Na een van zijn vele verhuizingen kwam Régis Loisel met zijn gezinnetje in het Bretoense Perros-Guirec terecht. Hij mocht er buurman zeggen tegen Jean-Charles Kraehn die net zoals hij een huis bewoonde dichtbij het strand. Op een dag stelde Loisel hem voor een atelier te delen op de vierde verdieping van Loisels huis. Niet veel later kwam Laurent Vicomte in Perros-Guirec wonen, niet ver van Loisel. Ook hij had zin om het atelier te vervoegen. Zijn huis was nog groter, hij had toen nog geen vrouw en dus nodigde hij Loisel en Kraehn uit om bij hem hun intrek te nemen. Het was in deze periode dat Loisel met het eerste deel van Peter Pan begon. Het atelier hield anderhalf jaar stand.

Pierre Fournier alias Makyo is van alle markten thuis. Hij draaide er zijn hand niet voor om zich aan een diverse waaier van uiteenlopende genres te wagen: komisch (Gully, De Drabbels), detective (de eerste verhalen van Jerome K. Jerome Bloks voor zijn goeie vriend Alain Dodier die net zoals hem in Duinkerke woonde), auteursstrip (Een Hart voor IJsland), fantasy (Ikar, De Cyclus van de Twee Horizonten), thriller (DNA), enzovoort.