Thierry
Culliford

[gecontacteerd door Peter D'herdt]
Albums van Thierry Culliford (1955, België):
German en Wij... (scenario voor Frédéric Jannin, deel 1, 5, Dupuis) Johan en Pirrewiet (coscenario voor Alain Maury, deel 14-17, Lombard)De Smurfen (coscenario voor Alain Maury (deel 18-21)/Pascal Garray/Ludo Borecki (deel 22)/Ludo Borecki (deel 23-25), deel 18-25, Lombard)Steven Sterk (coscenario voor Pascal Garray, deel 8-13, Lombard).

Website: www.smurf.com users.skynet.be/Timo/jeugdsentiment/tekenfilm/de_smurfen.htm www.tv.com/smurfs/show/3352/episode_listings.html
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Lees maar de albums van Robbedoes en Kwabbernoot en van Guust en je merkt met wat voor een ongelooflijke fantasie Franquin zijn universum creëerde. Hij was niet alleen een buitengewoon tekenaar, ook zijn goed uitgewerkte personages en, zoals ik al zei, al die uitvindingen maakten hem bijzonder.
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Franquin heeft me nagenoeg geboren zien worden... André en Liliane Franquin waren de beste vrienden van mijn ouders. Mijn vader (Pierre Culliford = Peyo, pd'h) heeft enorm veel aan Franquin te danken (het was Franquin die Dupuis kon overtuigen om Johan, de eerste strip van mijn vader, te publiceren) en hij had een grote bewondering voor zijn onmetelijke tekentalent. Ik denk dat mijn vader als het op scenario's schrijven aankwam, niet voor hem moest onderdoen. Maar elke keer stond hij sprakeloos wanneer hij de schetsen van Franquin onder ogen kreeg. Het waren tekeningen die niets te zien hadden met zijn strippersonages, maar studies met penseel of rotringpen van gezichten, dieren, karikaturen... Het waren echte pareltjes. Anderzijds bewonderde Franquin de duidelijke en doeltreffende tekenstijl van mijn vader. Ik denk dat je hier kan spreken van een wederzijdse bewondering. Ik herinner me een tekening die Franquin voor mijn vader maakte: een smurf die zich geel verfde! De titel van de tekening: Smurf die "Nain Jaune" speelt. Nain Jaune (het spel heet "Gele Dwerg" in het Nederlands) was een gezelschapsspel dat nogal populair was in die tijd. De smurf was perfect getekend: de trekken, de verhoudingen, alles was juist. Nochtans is het niet gemakkelijk om van de eerste keer een smurf correct op papier te zetten.

Toen ik klein was, bracht ik enkele vakanties samen met Franquin door. Vooral een vakantie aan de Belgische kust (in Sint-Idesbald om precies te zijn) is beroemd geworden, omdat mijn vader daar het woord "schtroumpf" (de Franse versie van "smurf", pd'h) heeft uitgevonden. Aan tafel wilde hij het zoutvaatje hebben, maar hij kon niet meer op de naam komen. Daarom vroeg hij aan Franquin om hem de "smurf" eens door te geven. Franquin, duidelijk verrast, antwoordde hem: "Hier! Ik smurf je jouw smurf"... De rest is geschiedenis!!!

Mijn ouders en de Franquins gingen vaak samen op restaurant. Franquin kwam dan altijd eerst bij ons thuis langs en zo heb ik wat tijd met hem doorgebracht. Tijdens het maken van het album Hommeles in Rommelgem was Franquin nogal depressief, want het wilde niet echt lukken met de tekeningen en het scenario. Daarom stelde mijn vader aan hem voor om een tijdje in zijn studio te komen werken. En daar, in het gezelschap van mijn vaders medewerkers in die tijd (Walthéry, Gos,...), hebben ze het enthousiasme van hun jonge jaren terugvonden. Mijn vader en de anderen hebben hem geholpen bij het afwerken van het album en hijzelf hielp bij De Smurfen-strips (Franquin schiep meerbepaald de vogel Krwakakrwa voor het gelijknamige album, pd'h). Dit luidde jammer genoeg het einde van een tijdperk in. De twee auteurs waren eigenlijk een beetje het slachtoffer van hun succes. Mijn vader was overrompeld door het grote succes van De Smurfen over de hele wereld en Franquin door de bewondering en de verering die hem al tijdens zijn leven te beurt viel. Hij haatte dit.
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Robbedoes en de Erfgenamen: de uitvindingen, de autorace en vooral Kwabbernoot die met zijn wandelstok per ongeluk op de gebroken voet van de notaris klopt.
In Pas Op, Kwabbernoot! hou ik veel van de scène waarin Kwabbernoot aan een wielerwedstrijd deelneemt en, wanneer hij uitgeput een bocht mist, op zijn fiets de berg afstormt... een meesterwerk! Bekijk de scène op bladzijde 32 goed. Let op de details van de fiets en de houdingen van Kwabbernoot en je begrijpt waarom ik Franquin als de grootste striptekenaar beschouw.
In De Roof van de Marsupilami is me vooral de scène bijgebleven die zich 's nachts in de dierentuin afspeelt. Wanneer de ruit van een vivarium breekt, zegt een dolgelukkige nijlvaraan die het hazenpad kiest: "En nu vlug naar de Nijl!". Waarom weet ik niet, maar die uitspraak van de varaan doet me altijd lachen. In ditzelfde album is die voetbalwedstrijd ook fantastisch! Alle personages zijn zo levendig in beeld gebracht (de doelwachter die zich helemaal uitstrekt!!) dat je de indruk krijgt dat de scène gefilmd is. Het is zo goed geobserveerd en zo goed weergegeven... Nochtans herinner ik me niet dat Franquin een wieler- of voetballiefhebber was.
En verder wil ik ook graag een villa voor het weekend in Incognito-City (Het Masker der Stilte)... De moderne architectuur van de jaren vijftig en de auto's die erbij horen!
Ten slotte heb ik wel duizend keer het miniverhaal van Roeltje en de Elaoin gelezen en natuurlijk alle albums van Guust en Zwartkijken.
Je hebt kortom begrepen dat Franquin echt een van mijn favoriete auteurs is. En niet omdat ik hem goed heb gekend. Trouwens, in mijn jeugd was ik helemaal niet gefascineerd door zijn aanwezigheid. Franquin was bijna een oom voor mij. Maar ik heb altijd zijn tekeningen en zijn universum bewonderd.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
Niet rechtstreeks. Wanneer ik scenario's scheef voor Johan en Pirrewiet, Steven Sterk of De Smurfen dompelde ik me eerder onder in het universum van Peyo. Maar onrechtstreeks... Zie daar maar eens achter te komen.

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Guust Flater en de Marsupilami zijn echte symbolen van het beeldverhaal. Ik denk dat alle stripauteurs van vandaag op zijn minst één keer het œuvre van Franquin gelezen hebben. Je kan het vergelijken met een hedendaagse schrijver die Racine of Victor Hugo gelezen moet hebben. In de wereld van de strip kun je niet om het œuvre van Franquin heen.

[vertaald door Peter D'Herdt / eindredactie door Jeroen François]