|
Wat
maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
In de eerste plaats zijn tekeningen die buitengewoon
krachtig, erg expressief en precies zijn. Yvan Delporte
zei me ooit dat je nooit je vingers mag steken in een stopcontact
dat door Franquin is getekend: je zou wel eens geëlektrocuteerd
kunnen worden!
Franquin was zeer veeleisend in zijn werk. Ik herinner me
een gag van Ton en Tineke waarin een door Ton uitgevonden
afwasmachine begint uit elkaar te vallen (de Ton-o-matic.
Ha! Ha! Ha!). Je moet eens zien hoe Franquin de messen en
vorken heeft getekend die als raketten door de kamer vliegen!
Met een ontzagwekkende precisie en efficiëntie!
Zijn manier van vertellen is ook zeer doeltreffend. Een scenario
van Franquin is altijd duidelijk en boeiend. Zijn bladschikking
volgt een strikte regelmaat en de lezer wordt vriendelijk
doorheen het verhaal geleid, of het nu om een avontuur van
Robbedoes of een Guust-gag gaat. Hij schiet
elke keer in de roos. Alles is altijd op de meest efficiënte
manier in beeld gebracht. En hij kan op een zeer levendige
manier een emotie overbrengen. Zoals in de verhalen van Roeltje.
Ik hou vooral veel van Roeltje en de Elaoin.
Hij is ook een formidabele uitvinder: de Zwendelstralen, de
raketten van Zwendel, het Metomol, de Wiebstraal, de Tarbot,
de onderzeeërs van de Bobbelmannen, de latex-Guust, de
flaterfoon, de fiets op gas, de Kauwguust... de haring met
aardbeien,...
De Marsupilami! Hij heeft zelfs een dier uitgevonden! En wat
voor een dier! |
Hoe
maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums?
Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten
met hem gehad?
Een
van de eerste dingen die ik las, was het allereerste Robbedoes-album:
4 Avonturen van Robbedoes, met die verhalen over
de robot, de luipaard, het gekke paard (Ha ha! Ik zie nog
Kwabbernoot op zijn volbloed zitten!) en vooral dat fantastische
verhaal over vriendschap en verdraagzaamheid met Pinnekeshaar!
Dat verhaal heeft me erg aangegrepen, al was ik toen maar
drie turven groot... Ik heb dat album nog steeds. Het valt
helemaal uit elkaar, maar het is een relikwie.
Ik herinner me ook klein ingenaaid boekje van Guust Flater,
niet veel groter dan de strook van een stripalbum, dat ik
kwijt ben geraakt, met gags over noten die me deden schateren
van het lachen...
Ik heb Franquin ontmoet! Ik moet toen 17 of 18 jaar geweest
zijn en ben naar hem toe gegaan om mijn tekeningen te tonen.
We waren met verschillende debuterende tekenaars. Mevrouw
Franquin serveerde ons drank en chips. We zaten met z'n allen
tegen elkaar gedrukt in de zetel met onze tekeningen op onze
knieën en met vettige vingers... Wanneer ik eraan terugdenk
heb ik het moeilijk om niet beschaamd te zijn over de tekeningen
die ik hem die dag heb durven te tonen!
Mijnheer Franquin was zo vriendelijk en bemoedigend! |
Wat
is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage
en waarom?
Het
is een machine die de meeste indruk op me heeft gemaakt toen
ik klein was: de vliegende scooter van Wiebeling in Robbedoes
en de Erfgenamen. Ik heb er zelfs over gedroomd. De Kwabberhefschroef
was ook niet mis, maar die ging minder snel!
Tegenwoordig vind ik Z van Zwendel en De Schaduw
van Z de beste albums van Franquin. Daarin speelde Zwendel
de eerste keer mee. Hij was een opvallend personage dat zowel
grappig als te duchten was. Die twee albums zijn voor mij
een perfecte mix van humor en spanning! Het zijn pareltjes.
Een zeer mooi mechanisme minutieus op punt gesteld door een
meesterverteller en waarin hij, zoals in al zijn reeksen,
scherpe kritiek op de wereld niet uit de weg gaat.
Ik heb ook een zwak voor Het Nest van de Marsupilami dat
een album buiten categorie is. Pure poëzie. |
Heeft
Franquin ook uw werk beïnvloed?
Misschien
op vlak van bladschikking, want ik probeer altijd om zo duidelijk
mogelijk te zijn. Maar zeker niet het tekenwerk, dat is hopeloos,
want ik heb een simplistische tekenstijl en ik zou hem gewoonweg
niet kúnnen imiteren. |
Welke
impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt
u?
Een enorme impact. Kijk maar naar alle tekenaars,
zelfs vandaag nog, die zo goed of kwaad als het kan zo 'licht'
proberen te tekenen als hij.
Het is erg moeilijk want Franquin begreep de kunst om de
indruk te geven dat hij zijn schetsen snel op papier had
gezet, terwijl net alles minutieus uitgewerkt is.
Eigenlijk slaagde hij erin om spontaniteit te paren met
uiterste nauwkeurigheid en juist dat maakt hem voor mij
een hele grote meester.
[vertaald
door Jeroen François / eindredactie door Peter D'Herdt] |
|
|
|