Kuifje-vignet Alex
de Romeinse Galliër
gepresenteerd door David Steenhuyse

  Alex 4842

WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste verschijning: 1948
Laatste verschijning: 1985
Auteur:
Jacques Martin

Alex 6247

Alex 8522
 
Fransman Jacques Martin verdiende na zijn ingenieursopleiding goed zijn brood als tekenaar bij een vliegtuigfabriek. Maar hij miste het vertellen van verhalen zoals hij op school heeft gedaan. Hij ging decors tekenen voor tekenfilms, eerst in Frankrijk, daarna in Brussel waar er meer viel te verdienen. Daar kreeg hij vanaf januari 1946 steeds meer publicatiekansen in strip- en dagbladen. Zijn grote droom was een publicatie in Kuifje dat nog maar pas met veel toeters en bellen was aangekondigd. Datzelfde jaar koesterde hij nog zelf het plan om een stripblad te beginnen. Maar een van zijn potentiële medewerkers in spe was al door Hergé benaderd om voor Kuifje te werken. Die illustrator interesseerde zich te weinig voor strips, maar Martin waagde wel een kans. Zijn pagina's bevielen uitgever Raymond Leblanc wel, maar ook de goedkeuring van Hergé was vereist en er moest eerst nog plaats in het blad komen dat aanvankelijk nauwelijks twaalf pagina's telde. Achteraf vernam hij dat Hergé zijn platen niet geweldig vond.
Terwijl Martin goed kon leven van zijn strips voor Bravo en tussendoor ook nog huwde en verhuisde naar het Waalse Verviers probeerde hij het in 1948 toch nog eens met een compleet nieuw voorstel. Hij paste zijn liefde voor de Oudheid toe in een strip. In de vele boeken die hij over de Romeinen las, kwam hij op een bepaald moment het verhaal tegen van een legioen Gallische hulptroepen die in 53 voor Christus in het leger van Crassus (van het driemanschap Crassus-Pompeius-Caesar) meevochten tegen de Parthen in Klein-Azië. Na de nederlaag van de Romeinen raakten deze Gallische troepen in de chaos verloren, een gegeven dat Martin later nog zou uitwerken in Iorix de Grote. Hiervan uitgaande creëerde Martin een Gallische jongeman die juist in die tijd in Klein-Azië slaaf van de Parthen was. Alex was geboren. In de hoop dat hij deze keer wel zou aangenomen worden, maakte hij een plaat van Alex die in het oude Rome leefde. Na wat aarzeling bij Hergé (die door Leblanc serieus moest overtuigd worden) mocht Martin alsnog met Alex beginnen.
De eerste plaat was gebaseerd op het bekende Ben-Hur en was niet bedoeld om de Romeinse avonturen van Alex mee te beginnen. Omdat er volgens de planning nogal haast mee was gemoeid, was de eerste plaat al naar de drukker en kon Martin niet anders dan snel met een vervolg te komen: een half dozijn platen in drie weken tijd. Ook voor de vertaling ging de redactie overhaast te werk. Hoewel Alix, zoals hij in het Frans heet, een correcte Gallische naam is, maakte de vertaler er Alex van, wat eerder Grieks klinkt, wellicht omdat hij Alix te vrouwelijk vond klinken.
De eerste drie verhalen volgden meteen na elkaar op en scoorden goed bij de lezers. Martin illustreerde ook nog rubrieken over mechaniek en luchtvaart en hij lanceerde Lefranc die nog beter scoorde. De aanhoudende kritiek en vele opmerkingen van Hergé stuwden hem naar een steeds hoger perfectionisme. En dat loonde. Hij kon van Hergé geen beter compliment krijgen dan de vraag om zijn studio te vervoegen, wat hij in 1954, na een jaar bedenktijd, ook deed. Daar mocht hij blijven werken aan verhalen van Alex en Lefranc. Samen met het Egyptische jongetje Enak (van wie Jacques Martin al in 1972 in een interview liet uitschijnen dat Alex en Enak meer dan zomaar vrienden zijn) beleeft Alex heel wat avonturen met veelal historisch correcte uitgangspunten in het Romeinse rijk en ver daarbuiten. Door zijn contacten en afkomst kruist Alex vaak het pad van de historische hoofdrolspelers uit die tijd.
Op 11 juni 1985 konden de lezers van het Kuifje-weekblad voor het laatst genieten van Alex in hun geliefde tijdschrift. De laatste platen van Vercingetorix werden gepubliceerd. Vanaf dan verscheen elk Alex-avontuur meteen in album zonder voorpublicatie. Tegenwoordig is Alex een van de weinige reeksen die zich nog tussen Vlaamse familiestripreeksen als Jommeke, Suske en Wiske, F.C. De Kampioenen en De Kiekeboes weet te wurmen in de top 10 van best verkochte strips elke keer er een nieuw album verschijnt.