Kuifje-vignet Dan Cooper
de piloot
gepresenteerd door Johan Decloedt

  Dan Cooper 5446

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1954
Laatste verschijning: 1972
Tekenaar:
Albert Weinberg
Scenarist: Albert Weinberg, Jean-Michel Charlier

Dan Cooper 5948

Dan Cooper 7124
 
Albert Weinberg werd op 9 april 1922 geboren in Luik. Hij behoorde tot de eerste generatie tekenaars van het weekblad Kuifje en het hoeft dan ook niet te verwonderen dat hij zowel de assistent was van generatiegenoot Victor Hubinon was (voor de reeksen Buck Danny en Blondie en Blinkie), maar ook meewerkte aan het dubbelmeesterwerk van Hergé Raket naar de Maan en Mannen op de Maan. Hij schreef ook scenario's voor Corentin (van Paul Cuvelier) en stak Edgar P. Jacobs een helpende hand toe bij de reeks Blake en Mortimer.
Vermits Robbedoes stevig scoorde met de pilotenreeks Buck Danny stond het in de sterren geschreven dat ook Kuifje zijn eigen master of the sky diende te hebben. En zo kwam het dat — zeven jaar na Buck Danny — de Canadese vlieger Dan Cooper in 1954 zijn opwachting maakte.
Zeggen dat Dan in de schaduw stond van het trio Buck Danny, Jerry Tumbler en Sonny Tuckson en later het duo Michel Tanguy en Ernest Laverdure is hem een beetje oneer aandoen. Albert Weinberg nam grotendeels zowel de tekeningen als het scenario voor zijn rekening en bijgevolg was opboksen tegen de supertandems Hubinon-Charlier en later Uderzo-Charlier ietwat mission impossible.
Het was nochtans dankzij diezelfde luchtvaartspecialist en ex-lijnpiloot Jean-Michel Charlier die de reeks meer realisme gaf na een teveel aan sf-elementen. Maar dat belemmerde het wereldwijde succes van de reeks niet. De reeks werd vertaald in 15 talen en er raakten 21 miljoen albums verkocht. Vooral in Canada is hij een bekende held. Voor zijn vijftigste verjaardag kreeg de stripheld de officiële rang van majoor in het Canadese leger.
Weinberg onderscheidde zich van de concullega's aanvankelijk door nogal wat sciencefictionelementen aan te brengen (de kunstmatige satelliet in onder andere De Meester van de Zon, het Mars-ruimtevaartuig Cosmos in Richting Mars, de vliegende schotels in Vliegende Schotels, enzovoort). Weinberg was duidelijk een kind van zijn tijd want dergelijke sf-verhalen kenden heel wat succes in de late jaren 1950 en de 1960. Dan Cooper beleefde natuurlijk ook de klassieke vliegenier-avonturen (luchtacrobatie, peace keeping in Zuid-Amerika, testpiloot,...) en liet zich bijstaan door heel wat nevenfiguren (Piet, de zwarte hond Schavuit, teamleden Chatt, Lafleur en Louverture (een knipoog naar Laverdure?) en vele anderen. Ook leuk was zijn gastoptreden in het album De Blauwe Engelen van Buck Danny.
Na de spin-off Vicky (vijf kortverhalen in 1970 met een nevenpersonage uit Dan Cooper die kortstondig een eigen reeks droeg) vermenigvuldigde Weinberg zijn productie voor nieuwe reeksen wat de kwaliteit van Dan Cooper geen goed deed. Het kwam tot een onderbreking van enkele jaren voor de reeks in 1979 verhuisde naar een nieuw stripblad dat in verschillende talen verscheen: Wham! (in Nederland en Vlaanderen), Super As (in Frankrijk) en Zack (in Duitsland). Voor die bladen creëerde hij ook de serie Barracuda over diepzeeduikers. Vanaf Gevaar boven de Alpen (deel 24) volgden de albums zich op bij diverse uitgeverijen vóór de reeks in 1989 (met deel 37) bij Dargaud belandde.
Het eerste album, De Blauwe Driehoek, verscheen in 1957 en het 41-ste, Het Oog van de Tijger, in 1992, een ritme dus van meer dan één album per jaar. Albert Weinberg overleed in september 2011. Op dat moment bereidde hij al geruime tijd een comeback voor van Dan Cooper.