|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
Eerste
verschijning: 1947
Laatste
verschijning:
1952
Auteur: Hergé, Studios Hergé |
|
|
Na
Kuifje en Jo, Jetje en Jokko hevelde Hergé
ook nog Kwik en Flupke over van Le Petit Vingtième
naar het weekblad. Dat gebeurde in 1947, maar Hergé hield
er vijf jaar later al mee op. Toch is het na Kuifje zijn
tweede langst lopende reeks.
De twee Brusselse ketjes Kwik (de lange zwarte, later ook Quick
genoemd) en Flupke (de kleine blonde) zijn amper een jaar jonger
dan Kuifje. De twee belhamels startten hun carrière in 1930
in de jeugdbijlage Le Petit Vingtième. De grappen
zijn inwisselbaar met vele andere gagseries met jongeren die in
de jaren zouden volgen zoals De Vrolijke Bengels of De
Lustige Kapoentjes. Af en toe herken je effectief ook dezelfde
grappen. Als de jongens al niet onvrijwillig de boel op stelten
zetten, dan krijgen ze het wel aan de stok met het gezag: ouders
(die zelden in beeld komen zoals in Charles M. Schulz'
Peanuts), leraars en niet in het minst met Agent 17 die
met de twee een klassieke haat-liefdeverhouding onderhouden. Zo'n
stoute kindjes zijn Kwik en Flupke evenwel niet. Ze raken vaak per
ongeluk in nesten. Wanneer je Kwik in de eerste prent van een gag
ziet, dan weet je dat de huisraad eraan zal geloven, ook al zijn
diens bedoelingen meestal respectabel. Alleen in Flupke vermoeden
we dat hij op volwassen leeftijd zal uitgroeien tot een halve psychopaat...
Hij kan behoorlijk agressief uit de hoek komen.
In latere verhaaltjes gaat Hergé vaker de absurde toer op.
De jongetjes durven al eens het leven erbij in te schieten. Een
gegeven dat ook in het Nederlandse Sjors en Sjimmie aannemelijk
was. Voorts zijn er de obligate elementen die ons herinneren aan
d'oude tijden toen er in de straten nog met zeepkistwagens werd
gereden, een zondagskostuum bon ton was, een zebrapad iets nieuws
was of een klapsigaar een goeie grap.
In 2011 gaf Casterman twee dikke integrales uit
zonder de oerversies die enkel in het Frans verschenen en de nieuwe
of hertekende gags die Johan De Moor in de jaren
1980 tekende en die een tekenfilmserie met 260 korte filmpjes van
de twee Brusselse straatkinderen hielpen ondersteunen. |
|