Dirk
Stallaert

[gecontacteerd door Peter D'Herdt]
Albums van Dirk Stallaert (1955, België):
De Avonturen van Ridder Digest (collectie Ciso, Brabantia Nostra)Een Bus voor de Toekomst (coscenario van Freddy Vanspringel, Van Hool) Dionies d’Oldenboom (Clumzy) Euroman (scenario van Bart Persoons, Unizo) Kiekeboe (assistentie voor Merho, deel 99-109, Standaard Uitgeverij)Kitty (scenario van Patrick Vermeir, 5 albums, Collectie Fenix, Brabant Strip vzw + 1 album, Comic! Events)De Knetterdolle Duivenkeet (scenario van Patrick Vermeir, collectie Uit het Archief van Dirk Stallaert, Ambras) De Lotgevallen van Ridder Digest (scenario van Patrick Vermeir, collectie Uit het Archief van Dirk Stallaert, Ambras)Kramikske (assistentie voor Jean-Pol, 19 albums + 3 gagalbums, Het Volk)Mieleke Melleke Mol (scenario van Urbanus, 2 albums, Standaard Uitgeverij)De Mysterieuze Klant (scenario van Erik Meynen, Unizo) Nero (assistentie voor Marc Sleen, deel 122-163, Standaard Uitgeverij) De Neuzen van Sniezo (scenario van Erik Meynen, Unizo)Nino (scenario van Hec Leemans, 3 albums, Lombard)Plankgas en Plastronneke (scenario van Urbanus, 2 albums, Standaard Uitgeverij)De Strangers (scenario van Patrick Vermeir, De Dageraad)Waspman (Mercatorstripbeurs).

Website: www.dirkstallaert.be
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Naast het feit dat hij technisch een onwaarschijnlijk knappe tekenaar was, heeft hij ook een volstrekt nieuwe stijl gecreëerd: die zonder de rechte lijn. Alles en iedereen in zijn strips lijkt van caoutchouc te zijn, toch in de periode na pakweg 1960. Ik ben nochtans ook een grote fan van de periode daarvoor, toen hij Robbedoes tekende met een veel strakkere en eenvoudigere lijn. Daar viel mij vooral de diepte in zijn tekeningen op.
Met zijn rubberen stijl heeft hij enorm school gemaakt, zeker evenveel als de klarelijners van de Hergé-obediëntie, om eens een moeilijk woord te gebruiken. (lacht)
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Mijn eerste contact met zijn werk moet in mijn prille jeugd geweest zijn. Ik meen mij te herinneren dat wij thuis vooral de Vlaamse strips kenden en verslonden: Nero, Sus en Wis, Jommeke en tutti quanti. Wanneer we dan op bezoek gingen bij onze neefjes van vaderskant, troffen we daar onder andere de Robbedoes-albums van Franquin aan en die waren een ontdekking. Het was allemaal wat chiquer, in vierkleurendruk, soms hardcover. Ik ben ze dan zelf ook beginnen kopen.
Toen ik een jaar of dertien, veertien was, tikte ik een boekje op de kop waarin Jijé en Franquin hun werkwijze uiteenzetten. Daar stonden foto's in van work in progress: schetsstadium, uitgewerkte potloodfase en inkt. Zelfs het merk van penseel dat hij gebruikte stond erin vermeld (Winsor & Newton nr 2). Dat merk ben ik direct gaan kopen, natuurlijk!
Ik heb trouwens ooit het genoegen gesmaakt bij hem thuis te zijn ontvangen. Mijn vader kende iemand die iemand kende die weer iemand anders kende die Franquin kende: zo gaat dat dan. Ik ging er — misschien wat dwaas, achteraf gezien — met weinig enthousiasme naartoe omdat dat zich afspeelde in mijn stripluwe periode. Ik was een jaar of twintig en ik kon een middelgrote kamer behangen met afpoeierbriefjes van stripbladen. Zo zit het toch in mijn herinnering, maar het kunnen er ook twee geweest zijn. Alleszins voldoende om mij wat te ontmoedigen. In elk geval, ik tekende toen bijna niet meer en ik was vooral met muziek bezig. De zeer aimabele Franquin bekeek mijn werk aandachtig en gaf mij goede raad. Wat ik mij levendig herinner, is de meewarige, medelijdende glimlach op het gelaat van mevrouw Franquin, toen ze mij uitliet. Ze dacht heel duidelijk: "arme drommel; nog zovéél te leren en dan in die bikkelharde haaienwereld terechtkomen." (lacht)
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Dat is een moeilijke. Weet je, soms ben ik helemaal weg van Flater en even later weer van de fifties-Robbedoes. Maar als ik moet kiezen: Robbedoes, ook al weet ik wel dat hij het op een gegeven moment kotsbeu was en dat hij de voeling met het door iemand anders geschapen personage kwijt was. Ik kies voor het album De Bezoeker uit de Oertijd. Ik herinner mij zeer goed de dag van de aanschaf. (Mijmerend) Ergens in 1967, in de Sarma aan de Mutsaard, in Laken. Ik ben absoluut geen verzamelaar en ik houd eigenlijk nooit iets bij, maar dat bewuste album heb ik nog altijd. Het is een zeer goed, sfeervol verhaal en het is meesterlijk in beeld gebracht.
Mijn favoriet personage zal wel Kwabbernoot zijn. Of doe maar juffrouw IJzerlijm. Of Rommelgem. Of beter nog: alledrie! (lacht)
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
(Lacht luid) Iederéén heeft mijn werk beïnvloed! Franquin natuurlijk ook. Vooral wat expressie en dynamiek betreft. Dat laatste vind je iets minder bij Hergé bijvoorbeeld. En ja, roep nu maar "boe!" Of "heiligschennis!" (Ferm) Het ís zo.

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
De meeste van mijn collega's zijn schatplichtig aan zowel Franquin als Hergé, omdat die, elk op hun eigen manier, de strip een beetje uitgevonden hebben. Ik zie in zeer veel — ook nieuwe — strips duidelijke invloeden van Franquin. Het is een beetje te technisch om daarover verder uit te weiden, vrees ik, maar het zit 'm vooral in — nog eens — de expressie en de dynamiek.