardag.