Fritz the Cat door Robert Crumb op nummer 751
Undergroundklassieker van het troebelste water. De dierenstrip liep van 1959 tot 1972 en draaide rond de werkschuwe kat Fritz die zich geregeld op het illegale pad begeeft en enkel geïnteresseerd is in seks en drugs. Verschillende taboes passeren de revue en er wordt duchtig gefulmineerd tegen iedereen en niemand. Via Fritz kon Crumb al zijn persoonlijke frustraties kwijt over seks, geweld, moord, drugs, politiek, racisme en hanteerde daarvoor geregeld schuttingtaal. In 1972 kwam het tot een tekenfilm (de eerste in zijn soort die 18+ was) van Ralph Bakshi waartegen Crumb zich verzette. Als reactie liet hij Fritz in een laatste verhaal uitbuiten als Hollywoodster en vermoorden door een ex-vriendin. Toch kwam er in 1974 met The Nine Lives of Fritz the Cat nog een sequel uit waarmee noch Crumb noch Bakshi te maken hadden. Deze film flopte grandioos.
 
Zoo 3 door Frank Pé + Philippe Bonifay
Dupuis (2007, HC), collectie Vrije Vlucht

Half Europa verzuipt tijdens de Eerste Wereldoorlog in een somber tranendal, behalve één prachtige dierentuin in Normandië. Daar draait alles rond het geluk van de dieren en hun communicatie met de enkele mensen die er mogen wonen. Naast dokter Célestin en zijn pleegdochter Manon zijn er ook nog de Russische Anna en de zwaarmoedige beeldhouwer Buggy. Dit kwartet vindt elkaar in een subtiel evenwicht van rede en drama, somberheid en vreugde. Maar ook deze Ark van Noah loopt vast in de oorlogsmodder. Dokter Célestin verlaat de zoo en trekt naar het front. Zoals zovele anderen wordt hij als vermist opgegeven. Zijn soldatenvrienden durven hun veilige loopgraven niet te verlaten om hem te zoeken in het niemandsland. Als tamme leeuwen in een kooi schikken ze zich in hun lot. Enkel Anna, die volgens een Russisch bijgeloof haar ziel toch al kwijt is, gaat in deze negorij op zoek naar hem en zichzelf.

Aantal genomineerde albums van Frank Pé: 7/2296
Aantal genomineerde albums van Philippe Bonifay: 4/2296
Buggy is gesculpteerd naar dierenbeeldhouwer Rembrandt Bugatti, de broer van de bekende autoconstructeur. Het gros van de kunstwerken die je ziet in Frank Pés Zoo, zijn van zijn hand (de mandril, de gestrekte panter, enzovoort). Ook de Duitse schilder Egon Schiele zou zich mogen herkennen in Buggy. Allebei zijn ze vroeg gestorven. Bugatti door zelfdoding op zijn 32ste. Hij heeft nog gewerkt voor de zoo van Antwerpen, maar werd nooit uitgenodigd om er te verblijven. Buggy was voor allebei de auteurs een herkenningspunt. Frank houdt van beeldhouwen en Philippe Bonifay lijkt fysiek erg op de beeldhouwer. De architectuur van de Antwerpse zoo was een grafisch voorbeeld voor Franks zoo.
 
In november 2009 verscheen enkel in het Frans het lijvige artbook Zoo: La Visite met talloze illustraties die Frank Pé maakte voor affiches, ex-librissen, zeefdrukken en diverse meer. Bijkomende teksten in briefvorm waren er van Philippe Bonifay. In het boek bezoekt een journalist opnieuw de zoo na de dood van Célestin en diept er de correspondentie met de eigenaar op. Anna is de enige resterende bewoonster van de dierentuin. Er zou ook een vierde deel van Zoo op stapel staan, maar Frank wil er eerst nog een one-shot van Robbedoes en Kwabbernoot en enkele ander projecten (waaronder een eigen dierentuin) tussen nemen.
 


© De Stripspeciaalzaak 2010