|
Wat
maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Wat Franquin zo uitzonderlijk maakt?... Een moeilijke
vraag... Eerst en vooral is hij meer dan een talent, hij is
een genie. Vervolgens is hij nooit tevreden geweest met enkel
zijn talent. Hij heeft zichzelf altijd in vraag gesteld. Hij
was voortdurend op zoek naar dat klein, ietsiepietsie verschil,
een andere werkwijze, naar een manier om de dingen in te kleden,
nieuw materiaal, een nieuwe opvatting, een nieuwe visie,...
Deze ononderbroken zoektocht, verenigd met zijn enorme talent,
hebben van hem een uitzonderlijk auteur gemaakt. Meer nog,
door de schijnbare eenvoud — zeker in bepaalde periodes
— van zijn werk zijn er een heleboel na-apers geweest
die zijn manier van werken hebben gepopulariseerd en die een
kers op de taart van zijn populariteit hebben gezet. |
Hoe
maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums?
Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten
met hem gehad?
Mijn
eerste contact met Franquin was indirect. Ik moet toen zes
of zeven jaar geweest zijn. De poëziealbums waren toen
nog in zwang. Een vriend had een gag van Guust overgetekend
in de mijne. Het was de gag waarin hij zijn uitgeblazen rookkringen
gebruikte als hoelahoep. Zelfs bij de allerkleinsten had hij
al navolgers. Mijn eerste persoonlijke herinneringen zijn
vreselijk. Ik was zestien jaar en ik kwam mijn tekeningen
voorleggen op de redactie van Robbedoes. Hij was
daar en vroeg om mijn werk te bekijken... en hij zei niets!
Geen woord, geen beweging, geen blik, nada! Zoals ik al zei:
vreselijk. Later had ik enkele persoonlijke contacten met
hem. Hij hield van mijn tekeningen en koesterde een zekere
genegenheid voor me. We hebben samen vaak een glas gedronken
en ik luisterde dan naar zijn verhalen. Nog wat later verloor
ik mijn werk. Het kostte me bijna een jaar vooraleer ik een
andere uitgever vond. Hij telefoneerde vaak naar mijn ouders
om nieuws te rapen (ik had geen telefoon). Dat stak me een
hart onder de riem. Maar ik heb me nooit echt laten gaan in
onze omgang met elkaar. Waarschijnlijk een gevolg van onze
eerste ontmoeting. Ik denk dat hij intiemer was met mijn moeder,
hoewel ze elkaar nooit ontmoet hebben. |
Wat
is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage
en waarom?
Heel
moeilijk te zeggen... Ik zou gaan voor een stukje van een
vakje hier, een lijntje daar, een beweging hier. Hij was grafisch
erg sterk, tot in de kleinste details. Zelfs het meest onbeduidende
voorwerp had een eigen leven. |
Heeft
Franquin ook uw werk beïnvloed?
Natuurlijk!
Ik denk dat Franquin een heleboel tekenaars van mijn generatie
beïnvloed heeft, zelfs realistische tekenaars. Een auteur
is als een spons. Heel mijn leven heb ik invloeden "ondergaan"
(niet echt de mooiste term), heb ik invloeden aangenomen,
geplukt. Sommige kan je zien, andere niet, van nog andere
weet ik alleen dat ze er zijn. Ons werk is voor een groot
deel de som van onze invloeden, als oprispingen van onze eigen
persoonlijkheid. Het gevaar, en dat is vaak het drama met
Franquin, is dat sommigen zich alleen door hem lieten beïnvloeden.
|
Welke
impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt
u?
Moeilijk te zeggen. Hij heeft nagenoeg zelf een
volledige stijl ontwikkeld en hij was zo getalenteerd dat
het op termijn wel verlammend moet werken. Je moet je er
van ontdoen zoals sommigen in hun tijd zich voortdurend
los moesten maken van Gustave Doré of
van Milton Caniff... Maar dat losmaken
op zich is ergens al vruchtbaar. En dan, dan gaat de tijd
voorbij. Hij is niet meer incontournable. Maar
ik hoop dat veel auteurs nog steeds putten uit het beste
wat hij ons gegeven heeft... een voorliefde voor wat goed
gemaakt is, het plezier om zich in vraag te stellen en een
grote bescheidenheid tegenover ons fantastisch beroep dat,
als het een kunst is, toch bovenal een populaire kunst is
in zijn mooiste betekenis.
[vertaald
door Wouter Porteman / eindredactie door Peter D'Herdt] |
|
|
|