|
|
Het Ibismeisje door Lax + Frank Giroud op nummer
779
Stoian heeft als leraar in Roemenië onder het bewind van dictatir Ceaucescu te veel blijk gegeven van zijn liefde voor de vrijheid. De geheime dienst spant een valstrik voor hem, waarbij Rodica, een van Stoians leerlingen en op wie hij hevig verliefd is, een belangrijke rol speelt. Na tien lange jaren van lijden en twijfel komt Stoian vrij. Op een postzegel ontdekt hij het portret van Rodica. Waarom personifieert zij 'het ibismeisje', symbool van het Roemeens verzet tegen de nazi's? Wat is er van haar geworden? Waar kan hij haar vinden? Stoian volgt een eigenaardige weg, die hem uiteindelijk op het spoor van de jonge vrouw brengt. Wanneer in december 1989 de revolutie losbreekt, vindt hij haar terug op een eilandje in de Donau-delta. Daar is zij naartoe gevlucht na de moord op een agent van de Securitate, haar sluwe verleider en manipulator... Na "Vergeten" in Annam volgde in 1993 dit politiek beladen verhaal. Lax wilde sowieso graag politiek of sociaal bewogen verhalen maken en die van Frank Giroud bevielen hem. |
|
|
|
|
|
Brieven
uit de Bar - integrale uitgave door Jean-Philippe
Stassen + Denis Lapière
Dupuis (1999, HC), collectie Vrije Vlucht
Célestin en Leila zijn twee rijpe kinderen. De eerste vlucht weg uit zijn geboortedorpje in het hartje van Afrika en wil naar het rijke westen, naar Europa. De Marrokaanse Leila trekt weg uit Frankrijk waar ze is geboren en wil naar Marroko, het land van haar grootouders. Hun turbulente pad kruist elkaar op een weinig denkbare plaats: een schamele bar van een oude Fransman, midden in de woestijn, maar ze kunnen niet samenblijven. De Fransman vertelt enkele van zijn bezoekers hun love story met hun brieven als bronnenmateriaal. Om met elkaar te kunnen communiceren hebben Célestin en Leila namelijk afgesproken elkaar brieven te schrijven via de bar van de oude Fransman.
Aantal
genomineerde albums van Jean-Philippe Stassen: 4/2296
Aantal genomineerde albums van Denis Lapière:
7/2296 |
|
|
|
Als vijftienjarige knaap raakte Jean-Philippe Stassen in de Waalse stad Luik in aanvaring met de politie die hem op heterdaad betrapte. Om zijn boete te kunnen betalen, kon hij via een Marrokaanse vriend een betaalde strip in opdracht maken over migratie, zijn eerste stripverhaal. Een jaar later verliet hij Luik en reisde kriskras door Europa. In Parijs ging hij bijvoorbeeld naar de punkconcerten van The Clash waar hij gek op is. Hij trok op met mensen van de punkband en mocht er aan de slag als roadie. Tussen het touren in Frankrijk en onder andere Nederland door experimenteerde hij met graffitti en illustraties voor een muziekblad van een vriendin. |
|
|
Na twee albums gezamenlijke albums van Jean-Philippe Stassen en Denis Lapière vertrok Stassen opnieuw op reis en spendeerde ruim twee jaar in landen buiten Europa: Senegal, Burkina Fasso, Mali, Algerije en Marroko. Hij kwam er aan de kost in restaurants en bars. Vooral een lange reis in Marroko maakte hem verliefd op het land en het Afrikaanse continent. Liftend door de Sahara werd Stassen eens gedropt langs een piste, midden in de woestijn. Een maand later pas nam iemand de lifter mee. Opnieuw in België zette Stassen een expositie op met gouaches die hij in Noord-Afrika maakte. Denis Lapière was aangenaam verrast en stelde een nieuwe samenwerking voor op basis van Stassens reisverhalen. Het tweeluik Brieven uit de Bar was geboren. |
|
|
|
|
|
|