D A T A S H E E T
Tekenaar:
Jacques Tardi
Scenarist:
naar de roman van
Geo-Charles Veran
Uitgever:
Casterman
Eerste druk: 1993
Oorspronkelijke titel:
Jeux pour Mourir
Uitvoering:
SC, kleur
Quoi? Vier straatkinderen tussen de negen en vijftien jaar plegen een misdrijf. De gevolgen lopen volledig uit de hand. Inspecteur Maringer wordt op de zaak gezet. Hij is een gezette man van middelbare leeftijd en zit aan de drank sinds zijn vrouw er vandoor is gegaan met zijn commissaris. Maringer is de vader van Cat, de leider van de jeugdbende. Relatieproblemen met zijn zoon konden er nog wel bij... De actie speelt zich af in vier dagen, van zaterdag 26 tot dinsdag 29 augustus 1950. Eén dag om te doden, één dag om bang te worden, één dag om te doden en één dag om te sterven.
Et alors? We zouden een boom kunnen opzetten over kinderen uit gebroken en daarbovenop dikwijls kansarme gezinnen die uit verveling misdaden plegen. Maar dat zou toch voor een deel op heersende vooroordelen zijn gebaseerd. Jacques Tardi maakt er op basis van een roman van Geo-Charles Veran een eigen voorstelling van. In tegenstelling tot documentaires in actualiteitsprogramma's en krantenberichten krijg je als lezer nu wél een duidelijk beeld over de achtergrond en leefomstandigheden van criminele schoftjes... van vijftig jaar geleden bovendien, wat is er sindsdien veranderd? Het bestaan in een voorstad zoals Tardi het neerzet is saai en deprimerend. Door de goed uitgewerkte personages, de sfeer en de motoriek van het verhaal leest deze turf van 238 pagina's als een trein.
Aantal genomineerde albums van Tardi: 22/440
Faits divers (Tardi):
• In 1974 verscheen De IJsdemon, Tardi's eerste belangrijke meesterwerk waarin hij de gevaren van een bacteriologische oorlog wilde duidelijk maken, alhoewel dat niet voldoende uit de verf kwam door een gebrek aan ervaring volgens de tekenaar himself. In De IJsdemon probeerde Tardi de negentiende-eeuwse gravures te benaderen door middel van veel arceringen. Het kostte hem anderhalf jaar het album te tekenen met het materiaal die graveerders uit de negentiende eeuw ook gebruikten: scrapeboard en geprepareerd tekenkarton met een zwarte laag waarin witte lijnen werden uitgekrast. Naast techniek experimenteerde hij ook met paginalay-out. Het album werd echter geen instantsucces. Vandaag is het vertaalde album door Panda (1980) wel een gegeerd doel bij verzamelaars en Tardi-liefhebbers. Daar moet dan ook een prijs voor betaald worden. Dodelijke Spelletjes mag trouwens ook wel eens herdrukt worden.
• Op een dag organiseerde boekenuitgever Gallimard een avondje in Brussel naar aanleiding van het boek Mémoires de Blake et Mortimer. Daar ontmoette hij voor het eerst zijn grote voorbeeld Edgar-Pierre Jacobs. Aan tafel zat hij rechtover hem, maar Jacobs werd te veel in beslag genomen door anderen. Meer dan twee woorden hebben de twee auteurs niet kunnen uitwisselen. Daarna heeft Tardi Jacobs nooit meer teruggezien.
• In Een kater vol Lood uit 1990 werkte Tardi voor het eerst in kleur, meerbepaald met aquarel. In 1993 herhaalde hij hetzelfde kunstje in Dodelijke Spelletjes, een stripbewerking van een roman van Geo-Charles Veran dat zich afspeelt in een niemandsland tussen stad en platteland, de zogenoemde banlieu oftewel de voorstad.
• Aan zijn voorkeur voor verhalen die zich in de jaren vijftig en zestig afspelen en die een tijdsbeeld proberen te schetsen, ligt een zoektocht naar persoonlijke herinneringen aan de basis. Bij het maken van een album probeert hij zich allereerst zijn kindertijd te herinneren, compleet met alle nostalgie, belangstelling en nieuwsgierigheid die daarbij hoort. Daarvoor bladert hij in oude kranten, oude reclamefolders, oude programmeringen van bioscopen om stil te staan bij bijvoorbeeld de films die in die week in de bioscoop liepen, zovele jaren geleden. Maar eigen herinneringen primeren steeds.

