Dick
Matena

[gecontacteerd door David Steenhuyse]
Albums van Dick Matena (1943, Nederland):
De A. den Dooier Omnibus (collectie Auteur Reeks, Oberon)Alias Ego (2 albums, Big Balloon)Amen (Yendor)De Argonautjes (scenario van Lo Hartog van Banda, 1 album, collectie Pep Stripotheek, Geïllustreerde Pers + 5 albums, collectie Oberon Strips, Oberon)De Avonden (bewerking van Gerard Reve, 4 albums, De Bezige Bij)Blook (scenario voor Johnn Bakker, 2 albums, collectie Oberon Strips, Oberon)Christmas Carol (bewerking van Charles Dickens, De Bezige Bij)Dik Trom (bewerking van Cornelis Johan Kieviet, 2 albums, Big Balloon)Flynn (4 albums, Arboris)Gauguin en Van Gogh (collectie Verhalen en Legenden, Lombard)Grote Pyr (3 albums, collectie Oberon Strips, Oberon)Het Hanzevirus (scenario van Jouke Nijman, Big Balloon)Kleine Pier (collectie Oberon Strips, Oberon)Kort Amerikaans (bewerking van Jan Wolkers, 2 albums, De Bezige Bij)Kruimeltje (bewerking van Chr. Van Abkoude, Oberon/Big Balloon)De Laatste Dagen van E.A. Poe (collectie Wordt Vervolgd Novellen, Casterman) Lazarus Stone (SP)De Macaroni's (scenario voor Dino Attanasio, 8 albums, collectie Oberon Strips (Gangsters en Voetbal), Oberon + 8 albums, CentriPress)Mozart en Casanova (collectie Verhalen en Legenden, Lombard)Mythen (Panda)De Partners (scenario voor Carry Brugman, deel 6-8, Oberon)Pietje Bell (bewerking van Chr. Van Abkoude, Big Balloon)De Prediker (Arboris)Rechter Tie (naar een verhaal van Robert van Gulik, collectie Moord en Doodslag, Arboris)Ridder Roodhart (scenario van Lo Hartog van Banda, 2 albums, collectie Oberon Strips, Oberon)Rooie Oortjes: Erotische Verhalen (deel 2, 5, Uitgeverij De Boemerang)
Rooie Oortjes Sprookjes Parodiereeks: Sneeuwwitje en de 7 Dwergen (Uitgeverij De Boemerang)Sterrenschip (2 albums, collectie Titanic Reeks, Titanic)Sartre & Hemingway (collectie Luxe Reeks, Arboris) Storm (scenario voor Don Lawrence, deel 3-6, Oberon/Big Balloon/Don Lawrence Collection + Storm –The Collection– deel 2-3, Don Lawrence Collection)Storm: Kronieken van de Tussentijd (scenario van Martin Lodewijk, 3 albums, Big Balloon)Virl (2 albums, collecie Auteur Reeks (deel 2), Oberon)Het Web (Arboris).
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Het woord "bijzonder" is hier niet juist. Dat moet "uitzonderlijk" zijn, wat nét iets anders is. Bijzondere tekenaars en scenaristen zijn er genoeg en velen van hen bewonder ik, maar Franquin bewonder ik ademloos, hors concours, zonder concurrentie, zonder vergelijking met anderen. Hij steekt met kop en schouders boven alles en iedereen uit, voorgangers, generatiegenoten en nakomers. Er is maar één Franquin geweest en er zal maar altijd één Franquin blijven, een supertalent, een eenling, uniek en onnavolgbaar. Bijzonder was, als ik de vraag in die zin dan toch moet beantwoorden, dat hij als stripmaker geëngageerd was. Op een bijna terloopse manier eerst, later bewuster en aan het eind van zijn carrière overbewust. In De Dictator en de Paddestoel was een vrolijke pacifist aan het woord, die zich via Guust ontwikkelde tot een vriendelijke anarchist om tenslotte te eindigen als een bittere cynicus met Zwartkijken. Franquin was politiek correct geboren en getuigde daarvan al vroeg in zijn strips, een medium, dat door zijn meeste collega's uitsluitend gebruikt werd om vermaak te brengen. Dat laatste bracht Franquin ook, maar zijn visie op de wereld, politiek, cultureel en sociaal, weefde hij zeer effectief en altijd functioneel door zijn verhalen heen. Tot aan dus, wat mij betreft, Zwartkijken, waar hij het kind met het badwater begon weg te gooien. Maar met het maken van statements in, op het oog oppervlakkige humoristische avonturenstrips, deed Franquin iets wat, zeker in de vroege jaren vijftig, zeer bijzonder was.
