Carine De Brab
(Carine De Brabandere)

[gecontacteerd door Peter D'Herdt]
Albums van Carine De Brab (1958, België):
Margo en Oscar Pluis (op scenario van Falzar en Zidrou, 6 albums, Casterman) Vlooienbaal (op scenario van Falzar en Zidrou, 6 albums, Dupuis).
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
In de eerste plaats zijn tekeningen die buitengewoon krachtig, erg expressief en precies zijn. Yvan Delporte zei me ooit dat je nooit je vingers mag steken in een stopcontact dat door Franquin is getekend: je zou wel eens geëlektrocuteerd kunnen worden!
Franquin was zeer veeleisend in zijn werk. Ik herinner me een gag van Ton en Tineke waarin een door Ton uitgevonden afwasmachine begint uit elkaar te vallen (de Ton-o-matic. Ha! Ha! Ha!). Je moet eens zien hoe Franquin de messen en vorken heeft getekend die als raketten door de kamer vliegen! Met een ontzagwekkende precisie en efficiëntie!
Zijn manier van vertellen is ook zeer doeltreffend. Een scenario van Franquin is altijd duidelijk en boeiend. Zijn bladschikking volgt een strikte regelmaat en de lezer wordt vriendelijk doorheen het verhaal geleid, of het nu om een avontuur van Robbedoes of een Guust-gag gaat. Hij schiet elke keer in de roos. Alles is altijd op de meest efficiënte manier in beeld gebracht. En hij kan op een zeer levendige manier een emotie overbrengen. Zoals in de verhalen van Roeltje. Ik hou vooral veel van Roeltje en de Elaoin.
Hij is ook een formidabele uitvinder: de Zwendelstralen, de raketten van Zwendel, het Metomol, de Wiebstraal, de Tarbot, de onderzeeërs van de Bobbelmannen, de latex-Guust, de flaterfoon, de fiets op gas, de Kauwguust... de haring met aardbeien,...
De Marsupilami! Hij heeft zelfs een dier uitgevonden! En wat voor een dier!
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Een van de eerste dingen die ik las, was het allereerste Robbedoes-album: 4 Avonturen van Robbedoes, met die verhalen over de robot, de luipaard, het gekke paard (Ha ha! Ik zie nog Kwabbernoot op zijn volbloed zitten!) en vooral dat fantastische verhaal over vriendschap en verdraagzaamheid met Pinnekeshaar! Dat verhaal heeft me erg aangegrepen, al was ik toen maar drie turven groot... Ik heb dat album nog steeds. Het valt helemaal uit elkaar, maar het is een relikwie.
Ik herinner me ook klein ingenaaid boekje van Guust Flater, niet veel groter dan de strook van een stripalbum, dat ik kwijt ben geraakt, met gags over noten die me deden schateren van het lachen...
Ik heb Franquin ontmoet! Ik moet toen 17 of 18 jaar geweest zijn en ben naar hem toe gegaan om mijn tekeningen te tonen. We waren met verschillende debuterende tekenaars. Mevrouw Franquin serveerde ons drank en chips. We zaten met z'n allen tegen elkaar gedrukt in de zetel met onze tekeningen op onze knieën en met vettige vingers... Wanneer ik eraan terugdenk heb ik het moeilijk om niet beschaamd te zijn over de tekeningen die ik hem die dag heb durven te tonen!
Mijnheer Franquin was zo vriendelijk en bemoedigend!
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Het is een machine die de meeste indruk op me heeft gemaakt toen ik klein was: de vliegende scooter van Wiebeling in Robbedoes en de Erfgenamen. Ik heb er zelfs over gedroomd. De Kwabberhefschroef was ook niet mis, maar die ging minder snel!
Tegenwoordig vind ik Z van Zwendel en De Schaduw van Z de beste albums van Franquin. Daarin speelde Zwendel de eerste keer mee. Hij was een opvallend personage dat zowel grappig als te duchten was. Die twee albums zijn voor mij een perfecte mix van humor en spanning! Het zijn pareltjes. Een zeer mooi mechanisme minutieus op punt gesteld door een meesterverteller en waarin hij, zoals in al zijn reeksen, scherpe kritiek op de wereld niet uit de weg gaat.
Ik heb ook een zwak voor Het Nest van de Marsupilami dat een album buiten categorie is. Pure poëzie.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
Misschien op vlak van bladschikking, want ik probeer altijd om zo duidelijk mogelijk te zijn. Maar zeker niet het tekenwerk, dat is hopeloos, want ik heb een simplistische tekenstijl en ik zou hem gewoonweg niet kúnnen imiteren.

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Een enorme impact. Kijk maar naar alle tekenaars, zelfs vandaag nog, die zo goed of kwaad als het kan zo 'licht' proberen te tekenen als hij.
Het is erg moeilijk want Franquin begreep de kunst om de indruk te geven dat hij zijn schetsen snel op papier had gezet, terwijl net alles minutieus uitgewerkt is.
Eigenlijk slaagde hij erin om spontaniteit te paren met uiterste nauwkeurigheid en juist dat maakt hem voor mij een hele grote meester.

[vertaald door Jeroen François / eindredactie door Peter D'Herdt]