• Met De Laatste der Laatsten in 1997 ging Tardi in zee met Didier Daeninckx voor alweer een verstripte roman. In 1999 volgde Soldaat Varlot. Een jaar later kwam De Verloedering uit, een wrange allegorie op reality tv naar de roman van Daniel Pennac. Hij kwam op de idee na een rechtszaak omtrent het gedwongen ontslag van zijn echtgenote. Hij was gedegouteerd door het feit dat de werkgever zomaar mensen kon ontslaan en beroep deed op een zwarte kas om wettelijke schadevergoedingen niet te hoeven uitbetalen. Tardi had eerder al Pennacs jeugdverhaal Le Sens de la Houppelande geïllustreerd en tekende sindsdien enkele covers voor diens essays in het tijdschrift Folio. Voor een keer zette hij zijn afkeer voor hedendaagse architectuur en moderne vervoersmiddelen opzij en dompelde zich in documentatie voor deze strip die zich in het heden afspeelt.
• Tardi houdt schetsboeken bij om een zekere frisheid in zijn tekeningen te bewaren en om vrijer te kunnen tekenen dan voor een stripplaat. Jean-Christophe Menu (co-oprichter van de alternatieve stripuitgeverij L'Association) wilde dat uitgeven voor zijn eigen uitgeverij, maar het werd een flop. Een tweede schetsboek in uitgave was voorzien, maar zo ver kwam het niet. Ofwel was het te duur ofwel hadden er begeleidende teksten moeten bijstaan, was Tardi's verdict.
• Vandaag hangt Tardi tekeningen van zichzelf op aan een muur. Het zijn tekeningen waar hij tevreden over is en waar hij een bepaalde band mee heeft. Het is geen zelfidolatrie want in de buurt hangen tekeningen van Loustal, Truong, Giraud, Hergé en Crumb.
• Heroïc fantasy is het genre dat hem het minst bekoort. Hij vindt de inkleuring inwisselbaar, het genre interesseert hem niet, het maakt geen deel uit van zijn referentiekader.
• Elke morgen drinkt Tardi zijn koffie, rookt zijn eerste sigaretje van de dag en eet in een razendsnel tempo twee koekjes. Hij wil geen tijd verliezen of zijn platen besmeuren met confituur. Daarna begint het tekenwerk.
• In 2009 zal Tardi na Griffu en Kleine West Coast Blues met Nada opnieuw een roman van Jean-Pierre Manchette aanpakken.
• De meeste van zijn lezersbrieven smeken Tardi om een tekeningetje. Sommigen steken er nog een bankbiljet bij voor de moeite.

Faits divers (Dodelijke Spelletjes):
Dodelijke Spelletjes is gebaseerd op een roman van Geo-Charles Veran. Het won in het jaar van verschijnen, in 1950, de Grand Prix de Littérature Policière, een belangrijke Franse literatuurprijs die sinds 1948 werd uitgereikt. Een oude bekende van Tardi won de eerste uitgereikte prijs: Léo Malet met Le Cinquième Procédé.
• De roman werd Tardi aangeraden door een boekhandelaar. Tardi was namelijk op zoek naar een plot dat zich in de jaren vijftig afspeelde. Op een dag, tijdens een signeersessie in Nantes, had de boekhandelaar bij wie Tardi zijn strips kwam signeren een stapel van Dodelijke Spelletjes liggen. Etienne Robial was daar ook aanwezig. Tardi stootte Robial aan en zei hem dat het een boek voor hem is. De boekhandelaar ving het gesprek op en deelde hen mee dat de uitgever, L'Atalante, van het boek aan het einde van de straat woonde. De kleine uitgeverij had de roman uit de jaren vijftig herdrukt. Vervolgens onderhandelde Casterman over de rechten voor een bewerking en de zaak was beklonken.
• Tardi nam ook contact op met de schrijver van de roman, maar aan de telefoon was duidelijk dat de schrijver een te duidelijk beeld had van zijn personages. Tardi liet zich liever niet beïnvloeden. Met Léo Malet, de romanschrijver van Nestor Burma, had hij een andere band. Hem kon het niet schelen hoe de personages eruit zouden zien.
