|
|
Suske
en Wiske 182: De Koperen Knullen door Paul Geerts op
nummer 2177
Romeo en Julia, maar dan met koperen
mannetjes in een stomend sf-verhaal. |
|
|
|
|
|
De
Indianen-Reeks 1: De Meesters van de Donder door
Hans G. Kresse
Casterman (1973, 1979, SC)
Een jachtpartijtje op een roedel wolven voorspelt
onheil, beweert de zoon van Chaka, een lid van
de Faraonde, een Apachen-stam. Er komt verderf,
ongeluk, rampspoed. En ja, hij heeft het bij het
rechte eind. Er is een aanval van een vijandige
stam, wat liefdesperikelen, maar de ware ravage
staat hem en zijn stamleden nog te wachten: de
bloederige inval van de Spaanse conquistadores...
Kresses tweede grote liefde na Eric de Noorman:
het lot van de indianen. Een garantie voor zijn
best gedocumenteerde reeks. Ondanks de talrijke
voetnoten heeft dit epos niet de allures van een
didactische, documentaire strip dat al vaak door
anderen, maar dan veel saaier, is gedaan. Kresses
woede over wat de indianen overkwam, spreekt voor
zich. Bijna zou je je als blanke lezer schamen
voor wat onze voorouders ginderachter
allemaal uitspookten.
Aantal
genomineerde albums van Hans G. Kresse: 11/2296 |
|
|
|
Hans
G. Kresses liefde voor de Noord-Amerikaanse
indianen en hun geschiedenis is er al in het
prille begin van zijn carrière met strips
zoals De Gouden Dolk (1946). In dit
vrij onschuldige kinderboek toonde hij al zijn
voorliefde voor de indianen en koos duidelijk
hun zijde. |
|
|
De
Engelse editie van De Indianen-Reeks,
vertaald uit het Frans, zinde Hans G. Kresse
niet. Het was een bar slechte vertaling, maar
ook de mogelijke tegenvallende verkoopcijfers
van de eerste twee delen deden de Engelse uitgever
Methuen besluiten het daarbij te houden. De
vertaling van de aangekondigde delen 3 en 4
lag al klaar, maar die bleef bij Kresse netjes
thuis liggen |
|
|
|
|
|
|