|
Wat
maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Het bijzondere aan Franquins œuvre was/is niet zozeer
zijn humor waarmee alles doorspekt is (een vanuit ons perspectief
gezien NAÏEF soort humor) maar eerder hoe vroeg al in dit œuvre
zijn gevoel voor ENSCENERING zo trefzeker was. Behoudens dan bij
zijn start, toen hij zich nog erg door de tekenfilm liet inspireren.
Deze benadering van ensceneren, met de daarbij in dienst staande
plaatjeslay-out (die met de ingevoerde acht plaatjes per pagina
formule zijn beslag kreeg) maakt in de loop van zijn verdere œuvre
niet gek veel ontwikkeling meer door. Waarmee, zou je haast kunnen
stellen, er ruimte vrij komt tot verdere exploratie van andere zaken,
zoals VORM; STYLERING. En daarmee gaat hij dan ook behoorlijk loos
tot, pakweg, het moment dat de pen ingewisseld wordt voor 't penseel.
Waarmee, en waarna, het STOFFELIJKE der dingen tastbaar gemaakt
moet worden.
Dit zijn drie belangrijke 'lagen' in de ontwikkelingscarrière
van Franquin.
Ik weet dat er nog een appendix volgt, waarmee INWERKING (met rotringpen)
zijn intrede doet; 'n soort texture-mapping zouden we nu
zeggen.
Zelf heeft mij dat nooit zo aangesproken. Dit is geen exploratie,
maar een naar binnen kerend proces, naar mijn mening. |
Hoe
maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat
herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem
gehad?
Op zesjarige leeftijd, lopend op weg naar de eerste klas van wat
toendertijd de Lagere School heette, kwam ik iedere dag langs de
etalage van een boeken- en tijdschriftenwinkel. De daar verkrijgbare
jeugdbladen, er waren er toen niet meer dan drie of vier, hingen
aan waslijntjes achter het glas van de voordeur. Een daarvan was
Robbedoes. Ik herinner me heel duidelijk de voorkant van
een bepaald nummer waarop de onderste drie stroken van pagina 8,
met Robbedoes en Kwabbernoot rennend door de gang uit De Roof
van de Marsupilami afgebeeld stonden. Ik werd getroffen, weet
ik haast zeker, door iets wat Franquins gevoel voor lay-out kenmerkt:
de silhouetwerking. Scherp, duidelijk en geanimeerd, iets wat de
lezer enthousiasmeert.
Ik heb Franquin dat later geprobeerd duidelijk te maken, bij een
van de drie keren dat ik hem mocht ontmoeten.
Een keer, in 1983, heb ik een Guust-klus die hij voor de
Nederlandse Postbank moest klaren, voor hem afgemaakt
en geïnkt: een Guust-boekje van zo'n acht-negen plaatjes.
Met 't afgemaakte werk ben ik toen naar zijn huis nabij Brussel
getogen. Daarna, zoals kennelijk gebruikelijk, met zijn vrouw naar
hun favoriete Thaïse restaurant voor de lunch.
Een andere keer, in 1991, heb ik hem, op zijn verzoek, in mijn hoedanigheid
van storyboarder bij Disney, daar in Burbank op
de werkvloer rondgeleid en hem 't voorbereidende werk voor Aladdin
laten zien. Hij was daar toen, vergezeld van Jean-François
Moyersoen en zijn vrouw Liliane, voor
de contractuele bezegeling van Disneys komende Marsupilami-project. |
Wat
is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en
waarom?
Bij 't bepalen van mijn favoriete Franquin-album denk ik niet in
de eerste plaats aan plot (hoewel 't idee van Metamol losgelaten
op oorlogstuig natuurlijk — excusez de pun —
IJZERsterk is) maar De Dictator en de Paddestoel heeft
voor mij een speciaal plekje in 't œuvre van Franquin.
Het is ook, samen met Robbedoes en de Erfgenamen mijn eerste
leeservaring van Robbedoes ALS ALBUM.
Er kleeft iets anders aan deze episode in de reeks, en dat betreft
Franquins STILERING. Dit vind zijn eerste aanzet al in 't vorige
verhaal, en wordt hier doorgezet. Een stilering in zijn vormenspel
die, economisch en qua elegantie, uitgesprokener wordt, maar gek
genoeg snel weer teruggeschroefd; meer aan een realistischer opvatting
gaat beantwoorden.
Twee jaar later ongeveer, breekt er opnieuw een behoefte aan economische
stilering in zijn aanpak door. Ditmaal niet uit esthetiek geboren,
maar door omstandigheden: zijn toegenomen wekelijkse productie,
met het verschijnen van Ton en Tineke.
De stilering wordt daarbij HOEKIGER, en legt zich vast in de kenmerkende
vormen waarmee menig tekenaar in die tijd zich ook 'makkelijk' kon
behelpen, van een Attanasio en Greg
tot Maréchal: de Franquin-stijl.
Was die elegantere stilering met De Dictator en de Paddestoel
gewoon doorgezet, wat was er dan uitgekomen?? Dat had ik graag
es willen zien!
Nee, ik heb GEEN favoriet personage. GEEN Guust, GEEN Zwartkijken,
dus. Voor mij IS Franquin de avonturen van Spirou et Fantasio,
Robbedoes en Kwabbernoot. Met alles wat daarop en daaraan
is.
Maar MOET ik kiezen? Modeste, Ton uit Ton en Tineke.
Maar is dat ook niet een beetje Kwabbernoot? (en een beetje Donald
Duck?)
Okee, vooruit: de Marsupilami. Omdat-ie leuk is om te zien, vindingrijk
is, en positief ingesteld. En zich alleen kwaad maakt als dat nodig
is.
Zonder agenda. |
Heeft
Franquin ook uw werk beïnvloed?
In de tijd dat ik Robbedoes verslond, van mijn tiende tot
mijn zeventiende jaar, tekende ik zo goed ik kon naar de opvatting
van Franquin. Dat werd de basis van mijn verdere carrière.
Net zoals ik plaatjes van Carl Barks, die Franquin
in mijn jonge jaren voor ging, kon dromen, zo ging ook Robbedoes
deel uitmaken van mijn grafisch onderbewustzijn. Dit heeft mijn
latere werk steeds gestuurd. Of ik dat nu wenste of niet, zo gaan
die dingen voor een gedreven individu. Maar juist nu, in mijn huidige
stadium, nu ik een voorzichtig begin gemaakt heb met mijn strip
Havank, put ik bewust uit die hypnose. En met reden: Havank
wil zich juist laten voorstaan op 't idee dat ze schatplichtig is
aan de "Style Marcinelle". |
Welke
impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Ik wil niet pedant klinken, maar ik ben de mening toegedaan
bij 't analyseren van het werk van de meeste hedendaagse stripmakers,
dat haast NIETS van de kwaliteiten die 't œuvre van Franquin
kenmerken, daar terug te vinden zijn.
Humor is niet meer naïef. Is ook niet van deze tijd, daar
scoor je niet mee. Lay-outs zijn er voor het grafische effectbejag,
staan zelden ten dienste van enscenering of duidelijke leesbaarheid.
Ik moet ook met bitterheid constateren hoe nu juist de reeks Robbedoes
en Kwabbernoot van vandaag de dag in die algehele verwarring
(zei ik degeneratie?) lustig meehuppelt.
Nee, impact heeft Franquins werk alleen nog op individuele stripliefhebbers,
ben ik bang. |
|
|