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Franquin zag ik voor het eerst in het weekblad Robbedoes op een foto die bij een interview stond, dat zogenaamd door Kwabbernoot afgenomen werd. Die foto en een karikatuur van hemzelf, die erbij stond, maakten grote indruk op me, want al was ik pas negen jaar, voor mij was hij toen al een halve God, de beste karikaturale tekenaar die ik ooit gezien had. Zelfs Hergé en Vandersteen, toen ook al grote helden van me, vielen bij Franquin in het niet. Die Robbedoes met dat interview ben ik natuurlijk kwijt geraakt, maar het bleef in mijn visueel geheugen geëtst en ik herkende het onmiddellijk met onuitsprekelijk genoegen, toen ik deel acht van de complete Franquin-uitgave van Dupuis, die met de blauwe banden, in handen kreeg waarin het herdrukt was.

In levende lijve zag ik Franquin in 1968 toen hij een tentoonstelling bezocht op de Lijnbaan in Rotterdam waar ik onderdeel was van een groep jonge, Nederlandse striptekenaars die daar exposeerde. Terwijl hij van wand naar wand liep, omstuwd door journalisten en organisatoren, volgde ik hem van een afstand als gebiologeerd. Dat was hij dus, de beste van de wereld volgens mijn Evangelie, zo zag hij er dus uit, zo keek hij, zo liep hij, zo lachte en praatte hij en zo bewoog hij zijn handen waaruit al dat ongehoorde moois kwam dat ik zo diep bewonderde. Ik heb me niet voorgesteld, ik heb hem niet aangesproken, ik heb hem niets gevraagd, hem zien was voldoende, voor meer was mijn ontzag te groot.
Halverwege de jaren zeventig ontmoette ik hem wel persoonlijk, in Brussel, in gezelschap van Martin Lodewijk, die min of meer bevriend met hem was geraakt. We hebben met hem en zijn vrouw gegeten en gepraat, waarover weet ik niet meer, daarvoor was het onwezenlijke van de ontmoeting voor mij te hevig. Veel zal ik niet gezegd hebben, observeren, zo sluiks mogelijk, deed ik hem des te meer. Vriendelijk was hij, beweeglijk op een beetje trage manier, ontspannen en zonder enig spoor van divagedrag. Een gewoon mens, zou ik bijna zeggen. Maar in zo'n kort tijdsbestek was het voor mij onmogelijk de God, die hij voor me was, de volmaakte striptekenaar, held en idool, los te koppelen van de maker van al dat briljante werk waarmee ik opgegroeid was. Hij bleef wie hij voor mij was, een bovenmenselijk talent dat ongelofelijke dingen deed met potlood, pen en penseel en een, door de alles overheersende schoonheid van zijn tekenwerk, enigszins onderschatte schrijver van razend knappe en buitengewoon geestige scenario's.
Daarna hebben onze wegen zich niet meer gekruist en dat is eigenlijk maar goed ook. Het leven heeft me geleerd, dat een té persoonlijke kennismaking met idolen teleurstellend kan zijn. Tenslotte zijn ook genieën mensen en maar al te vaak staat het schone, dat ze in de stilte van hun werkkamer of atelier creëren in schril contrast met het kleine menselijke dat ze in het dagelijks leven aan de wereld tonen. Franquin is in ieder geval gebleven wat hij altijd voor mij geweest is, een onaantastbaar monument van alles wat groot en prachtig kan zijn aan het vak, dat ik ook probeer uit te oefenen.
