Daan
Jippes

[gecontacteerd door David Steenhuyse]
Albums van Daan Jippes (1945, Nederland):
De Avonturen van Bernard Voorzichtig: Twee voor Thee (scenario van Martin Lodewijk, collectie Oberon Strips + herdruk, collectie Auteur Reeks, Oberon + herdruk, Big Balloon)Een Avontuur van Havank (naar een verhaal van Havank, Uitgeverij L)studiowerk voor Disney en Jan, Jans en de Kinderen.
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Het bijzondere aan Franquins œuvre was/is niet zozeer zijn humor waarmee alles doorspekt is (een vanuit ons perspectief gezien NAÏEF soort humor) maar eerder hoe vroeg al in dit œuvre zijn gevoel voor ENSCENERING zo trefzeker was. Behoudens dan bij zijn start, toen hij zich nog erg door de tekenfilm liet inspireren.
Deze benadering van ensceneren, met de daarbij in dienst staande plaatjeslay-out (die met de ingevoerde acht plaatjes per pagina formule zijn beslag kreeg) maakt in de loop van zijn verdere œuvre niet gek veel ontwikkeling meer door. Waarmee, zou je haast kunnen stellen, er ruimte vrij komt tot verdere exploratie van andere zaken, zoals VORM; STYLERING. En daarmee gaat hij dan ook behoorlijk loos tot, pakweg, het moment dat de pen ingewisseld wordt voor 't penseel. Waarmee, en waarna, het STOFFELIJKE der dingen tastbaar gemaakt moet worden.
Dit zijn drie belangrijke 'lagen' in de ontwikkelingscarrière van Franquin.
Ik weet dat er nog een appendix volgt, waarmee INWERKING (met rotringpen) zijn intrede doet; 'n soort texture-mapping zouden we nu zeggen.
Zelf heeft mij dat nooit zo aangesproken. Dit is geen exploratie, maar een naar binnen kerend proces, naar mijn mening.
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Op zesjarige leeftijd, lopend op weg naar de eerste klas van wat toendertijd de Lagere School heette, kwam ik iedere dag langs de etalage van een boeken- en tijdschriftenwinkel. De daar verkrijgbare jeugdbladen, er waren er toen niet meer dan drie of vier, hingen aan waslijntjes achter het glas van de voordeur. Een daarvan was Robbedoes. Ik herinner me heel duidelijk de voorkant van een bepaald nummer waarop de onderste drie stroken van pagina 8, met Robbedoes en Kwabbernoot rennend door de gang uit De Roof van de Marsupilami afgebeeld stonden. Ik werd getroffen, weet ik haast zeker, door iets wat Franquins gevoel voor lay-out kenmerkt: de silhouetwerking. Scherp, duidelijk en geanimeerd, iets wat de lezer enthousiasmeert.
Ik heb Franquin dat later geprobeerd duidelijk te maken, bij een van de drie keren dat ik hem mocht ontmoeten.
Een keer, in 1983, heb ik een Guust-klus die hij voor de Nederlandse Postbank moest klaren, voor hem afgemaakt en geïnkt: een Guust-boekje van zo'n acht-negen plaatjes. Met 't afgemaakte werk ben ik toen naar zijn huis nabij Brussel getogen. Daarna, zoals kennelijk gebruikelijk, met zijn vrouw naar hun favoriete Thaïse restaurant voor de lunch.

Een andere keer, in 1991, heb ik hem, op zijn verzoek, in mijn hoedanigheid van storyboarder bij Disney, daar in Burbank op de werkvloer rondgeleid en hem 't voorbereidende werk voor Aladdin laten zien. Hij was daar toen, vergezeld van Jean-François Moyersoen en zijn vrouw Liliane, voor de contractuele bezegeling van Disneys komende Marsupilami-project.
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Bij 't bepalen van mijn favoriete Franquin-album denk ik niet in de eerste plaats aan plot (hoewel 't idee van Metamol losgelaten op oorlogstuig natuurlijk — excusez de pun — IJZERsterk is) maar De Dictator en de Paddestoel heeft voor mij een speciaal plekje in 't œuvre van Franquin.
Het is ook, samen met Robbedoes en de Erfgenamen mijn eerste leeservaring van Robbedoes ALS ALBUM.
Er kleeft iets anders aan deze episode in de reeks, en dat betreft Franquins STILERING. Dit vind zijn eerste aanzet al in 't vorige verhaal, en wordt hier doorgezet. Een stilering in zijn vormenspel die, economisch en qua elegantie, uitgesprokener wordt, maar gek genoeg snel weer teruggeschroefd; meer aan een realistischer opvatting gaat beantwoorden.
Twee jaar later ongeveer, breekt er opnieuw een behoefte aan economische stilering in zijn aanpak door. Ditmaal niet uit esthetiek geboren, maar door omstandigheden: zijn toegenomen wekelijkse productie, met het verschijnen van Ton en Tineke.
De stilering wordt daarbij HOEKIGER, en legt zich vast in de kenmerkende vormen waarmee menig tekenaar in die tijd zich ook 'makkelijk' kon behelpen, van een Attanasio en Greg tot Maréchal: de Franquin-stijl.
Was die elegantere stilering met De Dictator en de Paddestoel gewoon doorgezet, wat was er dan uitgekomen?? Dat had ik graag es willen zien!

Nee, ik heb GEEN favoriet personage. GEEN Guust, GEEN Zwartkijken, dus. Voor mij IS Franquin de avonturen van Spirou et Fantasio, Robbedoes en Kwabbernoot. Met alles wat daarop en daaraan is.
Maar MOET ik kiezen? Modeste, Ton uit Ton en Tineke. Maar is dat ook niet een beetje Kwabbernoot? (en een beetje Donald Duck?)
Okee, vooruit: de Marsupilami. Omdat-ie leuk is om te zien, vindingrijk is, en positief ingesteld. En zich alleen kwaad maakt als dat nodig is.
Zonder agenda.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
In de tijd dat ik Robbedoes verslond, van mijn tiende tot mijn zeventiende jaar, tekende ik zo goed ik kon naar de opvatting van Franquin. Dat werd de basis van mijn verdere carrière. Net zoals ik plaatjes van Carl Barks, die Franquin in mijn jonge jaren voor ging, kon dromen, zo ging ook Robbedoes deel uitmaken van mijn grafisch onderbewustzijn. Dit heeft mijn latere werk steeds gestuurd. Of ik dat nu wenste of niet, zo gaan die dingen voor een gedreven individu. Maar juist nu, in mijn huidige stadium, nu ik een voorzichtig begin gemaakt heb met mijn strip Havank, put ik bewust uit die hypnose. En met reden: Havank wil zich juist laten voorstaan op 't idee dat ze schatplichtig is aan de "Style Marcinelle".

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Ik wil niet pedant klinken, maar ik ben de mening toegedaan bij 't analyseren van het werk van de meeste hedendaagse stripmakers, dat haast NIETS van de kwaliteiten die 't œuvre van Franquin kenmerken, daar terug te vinden zijn.
Humor is niet meer naïef. Is ook niet van deze tijd, daar scoor je niet mee. Lay-outs zijn er voor het grafische effectbejag, staan zelden ten dienste van enscenering of duidelijke leesbaarheid.
Ik moet ook met bitterheid constateren hoe nu juist de reeks Robbedoes en Kwabbernoot van vandaag de dag in die algehele verwarring (zei ik degeneratie?) lustig meehuppelt.
Nee, impact heeft Franquins werk alleen nog op individuele stripliefhebbers, ben ik bang.