• Tardi's hoofdpersonages krijgen hun definitieve uiterlijk niet na uren of dagen zwoegen op voorstudies met gezichten in profiel, zijaanzicht, driekwartprofiel en vanuit alle mogelijke hoeken. Hij legt hun trekken vast op de definitieve plaat, eerst in potlood en vanaf het hem aanstaat zonder al te veel poespas in inkt. Zo kunnen de gezichten van personages wel eens verschillen tussen begin en einde van een album, bijvoorbeeld in Dodelijke Spelletjes. Hetzelfde geldt voor Nestor Burma en Isabelle Avondrood. Hij laat de personages zelf hun anatomie bepalen. De oren groeien, de neus en de kin veranderen naarmate de personages een karikatuur van zichzelf worden. Wanneer dat gebeurt, komen ze met hun eigen persoonlijkheid naar voren, althans volgens Tardi.
• Tardi blijft normaal gezien redelijk trouw aan de romans die hij verstript. In Dodelijke Spelletjes wijzigde hij enkele zaken in het gedrag van commissaris Maringer. In het boek overleeft een van de kinderen, maar Tardi koos ervoor om de geschiedenis helemaal af te sluiten. De bendeleider heeft hij minder sympathiek gemaakt. In hoofdzaak omdat hij vond dat de hoofdpersoon in een verhaal nooit het meest interessante personage is. De personages die rond hem heen zweven, de nevenpersonages, zijn altijd meer emotioneel geladen. Tardi heeft altijd zin om in zijn verhalen de held te mishandelen. Isabelle Avondrood kan ervan meespreken.

• Het album zou net zoals Kater vol Lood aanvankelijk uitgegeven worden in een kleiner comicformaat. Maar na verloop van tijd veranderde de uitgever van mening. Vandaar dat er in het begin minder plaatjes per pagina staan dan verder in het album. Een opmerkelijke uitspraak van Tardi in deze context was zijn verklaring dat hij altijd van comics gehouden te hebben zoals de werkelijke roeping van de strip inhield en niet zozeer door mooi papier en een uitstraling van luxe zoals de Franse hardcoveredities kennen. Hij vond dat de strip een populair expressiemiddel moet blijven voor zoveel mogelijk mensen, zonder in het vulgaire of in het idiote te vervallen. De beste vorm daarvoor is de comic, ook omdat je volgens hem een comic nadat je'‘m gelezen hebt in de vuilbak gooit. Hij was vragende partij om het boek zo goedkoop mogelijk te houden, zonder harde kaft of stofomslag.
• Wat Tardi in een detectiveroman interesseert, is de manier waarop de verhaalstructuur tot aan het einde toe met de lezer wordt gedeeld. Hoe die eventueel in de luren wordt gelegd, op welke manier stukjes van de puzzel met mondjesmaat worden prijsgegeven. Het boeit Tardi en in Dodelijke Spelletjes vond hij dat hij die manier van vertellen goed heeft gedaan.
Dodelijke Spelletjes speelt zich net als Een Kater vol Lood af in de Parijse voorstad Le Troncy. De tekenstijl en het kleurgebruik zijn bovendien hetzelfde. Tardi was niet zo dol op voorstaddecors, maar grafisch vond hij ze wel interessant.
• Het jaar van de gebeurtenissen is 1950. Na het Nestor Burma-verhaal 120, Rue de la Gare voerde Tardi opnieuw advocaat Faroux op. In 120, Rue de la Gare (dat zich in 1941 afspeelt) werd Faroux wegens moord gearresteerd. In Dodelijke Spelletjes is hij opnieuw een advocaat van aanzien met een bloeiende praktijk en blijkbaar met de juiste vrienden.
• Tardi tekende het album in een periode dat hij zelf al enige tijd in de Parijse banlieu woonde. Daarvoor maakte hij soms 'expedities' naar de banlieus om er foto's te maken.
• Tardi heeft nooit met de schrijver over het resultaat van het boek gesproken. De tekenaar kwam uit een interview wel te weten dat Veran de personages er lelijk vond uitzien. Hij had liever mooiere kinderen, een beetje op de manier van Joubert, een Franse tekenaar die erg gekend stond voor zijn padvindersverhalen en een leermeester was voor Emmanuel Lepage, maar die nog in pedofiliebeschuldigingen zou delen.
• De Duitse vertaling van het album won een Max und Moritz-prijs als beste buitenlandse album.