Pacush Blues 1: Zeeziek door Ptiluc op nummer 1888
Met De Pest van Albert Camus als leidraad startte Ptiluc zijn stripcarrière door een reeks te bedenken rond gemene en/of existentialistiche ratjes. In Zeeziek (dat niet het eerste verhaal is in de reeks) vinden we aan de vloedlijn van een griezelige rattenfamilie terug die leeft van wat de zee aanvoert en wat er veder toevallig gegrepen kan worden. Wanneer de zon opkomt dreigt het gevaar van vraatzuchtige meeuwen en bij eb van bloeddorstige krabben. En ondertussen zijn er waaghalzen die de wereld over de golven willen verkennen.
 
De Avonturen van Kuifje: Raket naar de Maan door Hergé
Casterman (1953, 1961, 1981, 1986, 1997, 2006, 2007, SC+HC) / De Geïllustreerde Pers (1962, SC)

Via een telegram laat professor Zonnebloem weten dat hij in Syldavië is. Hij nodigt Kuifje en Haddock uit, maar vertelt niet waarom. Zonnebloem is gestationeerd in een kernfabriek waar hij de laatste hand legt aan de plannen voor een kernraket. Het doel: een reis naar de maan. Van Kuifje en Haddock verlangt hij hun gezelschap tijdens de reis. Na wat tegengestribbel van Haddock stemmen zij toe. Maar er is een serieuze kink in de kabel en sabotagedaden zijn aan de orde. Raket naar de Maan is het allereerste beeldverhaal, misschien wel het allereerste fictiewerk dat op een bijna documentaire en wetenschappelijke manier over een geplande reis naar de maan vertelt. Hergé kruidt de drogere uitlegpassages smakelijk bij met humorinlassingen, een geheimzinnige vijand en een treffende weergave van de claustrofobische, kille en eenzame dimensie van de kosmos.

Aantal genomineerde albums van Hergé: 23/2296
Hergé betrok echte specialisten bij zijn plannen. Bernard Heuvelmans was een begaafd schrijver over populair-wetenschappelijke onderwerpen en kreeg een briefje van Hergé. In samenwerking met Jacques van Melkebeke, een jeugdvriend van Edgar-Pierre Jacobs, scheef Heuvelmans zelfs een heus scenario. Het verhaal was een minderwaardige Hergé-imitatie, zo luidde het verdict. Maar Hergé behield een paar vondsten (onder andere het zwevende bolletje whisky) en het contact met Heuvelmans om hem documentatie over alles wat met kernenergie en ruimtevaart te maken heeft op te sturen.
 
Voor het interieur van een kerncentrale moest studiomedewerker Bob De Moor (die de meeste decors en apparatuur tekende) naar een kerncentrale in Zwitserland. Het duurde twee maanden vooraleer hij toestemming kreeg er schetsen en voorstudies te maken. Al die tijd lag de productie van het verhaal stil. De nijverheid en oplossingen waarmee Hergé en zijn team medewerkers voor de dag kwamen, bleken op een indrukwekkend aantal punten te kloppen met wat de NASA uiteindelijk naar de maan stuurde.
 


© De Stripspeciaalzaak 2010