Bernard
Swysen

[gecontacteerd door Wouter Porteman]
Albums van Bernard Swysen (1964, België):
Pieter Pil (2 albums, Casterman)Rouletabille (scenario van André-Paul Duchâteau, 8 albums, Collectie B.D. Detective, Claude Lefrancq Editeur).

Website: www.swysen.com
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Hij gaf 'de karikatuur' zijn ware betekenis. En hij had de gave om een tekening echt grappig te maken. Om een echte lach te ontlokken in plaats van een een glimlach. Volgens mij heeft hij als enige die krachttoer verwezenlijkt.
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Twintig jaar geleden heeft Tibet me voorgesteld aan Franquin. Ik was heel zwaar onder de indruk. Om te lachen zei ik aan iedereen die het horen wil, dat ik mijn handen niet meer gewassen heb sinds onze handdruk, om toch maar een vleugje van zijn talent te bewaren.
Zijn albums ken ik van buiten en ik vind het leuk om soms een aantal dialogen te citeren. Franquin was ook een zeer goede dialoogschrijver.
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
De gag waarin Guust een kopbal doet met een bowlingbal, doet me telkens weer brullen van het lachen. In Bravo Brothers houd ik ook van de slappe lach van Demesmaeker.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
Franquin is een school op zichzelf. Wat ook je stijl mag zijn, je wordt altijd beïnvloed door Franquin.

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
Wanneer ik soms jonge auteurs hoor zeggen dat ze nog nooit een Guust hebben gelezen, vooral in Frankrijk, word ik bang. Dat is even erg als zeggen dat men componist is en dat men nog nooit heeft geluisterd naar Mozart! Shockerend! Gelukkig blijven er genoeg liefhebbers en ik hou ervan om mijn dochters te zien duiken in mijn tientallen jaren oude boeken. Het is een kostbare erfenis en het werk van Franquin is alles behalve een onbeduidende voetnoot. Franquin was een vlijtig genie. 't Is te zeggen: hij stelde zich nooit tevreden met een eerste ruwe poging die nochtans toen al de kwaliteit van de werken van het merendeel van zijn collega's oversteeg.

[vertaald door Wouter Porteman / eindredactie door Peter D'Herdt]