“Mijn tussenkomst zal kort maar doeltreffend zijn, Bahaal!”

 

 

Geen slappe dweil

We vinden onze dolende ridder deze keer terug in 1314, terwijl hij in het Zuid-Franse Acquitanië beschutting zoekt voor een onweer. Dat vindt hij in een nabijgelegen klooster. Even later verschijnt er nog een gast in het klooster, namelijk de Tempelier Fresnoy, zo ziet en hoort Johan vanop een verdekte positie. De volgende ochtend wil Johan kennismaken met ridder Fresnoy omdat hij het eigenaardig vindt dat er een Tempelier opdaagde, terwijl zeven jaar voordien Filips de Schone de Tempeliers heeft gevangengezet. Maar hij is te laat: Fresnoy blijkt al vertrokken te zijn.

Johan zet de achtervolging in en ziet even later in de verte dat Frosnoy in een hinderlaag loopt van een kwaadaardige bende ridders die zich De Kinderen van de Nacht laten noemen. Hun leider eist van Frosnoy dat hij hun Het Grote Geheim vertelt, met name waar de Tempelierschat verborgen is. Frosnoy weigert en zet de strijd in. Johan snelt Fronsoy ter hulp en slaagt erin de bende te verjagen, maar Frosnoy is dodelijk getroffen. Hij vraagt Johan om zijn dood te melden aan de commanderij van Troyceaux en deelt hem het wachtwoord mee: Baphomet. Ook geeft hij zijn zegelring mee voor de commanderij. Johan zet zijn tocht verder, maar wordt al gauw tegengehouden door een bende haveloze mannen. Zij blijken beroepsdoders te zijn die het specifiek op de Rode Ridder gemunt hebben. Alweer wint Johan de strijd. Hij schrikt wanneer hij merkt dat een van de overledenen een brandmerk van het teken van Bahaal op zijn borst heeft.

Die nacht, wanneer Johan ligt te slapen in een ruïne, overvallen De Kinderen van de Nacht hem opnieuw, maar Johan is onoverwinnelijk en jaagt hen alweer op de vlucht. De bende geeft zich echter niet gewonnen en stuurt een wulpse deerne op hem af: Zorika. Zij probeert Johans vertrouwen te winnen. Enkele uren later doorziet hij de list. Hij verliest echter het pleit, want de schone had een verdovend middel in zijn beker wijn gedaan. Daardoor is Johan willoos en verklapt hij Zorika het wachtwoord. Hij kan vluchten voor ze de zegelring kan stelen. Johan heeft echter geen herinnering aan het feit dat hij het wachtwoord verklapt heeft.

Johan slaagt erin de vervallen commanderij te bereiken en ontmoet er Margith. Zij bewaakt de onderaardse zalen van de verlaten commanderij. Margith geeft Johan de occulte Witte Schaal. Hierin kan hij gebeurtenissen zien én hij kan de schaal als wapen gebruiken door de zonnestralen duizendvoudig te versterken. Ze draagt hem op met de schaal naar de grootmeester van de Tempeliers te gaan, die er de bergplaats van de Tempelschat in kan zien.

Na het vertrek van Johan daagt Zorika op, die door het wachtwoord te zeggen tot bij Margith kan komen en haar vermoordt. Zorika sterft even later door een val. Even later komen De Kinderen van de Nacht aan. Ze verliezen het leven onder het instortende puin. Alleen hun leider Tenebrax overleeft. Hij beschikt over een Zwarte Schaal, waarin hij de Rode Ridder ziet en hem kan volgen.

Wanneer Johan alweer belaagd wordt, kan hij zich redden door de vernietigende kracht van de Witte Schaal. Daarna ontmoet hij iemand die gehuld is in een kapmantel en zich voordoet als de grootmeester, maar Johan ziet in de Witte Schaal dat het iemand anders is. Het blijkt Tenebrax te zijn, die Johan probeert te verslaan met de Zwarte Schaal. De Witte Schaal doet deze uiteenspatten. Johan wint uiteindelijk de strijd tegen Tenebrax in een zwaardgevecht. Hij vindt de grootmeester dodelijk gewond. In de Witte Schaal ziet hij de locatie van de Tempelierschat en deelt deze aan Johan mee. In een vuurkorf verschijnt de beeltenis van Jaques Molay (bedoeld wordt Jaques de Molay, die op deze dag, 18 maart 1314, in Parijs op de brandstapel werd terechtgesteld, samen met veertig andere Tempeliers). Hij verklaart dat dit het einde van de Tempeliersorde is. Johan gooit de ring die hij gekregen had in de vuurkorf. Het vuur breidt uit en plots verschijnt Bahaal. Johan verklaart dat hij het Grote Geheim veilig verborgen heeft. Johan wordt omringd door het vuur en... Galaxa verschijnt! Dit betekent het einde van het verhaal, want het vuur wordt gedoofd en Bahaal wordt weggejaagd. Na een paar zinnen is ze alweer weg en kan Johan zijn dolende leven verder zetten.

Dit is vintage Karel Biddeloo. De locaties zouden die van een horrorfilm kunnen zijn, want alle gebouwen zijn sinistere oorden en doen je in de sfeer inleven. De omstandigheden zijn bij voorkeur in de duisternis, en aan slecht weer mag het niet ontbreken. Bovendien kan dit album bogen op historische accuraatheid. Kortom: een ijzersterk verhaal dat bulkt van de actie. En de tekeningen zijn top.

Johan wordt constant belaagd. Keer op keer vergt hij het uiterste van zijn krachten zonder er tussenin even als een slappe dweil bij te hangen. Ja, zo kennen we Johan op zijn best. Ook zijn goede manieren komen uit de verf: de lafheid en listen waar zijn tegenstanders zich van bedienen, zijn van zijn kant onbestaand. En naar goede gewoonte begraaft hij gesneuvelde medestanders.

Voor het vrouwelijk schoon werd ook gezorgd. Zorika is een wulpse blonde deerne en de klassiekere donkerharige Margith mag er ook zijn. Tenslotte is er de aanwezigheid van Galaxa. Haar hoedanigheid als deus ex machina kan niet beter in de verf gezet worden dan in dit album, want ze daagt pas op het allerlaatste moment op. En daarmee is de onhoudbare positie waarin Johan zich bevindt meteen opgelost, want wég zijn Bahaal en het vuur.

Galaxa's verschijning is beperkt tot amper drie plaatjes. Het zijn alle drie bewerkte fotokopieën van foto's van Senta Berger, de Oostenrijkse actrice waarop het uiterlijk van Galaxa gebaseerd is. Die duistere plaatjes passen wonderwel bij de zwartheid van dit verhaal. Meer plaats voor haar was er niet in dit album, want de voorgaande pagina’s zijn volledig ingenomen door de talloze belevenissen die Karel Biddeloo erin gepropt heeft.

MARTIN HOFMAN

 

De originele cover (1980)

 



Het verhaal is in 2022 door Standaard Uitgeverij gebundeld in De Rode Ridder: De Biddeloo-jaren - Monsters en Aliens deel 9. Deze integrale bevat de verhalen De Beelden van Djomaz, Het Oog van Toth, De Ontvoering, Het Dievengilde, Het Grote Geheim en Zygmud en de Beren van Kragero, oftewel de delen 87 tot 92, voorafgegaan door een achtergronddossier.

 

 
  © Stripspeciaalzaak.be, 2022-2023