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Dat is moeilijk bij iemand die alleen maar favoriete albums gemaakt heeft. Maar vooruit, als het dan moet: Robbedoes en Kwabbernoot, het vierkante, eerste album van Franquin, waarin het verhaal De Robot staat. Het was een van de eerste verhalen, die ik las, niet in album, maar in het weekblad zelf en de verpletterende indruk die het op mij maakte, trilt tot op heden door. Franquin zelf heeft het bij meerdere gelegenheden naar de prullenbak verwezen, maar bij mij staat het prominent in de eregalerij van meesterwerken. Al had Franquin na dit verhaal nooit meer een strip getekend, dan nog zou hij voor mij bij de grootsten van de wereld horen. Ben ik verblind door nostalgie dat ik dit vroege werk zo hoog schat? Vermoedelijk. Maar bekijkt u het zelf maar eens en dan vooral de tekstloze pagina's en stroken. Wat mij betreft nog altijd verplicht lesmateriaal voor jongeren, die willen weten hoe je nou eigenlijk een verhaal in plaatjes vertelt.
Mijn favoriete grap (waarom in vredesnaam "gag"? "Grap" is toch ook een prima woord?) is natuurlijk Bravo Brothers. Okee, het is een uitgesponnen grap, maar een grap, meer dan een verhaal. Briljant verteld zoals dat bij een goeie grap hoort, meesterlijk getekend, geweldig van tekst en hilarisch van begin tot eind. Misschien wel het absolute hoogtepunt uit Franquins œuvre, ook omdat hier de twee werelden van Franquin, die van Guust en die van Robbedoes, tot één schittterend geheel gesmeed worden.
Mijn favoriete personage zou natuurlijk Guust moeten zijn, want in hém zit de complete Franquin. Maar ach, ik hou van iedereen die Franquin voor me neerzette: van Robbedoes en Kwabbenoot over Ton en Tineke naar Guust en van alle bijfiguren, al of niet belangrijke, die bij die strips horen, want Franquin was een van die zeldzamen die karikaturale karakters tekende alsof het ménsen waren van vlees en bloed, geloofwaardiger vaak dan de figuren uit menige realistische strip.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
Toen ik jong was, natuurlijk. Nu is hij nog altijd de maatstaf wat kwaliteit betreft: daar moet je naar streven. Ook als je weet dat het onhaalbaar is. Franquin imiteren was en is zinloos. Velen deden het, allen faalden. Hij was gewoon te goed. En zelfs als je het talent hebt om het uiterlijk te imiteren dan nog blijft het innerlijk onbereikbaar. Een strip getekend in de stijl van Franquin, die niet van Franquin zelf is, is een aberratie, een monster, een Fremdkörper, blasfemie. Franquin was meer dan alleen maar stijl of techniek. Franquin betekent ook visie en inhoud en die zijn persoonsgebonden, onnavolgbaar. En het een kan niet van het ander gescheiden worden zonder rampen aan te richten.

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Die vraag vind ik irrelevant. De stripwereld van nu is een andere dan die in Franquin zijn tijd. Franquin heeft geleefd, gewerkt, succes gehad en is gestorven, in zijn tijd, in zijn wereld. In die tijd en in die wereld had hij invloed, grote invloed. Je kunt niet verwachten, dat die invloed eeuwig blijft. Iedere generatie heeft zijn eigen wereld en zijn eigen sterren, die op hun beurt ook weer uitdoven, enzovoort, enzoverder. Dat is het leven, zo is de dood. Alles gaat voorbij, maar zolang de herinnering blijft is er leven, is er invloed. Het was toch een prachtig en ontroerend saluut aan Franquin om op Guust zijn vijftigste verjaardag alle parkeermeters in Brussel te verzegelen? Dat is ook invloed en niet zo'n beetje. Hoed af voor een land en een stad dat zijn helden, ook al zijn die in de ogen van velen van geringe komaf, uit een strip tenslotte, vaak gezien als de achterbuurt van de Cultuur, zo eert. België en Belgen, ik groet u eerbiedig.