|
Wat
maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Dat is heel simpel: zijn genialiteit. Ik ben het wat dat betreft eens met mijn vriend François Walthéry: hij had geen dike nek!! Dat is een les die we etc... etc... |
Hoe
maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums?
Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten
met hem gehad?
Ik heb hem in 1956 ontmoet bij hem thuis. Ik was een jonge beginnende tekenaar toen hij me het idee inblies van de serie De Sliert waarbij hij zo ver ging dat hij de namen van bepaalde personages zelfs combineerde met enkele schetsen (bijvoorbeeld Dizzy, die kleine trompetspeler). Ik heb hem daarna heel vaak teruggezien... bij hem thuis... bij mij thuis... op restaurant.
|
Wat
is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage
en waarom?
Mijn favoriete albums zijn: Robbedoes' De Dictator en de Paddestoel, Het Nest van de Marsupilami's en natuurlijk Guust Flater, Ik hou van alles van Franquin.
|
Heeft
Franquin ook uw werk beïnvloed?
Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Onbewust beïnvloeden we elkaar min of meer wederzijds: wij zijn, zoals Franquin*, een van de vele kinderen van Jijé die men veel te vaak vergeet en die veel jonge tekenaars niet meer kennen. Dat is best jammer!
* Morris, Will, Gir-Mœbius, Mézières, Derib, Hermann en vele anderen... [vertaald door Wouter Porteman / eindredactie door Peter D'Herdt] |
|
|
|