Ian
Dairin

[gecontacteerd door Wouter Porteman]
Publicaties van Ian Dairin (Frankrijk):
Katz (Spirou HeBDo, Dupuis).

Website: www.iandairin.com
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Wat Franquin buiten categorie maakt, is natuurlijk zijn universum. De rijkdom, de juistheid en de frisheid van zijn lijnvoering. Hergé zelf, zijn grote concurrent in die tijd en wis en waarachtig een vriend, vond van zichzelf dat hij minder talent had dan Franquin. Het is eveneens zijn werkkracht en zijn constante kwaliteit die maken dat Franquin ook vandaag niet gedemodeerd overkomt en onvergetelijk blijft. Beeld je eens een beetje in hoeveel hij heeft moeten afzien onder het hoge verschijningsritme van Robbedoes en Kwabbernoot, een reeks die hij op zich heeft moeten nemen zonder enige onderbreking, zelfs toen Guust verscheen in de bladzijden van het weekblad uit Marcinelle! Hij heeft zich de reeks aangetrokken en meer zelfs, hij heeft zich die reeks eigen gemaakt: altijd voerde de kwaliteit de boventoon! Geen haastwerk, nooit een kattenbelletje en zelfs qua humor heeft Franquin het zich nooit gemakkelijk gemaakt. Kortom, een totaal respect voor de lezer... het is misschien juist dat respect dat hem buitengewoon maakt.
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Jammer genoeg heb ik nooit de kans gehad om Franquin te ontmoeten. Mijn eerste herinneringen aan hem heb ik dus te danken aan zijn stripplaten. In mijn geval de platen van Ton en Tineke. Hun avonturen verschenen in het weekblad Junior (Ons Volkske, wp), een Franse herneming, denk ik, van de inhoud van het weekblad Kuifje. Mijn moeder heeft voor mij bijna alle verschenen nummers bewaard sinds 1973... Ik heb ze vandaag niet meer, maar mijn ontdekking van Franquin is sterk verbonden met die zolder waar ik me ging afzonderen en waar ik de Juniortjes vond, netjes opgeborgen in een waspoederton... Tot op vandaag doet zelfs die geur me terugdenken aan Ton en Tineke.
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Ik voel me sterk verbonden met Ton en Tineke omwille van de hoger vermelde redenen, maar ook omdat het gaat om de eerste volledig persoonlijke creatie van Franquin. Vast staat dat heel zijn oeuvre interessant is, van de eerste Robbedoezen tot de laatste bevliegingen van Guust. Ik zou dus kiezen voor het album van Robbedoes en Kwabbernoot, dat deze twee werelden verbindt: Hommeles in Rommelgem, ook omdat hij er Guust zijn opwachting in liet maken, uitermate briljant in Bravo Brothers. Maar het is een vorm van heiligschennis om maar één stukje te moeten kiezen... Wat het avontuur betreft, denk ik ook aan De Gevangene van Boeddha, een zeer mooie realisatie van Greg-Franquin.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
Ja, natuurlijk, Franquin maakt deel uit van de tekenaars die mij zin hebben gegeven om strips te maken. Hij heeft dus op een zekere manier mijn leefwereld sterk beïnvloed. Het zijn vooral zijn onverzoenlijkheid en zijn oprechtheid die indruk op mij hebben gemaakt en me veel hebben geleerd. Het feit dat die man in staat was zijn eigen platen te verscheuren omwille van een detail dat niet klopte, laat je een pak dingen relativeren. Wanneer iets niet helemaal juist zit in een tekening en men maar niet vindt waar het precies aan ligt, of wanneer men voelt dat iets niet precies is zoals men het zich had ingebeeld, dan moet men herbeginnen, het is heel jammer... steeds weer opnieuw beginnen... Er is geen geheim…

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Franquin drukt keer op keer zijn onuitwisbare stempel op de huidige stripscène. Zijn stijl heeft school gemaakt... Auteurs die er in slagen een dergelijk spoor na te laten, zijn eerder zeldzaam.

[vertaald door Wouter Porteman / eindredactie door Peter D'Herdt]