|
|
Askell,
de Waterwereld 1: Het Goddelijke Smeersel door Jean-Louis
Mourier + Christophe Arleston op nummer 1230
Op de waterwereld Askell is de zeevaart van
groot belang want het is de enige manier om de over
de hele planeet liggende eilanden te bereiken. Als de
welgevormde en rondborstige Cybil, die haar brood verdient
met het in schaarse kleding dansen op de podia van havenkroegen,
bij toeval het recept voor het goed bewaakte, geheime
Goddelijke Smeersel in handen krijgt, moet zij vluchten
voor haar leven. Door het succes van Trollen van
Troy van dezelfde auteurs is de verschijning van
deel 4 ondertussen een heuse mythe geworden. |
|
|
|
|
|
Een
Avontuur van Luitenant Blueberry 17: Angel Face
door Jean Giraud + Jean-Michel Charlier
Dargaud/Oberon / Dargaud/Le Lombard
/ Dargaud (1978, 1984, SC+HC)
Met zijn robuuste Charles Bronson-kop kon Blueberry's
uiterlijk in een niet groter contrast staan met
dat van Duke O'Saughnessy, bijgenaamd Angel Face,
genoemd naar zijn jonge jongensuiterlijk. Blueberry
is op de vlucht nadat hij ontsnapte uit een strafkamp
waartoe hij dertig jaar veroordeeld werd wegens
zijn vermeende schuld in de verdwijning van de
schat van het federale leger. Nu opereert hij
als een opgedrongen beschermengel voor Angel Face.
Deze verhaalcyclus begon met Chihuahua Pearl,
een monumentaal album in welke Blueberry zijn
eerste en enige grote liefde vond.
Aantal
genomineerde albums van Jean Giraud: 37/2296
Aantal
genomineerde albums van Jean-Michel Charlier:
40/2296 |
|
|
|
Lange
tijd zag het ernaar uit dat Angel Face
het laatste Blueberry-verhaal zou zijn.
Na het afronden van het verhaal ging Jean Giraud
in zee met Alejandro Jodorowsky voor diens geplande
verfilming van het boek Dune van Frank
Herbert. Giraud tekende drieduizend tekeningen
voor het storyboard, maar de film ging niet
door tot David Lynch later alsnog een eigen
filmversie van het boek zou maken. In deze periode
nam Girauds alter ego Mœbius het ook
grotendeels over met publicaties in bladen als
Métal Hurlant. |
|
|
Vijf
jaar later kwam er opnieuw een Blueberry-album
uit. De argumenten voor de comeback waren niet
zo fantastisch. Het maandblad Charlie
wilde weer met Blueberry aan de slag
en Jean Giraud wilde in die tijd net een nieuw
huis kopen. Zijn Mœbius-pseudoniem leverde
tien keer minder op. Zodoende. Bovendien kreeg
hij interessante voorstellen van uitgevers en
ook de lezers vroegen erom. |
|
|
|
|
|
|