Michel Vaillant 28: Het Geheim van Steve Warson door Jean Graton op nummer 1180
 Steve Warson, beste vriend van Michel Vaillant en F1-piloot in de Vaillant-stal, komt te weten dat Ruth eigenlijk de dochter van de Leader is, de Indiase wetenschapper die aan het hoofd van een machtig autoimperium staat. Ruth weet het zelf nog niet en Steve is op haar verliefd.
 
20th Century Boys 1 door Naoki Urasawa
Glénat (2005, SC)

Kenji baat een winkeltje uit, voedt tegelijkertijd het dochtertje op van zijn spoorloos verdwenen zus en probeert zo goed en kwaad als het kan zijn bemoeizuchtige moeder te verdragen. Het saaie leven van een volwassene dus en een groot contrast met zijn kindertijd eind jaren 1960. Toen fantaseerde hij er met zijn vriendjes op los. In een schriftje schreven ze op welke rampen de aarde zouden treffen. En ja, ze zouden later de wereld van de ondergang redden. De deugnieten hadden zelfs een eigen logo. Groot is dan ook Kenji's verbazing als in 1997 dat lang vergeten logo plots weer opduikt. En wanneer er zaken gebeuren die hij en zijn vrienden jaren geleden in hun schriftje noteerden, slaat de ongerustheid toe. Zullen zij dan toch de wereld moeten redden?

Aantal genomineerde albums van Naoki Urasawa: 13/2296
Naoki Urasawa studeerde af aan de Meisei-universiteit en behaalde er een graad in economie. In 2008 gaf hij effectief ook les als gastdocent voor de Nagoya Zokei-universiteit, maar de lessen gingen over manga. 20th Century Boys werd in 2006 voltooid na twintig delen en de tweedelige epiloog 21st Century Boys. Net zoals Kenji speelt Urasawa gitaar en zingt bovendien bij een rockgroep. In 2008 kwam de debuutsingle Tsuki Ga Tottemo uit gevolgd door de cd Half Century Man.
 
In 2001 kreeg Naoki Urasawa de Kodansha-prijs voor beste mangareeks. Opmerkelijk, want deze naar een Japanse uitgeverij genoemde prijs wordt zelden uitgereikt aan een auteur die bij een concurrerende uitgever publiceert. 20th Century Boys is inmiddels verfilmd als een trilogie waarvan de films in Japan kort na mekaar werden gereleased in 2008 en 2009.
 


© De Stripspeciaalzaak 2010