Erik
Arnoux

[gecontacteerd door Wouter Porteman]
Albums van Erik Arnoux (1956, Frankrijk):
Celadon Run (scenario voor Elie Klimos (deel 1), Frank Brichau (deel 2), Elie Klimos/Alain Queireix (deel 3), Alain Queireix (deel 4), Collectie 500, Talent) • De Laatste Fee van het Land van Arvor (scenario voor Jean-Marie Michaud, 2 albums, collectie Millennium, Blitz/Talent) • Sofaletta (vanaf deel 4 scenario voor Dominique Hé, 8 albums, Collectie 500, Talent) • Timon van de Velden (op scenario van Daniël Bardet, 4 albums, collectie Kronieken, Blitz) • Witness4 (scenario voor Chrys Millien, 2 albums, collectie Millennium, Blitz/Talent).

Website: erikarnoux.blogspot.com
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
De man is een grafisch genie. Zijn tekenstijl is perfect. Zijn humoristische interpretatie van achtergronden, auto's en andere personages bewijzen steeds opnieuw dat hij dit van boven tot onder geobserveerd heeft en dat hij ze dus moeiteloos zou kunnen natekenen in een realistische stijl. Ik meen me een citaat van hem te herinneren waarin hij zegt dat om een leeuw (of een olifant, zoals in Tembo Taboe) te 'karikaturiseren' of beter nog, humoristisch te interpreteren, je die eerst op een realistische manier moet kunnen natekenen om hem te doorgronden. Pas daarna kan je hem op een vervormde manier weer ophoesten.
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Op een mooie dag in 1968, toen er nog nauwelijks straatstenen op het zanderige ondergrond van het Quartier Latin lagen en toen Frankrijk bevangen door een plotse opwelling massaal op straat kwam, verscheen er een klein zakboekje dat mij de weg wees bij mijn eerste stapjes in de stripwereld. Ik weet zeker dat dit boek mij de zin gegeven en begeleid heeft in mijn lot om tekenaar te worden. Ik was bijna twaalf jaar...
In mijn geboortestreek de Lorraine, ver van alle lawaai en woede, kon de politiek en het lot van het land mij toen op die leeftijd weinig schelen. Het was de ver-van-mijn-bed-show. Het toeval wil dat het enige wat ik me van Mei 68 nog herinner dat kleine mythische boekje is. Comment On Devient Créateur de Bandes Dessinées, boordevol tekst, foto's en tekeningen, gevolgd door twee lange en boeiende interviews met de iconen van het beroep, Franquin en Jijé.
Ik blijf bij hoog en laag beweren dat zij twee daar toen mijn toekomst hebben bepaald (en ook wel deels de raadgevingen van Philippe Vandooren, auteur van het hogervermelde werkje). Het gros van de auteurs van mijn generatie hebben hun stiel geleerd via deze ware bijbel, uitgegeven bij Marabout, boordevol tips en voorbeelden.
Later heb ik regelmatig de losse Robbedoesjes gekocht (ik was toch eerder een Kuifje-lezer...). Ik heb er wel Guust in ontdekt, die voor mij de grafische ontdekking blijft van het jaar 1968.
Ik heb hem nooit gesproken, zelfs niet gekruist tijdens één of ander festival.
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Nog altijd Guust Flater... de zachte dromer en het pure genie. Het woord "Genie" is zeker en vast een woord dat ik altijd zal blijven associëren met Franquin, wat er ook gebeurt. Ik ben ook een fan van QRN op Bretzelburg.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
Mijn stijl heeft hij helemaal niet beïnvloed. Maar mijn techniek wel: de manier van werken, de papier- en penkeuze, zoals het allemaal netjes beschreven was in het hogervermelde boek... Ik droom nog altijd van dat arceermachientje van het merk Kern, dat hij 40 jaar geleden vermeldde. Maar ik heb ook nog een ander jong genie gekend, Debarre die toen hij klein was in Franquins toverketel is gevallen .

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Franquin heeft jarenlang ongelofelijk veel invloed gehad op een groot deel van de uitgebrachte strips. Er bestaat een waslijst van auteurs die zijn truukjes geleend hebben alvorens zichzelf verder te ontwikkelen. Maar sinds de invasie van de manga's, twijfel ik of de beginnende jonge tekenaars zich nog door Franquin laten inspireren. Ze zullen hem ongetwijfeld later wel ontdekken. Net zoals Hergé, die vaak misprijzend wordt bekeken door de jonge tekenaars tot ze begrijpen dat ook Hergé, in navolging van André, incontournable is. Twee geniën uit België. En dat moet je dan horen van een Fransman.

[vertaald door Wouter Porteman / eindredactie door Peter D'Herdt]