“Ik heb beloofd onder allerlei gedaanten steeds aan je zijde te staan!”

 

 

Aantrekken en afstoten

Lang duurt het afscheid tussen Johan en Galaxa na hun eerste gezamenlijk avontuur niet, hoewel Johans geduld grondig op de proef wordt gesteld in De IJzeren Hand tot Galaxa zich officieel aan hem kenbaar maakt.

Een naderend onweer in de buurt van de doelloos zwervende ridder wordt uiteen­gereten door een stralende zon. In de ­donkere wolkenslierten herkent Johan de gelaatstrekken van een nijdig wijkende Bahaal. "Zou dit een teken zijn van Galaxa?" vraagt de ridder zich af. In een dorpje dat wordt geplaagd door een mysterieuze verouderingsziekte ontmoet hij Elvire, die het kerkhof onderhoudt en bewaakt. Ondanks haar blinddoek heeft ze geen ogen nodig om te zien. Johan spreekt haar aan met “meisje” en vraagt zich af waarom de verouderingsziekte haar niet kan deren. Daarop steekt het ­meisje met de blinddoek, de staf en haar hond Diablo een verhaal af over hoe ze van een adellijk geslacht afstamt in een land dat op een dag werd aan­gevallen door barbaren. Slechts één man bood de barbaren tegenstand: Mannhardt. Toen deze krijger stierf, besloot de dan al een tijd met blindheid geslagen vrouw haar leven te wijden aan zijn nagedachtenis en trok zich met haar hond terug in de graftombe die werd ingericht te zijner gedachtenis. Misschien dankt ze aan hem haar bijzondere gaven. Aan de tombe van Mannhardt, die Johan ook kent uit de liederen die troubadours en minstrelen over hem zingen, vertelt Elvire over de ontbrekende rechterhand aan Mannhardts harnas. Die is nu in het bezit van Delira, de Zwarte Dame die over een massieve
en sombere burcht regeert.

De ­ijzeren handschoen bezit volgens Elvire bovennatuurlijke machten. Johan belooft de handschoen terug te halen. Daar slaagt hij ook in, maar niet zonder slag of stoot. Delira probeert dan maar om via list iets teweeg te brengen, vooreerst door de dorpelingen tegen “de heks” Elvire en Johan op te jutten. De opgehitste menigte stenigt het meisje, waarop Johan uiteraard tussenbeide komt. Uiteindelijk komt het tot een ­nieuwe confrontatie met Delira, maar ­tussen hen in staan ganse legioenen met honderden krijgers die Johan met behulp van een vervaarlijk zwaaiend zwaard in de door de ijzeren handschoen omhulde vuist verslaat. Delira is onder de indruk in haar uitgestrekte zaal met talloze brandende kaarsen. Ze stelt Johan het eeuwige leven voor als hij zich aan haar zijde en die van het kwaad stelt. Maar de ridder wil daar niet van weten. Delira roept daarop haar meester op, die Bahaal blijkt te zijn. Ook hij stelt een laatste keer de vraag of Johan aan hun zijde wil strijden. Na het negatieve antwoord wordt een in woede ontstoken Bahaal prompt de mond gesnoerd door Elvire die haar ware gedaante toont: Galaxa.

Meer dan het afnemen van haar blinddoek en lange mantel is niet nodig zodat Johan haar nu ineens wel kan herkennen. Superman hoeft ook maar een bril op zijn neus te zetten en zijn superheldenpakje om te ruilen voor een kostuum om incognito door het leven te gaan als Clark Kent.

In De Toverspiegel ­(deel 58, 1973) beloofde Galaxa dat zij hem zou bijstaan in allerlei gedaanten, maar ze benadrukt ook dat haar verblijf slechts tijdelijk is. Kort na Bahaals verdwijning in De IJzeren Hand, vertrekt ook Galaxa in een wervelende nevel. Johan schreeuwt het uit: “Galaxa! Ga niet weg! Laat me niet alleen!” Een triest kijkende Galaxa antwoordt dat dit onmogelijk is. Vermoeid en verdrietig keert de Rode Ridder naar het dorp terug waar de vloek is opgeheven.

Het spelletje van aantrekken en afstoten omwille van de wetten van het heelal zal nog vele albums en jaren duren. De relatie tussen Galaxa en Johan is een langeafstandsrelatie, in feite gedoemd tot mislukken omdat beiden nooit een concreet gezamenlijk of onbekommerd bestaan in elkaars bijzijn kunnen leiden. In de eerste albums met Galaxa is er nog sprake van smachten naar elkaar. Een paar decennia later overheerst de strijd tussen goed en kwaad, tussen licht en duister, nadrukkelijker. En dat weegt op de sprankelende sprookjesromance die bij hun vroegere ontmoetingen van de pagina's spat. Op dat moment woont Karel Biddeloo nog bij zijn moeder en zoekt hij zelf gezelschap. Eenmaal hij die heeft gevonden, deemstert zijn passie voor de papieren Fee van het Licht weg en ontpopt zijn personage zich meer tot een strijdvaardige powerwoman, een onderlegde krijgster en geen katje om zonder handschoenen aan te pakken.. net zo min met een ijzeren handschoen.

DAVID STEENHUYSE

 

De originele cover (1973)

 



Bij de eerste druk van dit album stak een wedstrijdformulier met rebus en een sticker om op een grote kleurenposter van Suske en Wiske te kleven. Van zowel het formulier als de sticker bestaan minstens zeven verschillende versies.



Van dit album verscheen in 2020 een artist's edition bij Adhemar met op waar formaat een reproductie van alle originele pagina's van het verhaal, aangevuld met een achtergrondartikel en reproducties van de volledige, afwijkende Pats-versie. Deze luxe verscheen in een oplage van 100 exemplaren.



Het verhaal is in 2021 door Standaard Uitgeverij gebundeld in De Rode Ridder: De Biddeloo-jaren - Sword and Sorcery deel 4. Deze integrale bevat de verhalen De Koraalburcht, Mandragora, De Verboden Berg, De Toverspiegel, De IJzeren Hand en Sidarta, oftewel de delen 55 tot 60, voorafgegaan door een achtergronddossier.

 

 
  © Stripspeciaalzaak.be, 2022-2023