Een Nieuw Begin 3: Openbaring door Marvano naar Joe Haldeman op nummer 1047
Vier eeuwen na de start van De Eeuwige Oorlog leven Mens en Tauraan in vrede. Mens, met een hoofdletter, want men beschouwt mens, met kleine letter, als anders en minderwaardig. Seksuele betrekkingen zijn intussen taboe geworden en Mens en Tauraan planten zich voort door klonen. Het ras van Marygay en William, de mens die nog spreekt over copuleren en ejaculeren, wordt door Mens en Tauraan als (een vieze) rariteit beschouwd. Ze worden in een soort reservaat op de planeet Middenvinger gestopt en daar goed behandeld teneinde hun ras in stand te houden. Wanneer echter de jongsten van de groep worden aangemoedigd om zich genetisch te laten manipuleren, zodat ze zich kunnen integreren in het hoofdletter-Ras, voelen de kleineletter-mensen zich bedreigd in hun bestaan. In het tweede deel van de reeks besluiten ze dan ook om de planeet te verlaten. Na allerlei verwikkelingen komen ze in deel drie opnieuw terecht op de aarde, die helemaal verlaten lijkt. Tot ze onder andere Ghandi, Marilyn Monroe, John Wayne, Stan Laurel en Oliver Hardy tegenkomen...
 
Nestor Burma 1: Sluiers over de Pont de Tolbiac door Jacques Tardi naar Léo Malet
Casterman (1982, SC), collectie Wordt Vervolgd Romans

De aanslag op een oude vriend brengt de Parijse privédetective Nestor Burma in 1954 weer terug naar het dertiende arrondissement en zijn anarchistische verleden. De stank van doorregende en doorrookte mantels, parelend (angst)zweet, sombere en desolate straten bij schemerduister met zwarte silhouetten aan de horizon en zware slagschaduwen, grimmige personages met dubieuze bijbedoelingen, kwansuis geconsumeerde liefde, striemen bloed, mijmerende stiltes en ellenlange monologen,... Jacques Tardi weet het allemaal in zwart-wit en grijswaarden weer te geven. Elk element staat ten dienste van een al even donker detectiveverhaal. Het happy end blijft uit en zo hoort het ook.

Aantal genomineerde albums van Jacques Tardi: 25/2296
Aantal genomineerde albums van Léo Malet: 4/2296
Léo Malet, het Franse broertje van Georges Simenon, kwam in 1930 in aanraking met het werk van André Breton en de surrealisten. Malet begon zelf surrealistische poëzie te schrijven, maar ook hier (eerder was hij al kantoorbediende, magazijnknecht, filmfigurant, krantenverkoper, hulpje van een loodgieter, inpakker bij uitgeverij Hachette,...) faalde hij om succes te vergaren totdat hij in 1942 zijn eerste detective schreef: 120, Rue de la Gare, de eerste met Nestor Burma. Al snel verschenen er vervolgromans. De critici lustten er pap van en zagen in Nestor Burma zelfs een keerpunt in het Franse genre. Ook het publiek las de romans graag. Van Nestor Burma verschenen er 39 romans tussen 1943 en 1983.
 
Léo Malet was uitgesproken antibeeldverhaal tot de dag dat hij bij de Franse vestigingspoot van uitgeverij Casterman in de Rue Bonaparte langsging en zijn oog viel op enkele albums in de etalage. Nooit eerder verwaardigde hij zich de lezing of de aanschaf van een album, maar voor Isabelle Avondrood maakte hij een uitzondering. Jacques Tardi was een tekenaar naar zijn hart en zou voor hem een fantastische illustrator zijn mocht het ooit zo ver komen. Die ontmoeting kwam er. En daaruit volgde de verstripping van Sluiers over de Pont de Tolbiac. Het behoorde tot de — onvoltooide — reeks Nouveaux Mystères de Paris (als knipoog naar Mystères de Paris van Eugène Sue) die werd opgevat als een systematische verkenning van de verschillende stadskwartieren, in dit geval het dertiende arrondissement. In Nouveaux Mystères de Paris kon Malet slechts vijftien van de twintig arrondissementen aandoen.
 


© De Stripspeciaalzaak 2010