Hallo,
Dank je wel voor jullie voorstel, maar ik ben bang dat mijn
bijdrage jullie zal ontgoochelen. Ik ben immers pas erg
laat Franquin beginnen lezen, op het moment dat ik eigenlijk
al beroepsmatig actief was als auteur. Ik ben door andere
dingen beïnvloed, zoals Vaillant en de kleine
formaten uit mijn kindertijd, daarna door Pilote
(heel weinig) en vooral door Charlie Mensuel. Noch
door Robbedoes noch door Kuifje. Dat zorgt
ervoor dat ik het nogal lastig vind om te antwoorden op
jullie vragen. Het enige wat ik, heel oprecht, kan zeggen
is dat het een schok voor mij was om de buitengewone levendigheid
van de lijnvoering van Franquin — als auteur —
te ontdekken. Ook de manier waarop hij die levendigheid
gebruikte om de bewegingen vast te leggen is, laten we het
erover eens zijn, de kwadratuur van de cirkel (hiermee
bedoelt Baru dat het om een iets gaat wat inherent mogelijk
is. Voor de freaks: de kwadratuur van de cirkel is een geometrische
opgave die vraagt om met passer en liniaal een vierkant
te tekenen met dezelfde oppervlakte als een gegeven cirkel.
Omdat Pi transcendent is, is dit onmogelijk, pd'h)
van de stripwereld. Als je mij niet gelooft, moet je maar
eens kijken naar de massa's personages die, stijf als een
plank, de pagina's kwellen van de overgrote meerderheid
van de stripalbums.
Voorts zou ik op de vraagjes kunnen antwoorden, maar dan
door het werk van Franquin te benaderen met de koude blik
van een theoreticus. Daarom heb ik hier — in dit geval,
tenminste — niets te zoeken.
Vriendelijke groetjes,
Baru
PS: Oh ja, Franquin heeft me ook nog doen brullen van het
lachen.
[vertaald
door Wouter Porteman / eindredactie door Peter D'Herdt] |