|
Wat
maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
In mijn ogen is het verzameld werk van Franquin
opmerkelijk door de kwaliteit en diversiteit. Hij was iemand
die zich nooit tevreden stelde met één stijl.
Hij heeft altijd geprobeerd om zijn werk te perfectioneren,
om steeds weer een stap vooruit te zetten in zijn grafiek.
Misschien werd hij daarin gepusht door het feit dat hij altijd
gekopieerd, geïmiteerd is geweest... maar naar men zegt,
nooit geëvenaard. |
Hoe
maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums?
Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten
met hem gehad?
Ik heb zijn werk ontdekt via de Robbedoes-albums.
Ik ben opgegroeid met het weekblad Pilote en ik had
Robbedoes niet gelezen voor mijn twaalfde. Maar mijn
lievelingspersonage blijft Guust. Ik heb het geluk gehad om
Franquin drie of vier keer te ontmoeten. Ik denk vooral aan
het festival van Sollies in 1993 waar hij me de prijs overhandigde
die ik had behaald voor mijn reeks Leo Loden. |
Wat
is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage
en waarom?
Zonder twijfel: Het Geval Flater. Ik ben gek op zijn
werk uit die periode, waarin hij — denk ik — inktte
met een penseel. Anderzijds, in de reeks Robbedoes
spreekt de typische jaren vijftigstijl van Pas op, Kwabbernoot!
me aan. |
Heeft
Franquin ook uw werk beïnvloed?
Natuurlijk, hij blijft samen met Uderzo,
Tillieux en Walthéry
de man die me grafisch heeft beïnvloed. Ik heb bestudeerd
hoe zij de realiteit weergeven. Met een zekere zorg voor details
die de geloofwaardigheid verhogen en zeker en vast met hun
zin voor beweging die de lezer liet geloven dat de personages
echt bewogen. Enfin, hun manier van werken vertelt steeds
weer dat het werk nooit gedaan is, het is een continue zoektocht
naar een geslaagd werk. |
Welke
impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt
u?
In tegenstelling tot andere grootmeesters zal de
invloed van Franquin altijd aanwezig blijven in de strip.
Zijn werk is altijd geëvolueerd, nooit heeft hij zich
genesteld in één stijl. Men vindt zijn invloed
terug in verschillende facetten van het werk van verschillende
tekenaars die op het eerste zicht weinig gemeen hebben.
[vertaald
door Wouter Porteman / eindredactie door Peter D'Herdt] |
|
|
|