|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste
verschijning: 1949
Laatste
verschijning:
1950
Auteur: Bob De Moor |
|
|
Bob
De Moor was 23 en had al een hele productie bij onder andere
De Kleine Zondagsvriend op zijn conto staan, toen hij in
1949 bij Le Lombard en het weekblad Kuifje
aanklopte. De toenmalige hoofdredacteur van de Nederlandstalige
vleugel van het weekblad, Karel Van Milleghem,
zag wel wat in de jonge tekenaar. In een poging om het Vlaamse publiek
meer aan te spreken, stelde hij De Moor voor om een stripversie
te maken van De Leeuw Van Vlaanderen, het boek van Hendrik
Conscience over de Guldensporenslag. De Moor hapte toe
en net na de zomervakantie 1949 werd zo zijn eerste strippagina
in het weekblad gepubliceerd. De stijl was eerst ietwat eenvoudig,
op het karikaturale af, maar enkele weken later al schakelde hij
over op een sterker uitgewerkte aanpak, met oog voor details in
kostuums, wapendracht en achtergrond. Zelf claimde hij vele jaren
later dat dat toen al op voorspraak van Hergé
was, maar waarschijnlijker is dat op hem was in gepraat door zijn
vriend en drinkebroer Willy Vandersteen, die voor
zijn eigen werk in Kuifje ook al hogere kwaliteitsstandaarden
had ingesteld. Voor De Moor liep het wel lichtjes anders dan voor
Vandersteen. Terwijl zijn eenvoudigere gagreeksen Fee en Fonske
en Meester Mus ook in de Franstalige versie van het weekblad
werden gepubliceerd, stond het arbeidsintensieve De Leeuw van
Vlaanderen enkel in de Nederlandstalige publicaties (en in
het neefje ervan, Ons Volkske). De reden: vermijden dat
op gevoelige Franstalige teentjes wordt getrapt. Op 11 juli 1950
zou Robrecht Van Bethune, met de leeuwenvlag in
de hand, de cover van Kuifje gaan sieren. Voor Tintin
werd de cover overgenomen, maar werd de (Vlaamse) leeuw vervangen
door een (Duitse) adelaar, naar het idee van de toen vijftienjarige
Yves Duval die opgetrommeld werd om de communautaire
angel uit de situatie te halen. Van Bethune werd voor de Franstalige
lezers zo ene Bertrand du Guesclin, een
Bretoense ridder die zowat vijftig jaar na de Guldensporenslag een
rol had gespeeld in de Honderdjarige Oorlog en over wie Duval inderhaast
een (door De Moor geïllustreerd) kortverhaal schreef. |
|