Kuifje-vignet Barelli
de acteur
gepresenteerd door Wouter Adriaensen

  Barelli 5030

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1952
Laatste verschijning: 1982
Auteur:
Bob De Moor

Barelli 7630
 
Op 28 oktober 1948 verschijnt het eerste nummer van Tintin France. Raymond Leblanc beseft dat om door te breken bij onze zuiderburen, het blad zich meer op de Franse jeugd zal moeten richten. Een stripverhaal dat zich afspeelt in Parijs lijkt een evidente keuze. Zo tekent Bob De Moor in 1950 De Raadselachtige Meneer Barelli, het eerste verhaal van de blonde Italiaanse acteur met Joegoslavische roots. Volgens De Moor zette Leblanc zelf hem op weg maar waarschijnlijker is dat Jacques Van Melkebeke een goede maar gecontesteerde vriend van Hergé, hem een handje hielp. Later gaf hij aan dat hij niet gelukkig was met de strip: de figuur werd hem min of meer opgedrongen en hij was nog op zoek naar een eigen stijl.
De enthousiaste reacties zorgen er voor dat er toch onmiddellijk een vervolg komt met het dubbelverhaal Signor Barelli op Nusa Penida. Hoewel het begin zich nog afspeelt langs de Seine, trekken Barelli en politie-inspecteur Moreau al snel richting Indonesië, waar stormen, piraten en inboorlingen hun pad kruisen. Na Nusa Penida verblijft Barelli liefst twaalf jaar lang in de coulissen van het stripverhaal. De Moor heeft zijn handen vol met de avonturen van Kuifje bij de Studios Hergé. Na De Juwelen van Bianca Castafiore maakt hij Barelli en de Geheimagenten. Ditmaal inkt hij zijn potloodtekeningen rechtstreeks in, op advies van Hergé zelf. Niet overtuigd door de tekenstijl schuift De Moor Barelli toch weer opzij.
De Moor grijpt terug naar Barelli wanneer het scenario van Kuifje en de Bigotudo's niet vordert. Een hoogtepunt in zijn œuvre is het atmosferische want zeer regenachtige We Gaan naar Zee. De twee laatste vervolgverhalen, de oorlogsaanklacht De Boze Boeddha en De Heer van Gonobutz, waarin we enkele familieleden van Barelli leren kennen, zijn vandaag nog amper te vinden in albumvorm. Jammer, want De Moor had toen eindelijk zijn eigen tekenstijl gevonden, door na meer dan twintig jaar te erkennen dat die gewoon erg veel op die van Hergé leek.
In 2011 gaf BD Must alle lange verhalen en kortverhalen, die verschenen in het tijdschrift en de Kuifje-specials, opnieuw uit in acht albums. Daarnaast verscheen er in 1989 nog de promotionele strip Barelli in Bruisend Brussel in opdracht van de Gemeenschapsminister van Volksgezondheid en Brusselse Aangelegenheden.