|
|
Léon
la Came 1 door Nicolas de Crécy + Sylvain Chomet
op nummer 1728
Eerste deel van een bijzonder mooie trilogie
die niet door Casterman (of gelijk welke andere uitgeverij)
werd vertaald. Aymard Houx-Wardiouge regeert zijn fabiek,
een familiebedrijf, met ijzeren hand. Vakbonden heeft
hij kunnen weren. Het gaat niet goed met de fabriek
en zijn zoon heeft niet de capaciteiten om leiding te
nemen. Daarom dat Léonce, zeg maar Léon,
opnieuw op het voorplan treedt. Hij is de vader van
Aymar, tevens oprichter van een vakbond die in geen
dertig jaar wat van zich liet horen. Hij trekt zich
ook het professionele en het persoonlijke lot aan van
zijn geplaagde kleinzoon. |
|
|
|
|
|
Murena
5: De Zwarte Godin door Philippe Delaby
+ Jean Dufaux
Dargaud (2006, SC)
In dit vijfde deel lijkt het erop dat Nero zich
van alle overtollige ballast heeft ontdaan:
zijn voorganger Claudius, zijn concurrent Britannicus
en zijn moeder Agrippina zijn allen het hoekje
om. Acte, zijn voormalige echtgenote, is verstoten
en vervangen door Poppaea Sabina, een zo mogelijk
nog erger kwaad dan zijn moeder Agripina. Nero
is onder invloed van een soort voodoodrankje
tot achter zijn oren verliefd en blind voor
de bitchyness van zijn huidige wederhelft.
Als een mysterieuze vrouw hem dan nog eens verslaat
bij de paardenrennen, ligt de weg voor Poppaea
helemaal open om Nero te manipuleren. Lucius
Murena heeft intussen het geluk gevonden in
de armen van Acte. Hij zal het eerste slachtoffer
zijn van de toenemende waanzin van Nero en van
de manipulaties van Poppaea, de zwarte godin.
Aantal
genomineerde albums van Philippe Delaby:
11/2296
Aantal
genomineerde albums van Jean Dufaux:
58/2296
|
|
|
|
Voor
Philippe Delaby's bloedmooie vrouwen laat hij
zich graag beïnvloeden door verschillende
tijdschriften, waaronder Playboy en
Penthouse. Het tekenen en samenstellen
van nogal gewaagde erotische portfolio's en
artwork kan Delaby als geldig excuus gebruiken
voor zijn passie voor naaktfotografie. Illustraties
maken voor deze portfolio's vindt hij trouwens
boeiender dan strips tekenen. Een van Delaby's
erotische pin-ups sierde de cover van het erotische
stripmagazine Penthouse Comix, meerbepaald
nummer 53 uit oktober/november 2003. |
|
|
Vanaf
dit album nam Jéremy Pétiqueux
de inkleuring voor zijn rekening. Philippe Delaby
haalde 'm van de schoolbanken van de kunstacademie
zodat hij zelf meer tijd had om als nieuwe tekenaar
van De Klaagzang van de Verloren Gewesten
twee series te kunnen tekenen. Op scenario van
Jean Dufaux werkt Pétiqueux aan zijn
eigen stripserie: Barracuda, een piratenstrip. |
|
|
|
|
|
|