Merho
(Robert Merhottein)

[gecontacteerd door Peter D'Herdt]
Albums van Merho (1948, België):
Comi & Dacske (scenario van René Adriaenssens, Comidac + herdruk Comi & Dacske Compleet, Standaard Uitgeverij)Bij Fanny op Schoot (getekend door diverse tekenaars, Standaard Uitgeverij)Fanny en Co (= Kiekeboe, 6 albums, Unieboek)Kiekeboe (112 albums + 7 Familiestripboeken + diverse speciale (reclame-)uitgaven + De Kiekeboecollectie, 10 albums, Standaard Uitgeverij)Pats (coscenario Willy Vandersteen (deel 4), deel 4-7, Standaard Uitgeverij)Tits (in samenwerking met Willy Vandersteen en Peter Koeken, 26 albums, Standaard Uitgeverij).

Website: www.kiekeboewebstek.be
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Over Franquin praten, kan ik alleen maar in superlatieven. Hem een virtuoos tekenaar noemen, is natuurlijk een open deur intrappen, maar het is nu eenmaal zo. Hij was iemand die in de loop der jaren zijn stijl steeds opnieuw wist uit te diepen en te vernieuwen. Daarnaast was hij een buitengewoon scherp waarnemer die op een zeer eigen manier heel herkenbare personages wist neer te zetten, behept met alle menselijke deugden en vooral ondeugden. Dat getuig niet alleen van een enorm talent en vakmanschap, maar ook van een grote portie mensenkennis.
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Het eerste wat ik van hem las, was op de lagere school. Er werd een soort reclamefolder uitgedeeld, met een strip van Robbedoes en Kwabbernoot die de Pied Bœuf-fabriek bezochten en een reportage maakten over bier brouwen. Strips op school waren toen nog des duivels, maar als het educatief was, dan mocht het wel. Deze korte strip, die ik helaas nooit meer heb terug gezien, maakte toen een enorme indruk op mij.
Later heb ik Franquin een paar maal vluchtig ontmoet. De eerste keer was in 1977 op een tentoonstelling rond de verschillende Robbedoes-tekenaars. Jijé was daar ook en hij tekende in een paar lijnen mijn portret. Ik had toen nog een baard en Franquin zette een Guustje op mijn schouder, die afkwam met een scheerapparaat. Trots hing ik dit in mijn atelier. Helaas was de tekening gemaakt met viltstift, zodat er na een tijdje nog weinig van overbleef.
Daarna zag ik Franquin wel eens op een vergadering in het BCB. Een zeer beminnelijk man die de hele tijd blaadjes papier zat vol te krabbelen. Die stak hij daarna wel zorgvuldig op zak. Mijn schroom was te groot om met de man een echt gesprek te beginnen. Achteraf gezien heb ik daar wel wat spijt van.
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Mijn voorkeur gaat in de eerste plaats uit naar de Guust Flater-albums. Vooral de middenste periode. Dat was slapstick van hetzelfde niveau als dat van mijn geliefde komieken uit de stomme film. Maar Zwartkijken vind ik ook heel boeiend. Eigenlijk vind ik alles van de man geweldig. Zelfs het blad waarop hij zijn pen uitprobeerde had nog iets. (Zou ik een fan zijn?)
Een favoriet personage heb ik niet. Of het nu om De Mesmaeker gaat, om de lachmeeuw of om de Marsupilami, ze zijn allemaal even virtuoos neergezet.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
Enkel in het prille begin. In mijn eerste probeersels zie je duidelijk dat ik gaan kijken was naar Ton en Tinneke. Daarna werd de invloed van Hergé en Vandersteen groter. Maar een nieuw album van Franquin gaf me altijd weer zin om zelf te gaan tekenen.

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Er is een hele Franquin-school geweest. Voor mensen van mijn generatie en ouder was hij zeer inspirerend. Maar niemand bereikte uiteraard zijn niveau. Bovendien was de meester zijn volgelingen stilistisch altijd een stapje voor.
Ik betwijfel of zijn directe invloed op de jonge generatie nog zo groot is. Maar hij wordt wel algemeen gewaardeerd. Toen ik vorig jaar zijn tentoonstelling in Parijs bezocht, liep er een video met commentaar van Yvan Delporte. En wat hij daar zei, was waar: iedere tekenaar, ook Hergé, heeft een groep pro's en contra's. Behalve Franquin, die vindt iedereen goed.
Mocht de man in Amerika geleefd hebben, dan was hij nu wereldberoemd geweest.